Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 mei 2023 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende
de heffingsambtenaar van de gemeente Breda, de heffingsambtenaar.
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
wijziging van beleidhem onvoldoende duidelijk was is onbeantwoord gebleven. Bij gebrek aan toelichting gaat de rechtbank ervan uit dat inderdaad sprake was van een wijziging. Voor dat geval ontbreekt de uitleg over hoe deze wijziging kenbaar is gemaakt (vermelding in een lokale krant, extra aanduiding bij het binnenkomen van de betreffende zone of een duidelijke melding op/rond de zone-borden). Daar komt bij dat in het geval van belanghebbende die kenbaarheid extra duidelijk moet zijn. Vast staat namelijk dat belanghebbende een visuele beperking heeft en als gevolg daarvan aangewezen is op spraakondersteuning op zijn telefoon. Tegen die achtergrond springt in het oog de wijze waarop de informatie over de betaaldparkerenduur staat vermeld op de website: eerst staat de hoofdregel vermeld (betaald parkeren tot 22.00 uur) gevolgd door een zinsnede met de tekst dat deze hoofdregel geldt voor alle gebieden. Pas daarna komt een tekst over twee uitzonderingsgebieden waarin de betaaldparkerenduur drie uur langer is. Het komt de rechtbank voor dat een dergelijke informatieopbouw tot verwarring en misinterpretatie kan leiden, en dat dit des temeer zou kunnen gelden voor iemand met een visuele beperking. De stelling van de heffingsambtenaar dat belanghebbende een extra inspanning moet vragen van zijn chauffeur is in dit verband onvoldoende. Het geldende beleid moet voor een parkeerder voldoende duidelijk zijn, in het bijzonder als dat kort voorafgaand aan de parkeeractie gewijzigd is.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar en de daarin genomen beslissing;
- beslist dat de naheffingsaanslag moet worden vernietigd;
- draagt de heffingsambtenaar op om aan belanghebbende het griffierecht van € 50 te vergoeden.