Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 februari 2023 met producties 1 tot en met 14,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 8,
- de mondelinge behandeling van 14 februari 2023,
- de pleitnota van [eisers] ,
- het proces-verbaal van de zitting van 14 februari 2023,
- de e-mailberichten van mr. Veldhof en van mr. Van der Heijden van 24 februari 2023 waarin wordt verzocht om vonnis te wijzen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
alle essenbomen die binnen twee meter vanaf de erfgrens tussen de percelen [gedaagden] en [eisers] , (het perceel kadastraal bekend als Wissenkerke, sectie V, nummer 187 en het perceel kadastraal bekend als [kadastrale aanduidingen] ) staan, te verwijderen en verwijderd te houden binnen twee maanden na betekening van dit vonnis, één en ander op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel dat door [eisers] hieraan niet tijdig is voldaan tot een maximum van € 15.000,00 is bereikt en verleent aan [gedaagden] . de machtiging om zelf voor verwijdering van voornoemde essenbomen te laten zorgdragen indien [eisers] na het vollopen van de dwangsommen niet tot verwijdering zijn overgegaan, waarbij [gedaagden] . hiervoor zo nodig gebruik mogen maken van de percelen van [eisers] met veroordeling van [eisers] tot voldoening van de kosten voor verwijdering”, onder de voorwaarde dat [eisers] binnen 14 dagen na dit vonnis hoger beroep instellen, totdat op het door [eisers] ingestelde hoger beroep tegen het vonnis is beslist, dan wel dat [eisers] niet binnen de hiervoor genoemde termijn hoger beroep hebben ingesteld of het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan;