Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
- de vader;
- een vertegenwoordiger van de Raad;
- twee vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 maart 2023 een beschikking gegeven in een gezagsbeëindigende maatregel. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de ouders over de minderjarige, geboren in 2008, te beëindigen en de pleegouders tot voogd te benoemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige te dragen binnen een aanvaardbare termijn, wat leidt tot ernstige bedreiging van de ontwikkeling van het kind. De minderjarige verblijft sinds januari 2019 bij de pleegouders en de ouders hebben erkend dat zij niet kunnen bieden wat het kind nodig heeft. De rechtbank heeft de belangen van de minderjarige vooropgesteld en geconcludeerd dat de beëindiging van het gezag noodzakelijk is voor haar ontwikkeling. De pleegouders zijn benoemd tot voogd, en de ouders zijn veroordeeld tot het afleggen van rekening en verantwoording over het gevoerde bewind. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de beslissing direct in werking treedt, ongeacht een eventueel hoger beroep.