ECLI:NL:RBZWB:2023:3210

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 februari 2023
Publicatiedatum
11 mei 2023
Zaaknummer
10270988 VV EXPL 23-2 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Mr. Van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstrekking van sleutels en toegang tot gehuurde kamer in kort geding

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap [bewindvoerder] Bewindvoeringen B.V. als eiseres en [gedaagde] als gedaagde. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. C.G.A. Mattheussens, vorderde dat de gedaagde binnen 24 uur na betekening van het vonnis twee sleutels van het gehuurde zou afgeven, alsook een verbod op handelingen die de toegang tot het gehuurde zouden belemmeren. De gedaagde was niet verschenen op de zitting, waardoor verstek werd verleend.

De feiten van de zaak tonen aan dat [eiseres] sinds 1 januari 2019 een kamer huurt van [gedaagde]. Na een eerdere beschikking van de kantonrechter op 15 september 2020, waarbij [eiseres] onder bewind werd gesteld, ontstonden er problemen met de toegang tot het gehuurde. De gedaagde had de sleutels van het gehuurde afgenomen en weigerde deze terug te geven, ondanks eerdere vonnissen en aanmaningen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde tekortgeschoten was in zijn verplichtingen en dat er een spoedeisend belang was voor de eiseres om toegang te krijgen tot het gehuurde.

De kantonrechter heeft de vorderingen van de eiseres toegewezen, met inachtneming van een dwangsom van € 500,00 per dag voor het niet voldoen aan de veroordelingen, tot een maximum van € 12.500,00. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die tot op heden zijn begroot op € 785,31. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de gedaagde werd in het ongelijk gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 10270988 VV EXPL 23-2
vonnis in kort geding d.d. 3 februari 2023
inzake
de besloten vennootschap [bewindvoerder] Bewindvoeringen B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. C.G.A. Mattheussens,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.
Eiseres wordt hierna de bewindvoerder, althans [eiseres] genoemd. Gedaagde wordt hierna [gedaagde] genoemd.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 18 januari 2023 met producties.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 2 februari 2023. [gedaagde] is niet ter zitting verschenen. Bij dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen, zodat tegen [gedaagde] verstek wordt verleend. Ter zitting was aanwezig mr. C.G.A. Mattheussens voornoemd. Van het verhandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De mondelinge behandeling is gesloten en er is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Met ingang van 1 januari 2019 huurt [eiseres] van [gedaagde] een kamer gelegen in het pand aan de [adres] te Roosendaal (hierna: het gehuurde).
2.2
Bij beschikking van 15 september 2020 van de kantonrechter te Bergen op Zoom is [eiseres] onder bewind gesteld met aanstelling van [bewindvoerder] Bewindvoeringen B.V. tot bewindvoerder.
2.3
Bij e-mail van 7 juni 2022 is [gedaagde] namens de bewindvoerder gesommeerd om de sleutels van het gehuurde aan [eiseres] te verstrekken, omdat [eiseres] wegens vervanging van het slot door [gedaagde] geen toegang meer had tot het gehuurde. Nadat de bewindvoerder [gedaagde] in een kort geding heeft betrokken, heeft [gedaagde] alsnog de sleutels van het nieuwe slot verstrekt waarna het kort geding is ingetrokken.
2.4
Op 12 september 2022 heeft [gedaagde] de sleutels van het gehuurde van [eiseres] afgenomen en kon [eiseres] het gehuurde niet meer betreden. [gedaagde] heeft de sleutel, ondanks herhaalde sommatie, niet aan [eiseres] verstrekt. De bewindvoerder is daarop een kort geding gestart.
2.5
Bij vonnis van de kantonrechter van 8 november 2022 is [gedaagde] op straffe van een dwangsom veroordeeld om binnen 24 uur na betekening van het vonnis tot afgifte aan de bewindvoerder van twee sleutels van het slot van de deur die toegang geeft tot het gehuurde. Tevens is [gedaagde] op straffe van een dwangsom verboden om handelingen te verrichten jegens [eiseres] of de bewindvoerder die tot gevolg hebben dat zij geen toegang hebben tot het gehuurde. Dit vonnis is op 14 november 2021 aan [gedaagde] betekend.
2.6
Bij e-mail van 17 november 2022 heeft [gedaagde] aan de advocaat van de bewindvoerder gemeld dat het gehuurde onbewoonbaar is en dat het gehuurde wordt behandeld om overlast van ongedierte te bestrijden en alle onveilige factoren aan te pakken om de [eiseres] huurgenot te kunnen verschaffen.
2.7
Bij e-mail van 10 december 2022 is aan [gedaagde] verzocht uiterlijk 12 december 2022 te laten weten wanneer het gehuurde ter beschikking van [eiseres] komt. Ook is verzocht de verbeurde dwangsommen en de proceskosten uiterlijk 13 december 2022 te betalen. [gedaagde] heeft bij e-mail van 15 december 2022 aangegeven zijn uiterste best te doen.
2.8
Op 3 januari 2023 is namens de bewindvoerder per e-mail aan [gedaagde] gemeld dat hij in kort geding wordt betrokken wegens het in weerwil van het vonnis van 8 november 2022 geen toegang verschaffen tot het gehuurde aan [eiseres] .

3.Het geschil en de beoordeling

3.1
De bewindvoerder vordert -samengevat- bij wege van voorlopige voorziening, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] :
I. te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van het vonnis aan de bewindvoerder twee sleutels af te geven van het (door [gedaagde] ) vervangen slot van de deur welke toegang geeft tot het gehuurde op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat niet aan de veroordeling wordt voldaan tot een maximum van
€ 25.000,00;
II. te verbieden om handelingen te verrichten jegens de bewindvoerder dan wel [eiseres] welke tot gevolg hebben dat de bewindvoerder dan wel [eiseres] geen toegang heeft tot het gehuurde op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere maal dat gedaagde daarmee in strijd handelt;
III. te veroordelen in de proceskosten.
3.2
De bewindvoerder legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] tekortgeschoten is in zijn verplichting het gehuurde ter beschikking te stellen en te laten aan [eiseres] . Zij voert aan dat [gedaagde] middels het vernieuwen van het slot van de deur die toegang geeft tot het gehuurde en het niet afgeven van de sleutels van het nieuwe slot aan de bewindvoerder of [eiseres] aan hen de toegang tot het gehuurde heeft ontzegd. Ondanks het vonnis van 8 november 2022 en herhaalde aanmaning is [gedaagde] zijn verplichting niet nagekomen. De bij vonnis van 8 november 2022 toegewezen dwangsommen zijn verbeurd, zodat de bewindvoerder ook recht en belang heeft bij haar vordering.
3.3
De kantonrechter overweegt als volgt. In deze procedure dient te worden beoordeeld of de bewindvoerder een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening en of aannemelijk is dat de vordering van de bewindvoerder in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het -mede gelet op de belangen van partijen over en weer- gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd.
3.4
De spoedeisendheid van de zaak vloeit uit het door de bewindvoerder gestelde voort en is in voldoende mate gebleken. Immers heeft [eiseres] geen toegang tot het gehuurde.
3.5
Nu de verplichting om het gehuurde ter beschikking te stellen aan de huurder voortvloeit uit artikel 7:203 BW en de huurovereenkomst, [gedaagde] geen verweer heeft gevoerd en de vorderingen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen, is toewijzing in de bodemprocedure dusdanig aannemelijk dat hierop in kort geding wordt vooruitgelopen. De kantonrechter zal de vorderingen toewijzen met inachtneming van het volgende. Gelet op de gedeeltelijke samenloop van de vorderingen onder I. en II. zal de dwangsom worden toegewezen op de wijze zoals in het dictum is bepaald. De gevorderde dwangsom wordt gesteld op € 500,00 per dag met een maximum van € 12.500,00.
3.6
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van de bewindvoerder tot op heden begroot op:
  • € 128,00 aan griffierecht,
  • € 529,00 wegens salaris voor de gemachtigde conform de Aanbeveling tarieven kort gedingen kantonzaken en handelszaken per 1 februari 2023,
  • € 128,31 aan explootkosten dagvaarding.

4.De beslissing in kort geding

De kantonrechter:
4.1
veroordeelt [gedaagde] binnen 24 uur na betekening van het vonnis aan de bewindvoerder twee sleutels af te geven van het vervangen slot van de deur welke toegang geeft tot de kamer welke zich bevindt in het pand gelegen aan de [adres] te Roosendaal;
4.2
verbiedt [gedaagde] handelingen te verrichten jegens de bewindvoerder of [eiseres] welke tot gevolg hebben dat de bewindvoerder of [eiseres] geen toegang heeft tot het gehuurde;
4.3
veroordeelt [gedaagde] om aan de bewindvoerder een dwangsom te betalen van
€ 500,00 per dag dat niet aan de veroordeling onder 4.1 of 4.2 door [gedaagde] wordt voldaan tot een maximum van € 12.500,00 is bereikt;
4.4
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van de bewindvoerder tot op heden begroot op € 785,31;
4.5
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.6
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Boom, en in het openbaar uitgesproken op 3 februari 2023.