ECLI:NL:RBZWB:2023:321

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 januari 2023
Publicatiedatum
20 januari 2023
Zaaknummer
10260580_E17012023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Thielen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Goedkeuring van afwijkende bedingen in huurovereenkomst tussen Outlet Rosada B.V. en Sissy-Boy B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2023 een beschikking gegeven op een verzoek van Outlet Rosada B.V. (verhuurder) en Sissy-Boy B.V. (huurder) om goedkeuring van afwijkende bedingen in hun huurovereenkomst. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 28 december 2022 is ingediend. Partijen hebben afgezien van een mondelinge behandeling.

De huurovereenkomst betreft een tijdelijke huur van een unit in het McArthurGlen Designer Outlet Centre Roosendaal. Eerder, op 25 november 2021, hebben partijen toestemming gekregen om af te wijken van de wettelijke duur- en beëindigingsregeling. Nu verzoeken zij opnieuw goedkeuring voor een verlenging van de huurovereenkomst met betrekking tot deze unit. De huurovereenkomst is oorspronkelijk gesloten voor 18 maanden en is verlengd met een allonge voor 12 maanden, die eindigt op 16 januari 2023. De partijen hebben nu een tweede allonge overeengekomen, die de huurovereenkomst verlengt tot 16 juli 2023.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de maatschappelijke positie van de huurder, Sissy-Boy B.V., zodanig is dat deze geen bescherming behoeft onder de wettelijke bepalingen voor huurders van bedrijfsruimten. Dit is gebaseerd op het feit dat Sissy-Boy B.V. deel uitmaakt van een groter concern en als ervaren speler op de retailmarkt wordt beschouwd. Hierdoor kon de kantonrechter de goedkeuring van de afwijkende bedingen verlenen zonder dat de rechten van de huurder wezenlijk werden aangetast.

De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door mr. M. Thielen, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 januari 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 10260580 OV VERZ 22-7331
beschikking d.d. 17 januari 2023 op een verzoek ingevolge art. 7:291 lid 3 BW
van
de besloten vennootschap
Outlet Rosada B.V.,
gevestigd te (6041 TD) Roermond, aan het adres Stadsweide 2,
hierna te noemen: verhuurder,
en
de besloten vennootschap
Sissy-Boy B.V.,
kantoorhoudende te (5026 RN) Tilburg, aan het adres Saal van Zwanenbergweg 10,
hierna te noemen: huurder,
gemachtigde namens beide partijen: mr. D.W. Arents, werkzaam bij Boels Zanders Advocaten te Venlo.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procedure blijkt uit het op 28 december 2022 ter griffie van deze rechtbank ontvangen verzoekschrift ex artikel 7:291 van het Burgerlijk Wetboek (BW) met bijlagen, waarvan de inhoud geldt als hier ingelast.
1.2
Partijen hebben afgezien van een mondelinge behandeling ter zitting.

2.De beoordeling

2.1
Tussen partijen is een tijdelijke huurovereenkomst gesloten met betrekking tot [unitnummer] , welke unit deel uitmaakt van het McArthurGlen Designer Outlet Centre Roosendaal. Bij beschikking van 25 november 2021 hebben partijen toestemming gekregen om te mogen afwijken van de wettelijke duur- en beëindigingsregeling met betrekking tot [unitnummer] . Partijen verzoeken wederom om goedkeuring van een verlenging van de thans bestaande huurovereenkomst met betrekking tot deze unit.
2.2
Partijen onderkennen dat voornoemde overeenkomst (mede) zou kunnen worden aangemerkt als een huurovereenkomst ex artikel 7:290 BW en zij hebben gezamenlijk gemotiveerd verzocht om goedkeuring van één of meer afwijkende bedingen in de zin van artikel 7:291 lid 2 BW van deze overeenkomst als vermeld in de artikelen 1.1, 1.2 en 2.1 van de allonge II op de huurovereenkomst.
2.3
Uit het verzoekschrift is gebleken dat de huurovereenkomst is gesloten voor een periode van 18 maanden, met als ingangsdatum 17 juli 2020 en lopende tot en met 16 januari 2022. Vervolgens zijn partijen een allonge overeengekomen voor de duur van 12 maanden, met als einddatum 16 januari 2023. Partijen hebben wederom een overeenstemming bereikt over een verlenging van de huurovereenkomst met betrekking tot unit 30 tegen dezelfde voorwaarden middels een tweede allonge. De huurovereenkomst, inclusief deze allonge, eindigt van rechtswege per 16 juli 2023 zonder dat enige voorafgaande opzegging is vereist. Huurder heeft derhalve niet het recht de huurovereenkomst na het verstrijken van voornoemde periode voort te zetten.
2.4
Op grond van het in artikel 7:291 lid 3 BW bepaalde kan ieder der partijen goedkeuring verzoeken van bedingen waarbij ten nadele van de huurder wordt afgeweken van de wettelijke voorschriften betreffende huur van bedrijfsruimte. Ingevolge die bepaling wordt die goedkeuring alleen verleend, indien het beding de rechten van de huurder niet wezenlijk aantast of diens maatschappelijke positie in vergelijking met die van de verhuurder zodanig is, dat hij de bescherming die deze wettelijke bepalingen bieden, in redelijkheid niet behoeft.
2.5
De kantonrechter acht het, op grond van hetgeen partijen in het verzoekschrift naar voren hebben gebracht, aannemelijk dat de maatschappelijke positie van huurder in vergelijking met die van verhuurder, zodanig is dat huurder de wettelijke bescherming van huurders van bedrijfsruimten niet behoeft. Huurder maakt deel uit van het Sissy-Boy-concern en kan als ervaren speler op de retail markt worden beschouwd.
2.6
Het vorenstaande betekent dat buiten beschouwing kan blijven of de bedingen waarvan partijen goedkeuring vragen de rechten van huurder wezenlijk aantasten. Gelet op het voorgaande, keurt de kantonrechter voornoemde bedingen goed.
2.7
De kosten van deze procedure zullen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
verleent op grond van artikel 7:291 lid 3 BW de verzochte goedkeuring aan de afwijkende bedingen als vermeld in de artikelen 1.1, 1.2 en 2.1 van de tussen partijen gesloten allonge II op de huurovereenkomst;
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. Thielen, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 januari 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.