Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
2.De feiten
- [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 2012;
- [minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 2] 2017.
3.De vorderingen in conventie en reconventie
Voorwaardelijk: voor zover de voorzieningenrechter van oordeel mocht zijn dat desondanks er contact dient te komen tussen de kinderen en de vrouw te bepalen dat er een begeleide contactregeling zal gelden waarbij de kinderen bij opbouw eenmaal per 2 weken omgang zullen hebben op een woensdag voor twee uur, wat voorts kan worden opgebouwd naar een dagdeel als de regeling volgens de hulpverlening naar behoren verloopt en waarbij het verdere verloop zal worden overgelaten aan de hulpverlening, doch niet eerder dan dat de vrouw een volledig behandelplan heeft doorlopen in een afkickkliniek en is afgekickt van drugs.
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
voorlopighet hoofdverblijf van de kinderen bepalen bij de man.
binnen een weekna de mondelinge behandeling zullen
melden bij het Sociaal Wijkteam te [plaats], in de verwachting dat het Sociaal Wijkteam een rol kan spelen bij de begeleiding van de contactregeling. De vrouw heeft immers al contact met het Sociaal Wijkteam .
voorlopige, opbouwende contactregeling tussen de vrouw en de kinderen vastleggen. Deze regeling kan starten
zodra er begeleiding vanuit het Sociaal Wijkteam (of een andere professionele hulpverleningsinstantie) beschikbaar is.
- twee maal twee uur per week steeds op woensdag bij de vrouw, waarbij de hulpverlening aanwezig is;
- daarna twee maal vier uur per week steeds op woensdag bij de vrouw, waarbij de hulpverlening aanwezig is,
- daarna twee maal vier uur per week steeds op woensdag bij de vrouw, waarbij de hulpverlening alleen aan het begin en aan het eind van het contact aanwezig is.