ECLI:NL:RBZWB:2023:3213

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
11 mei 2023
Zaaknummer
9794502 CV EXPL 22-1082 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over eigendom van goederen van een Legomuseum na overlijden eigenaar

In deze zaak gaat het om een geschil over het eigendom van diverse goederen die zich bevinden in de nalatenschap van een overleden eigenaar van een Legomuseum. Eiseres, die stelt dat een deel van de goederen haar eigendom is, heeft een vordering ingesteld tegen de wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige erfgenamen van de erflater. De kantonrechter heeft op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in deze bodemzaak. Eiseres vordert onder andere de afgifte van de goederen en schadevergoeding. De gedaagde, in haar hoedanigheid als vertegenwoordiger van de erfgenamen, voert verweer en concludeert tot (gedeeltelijke) afwijzing van de vordering. De kantonrechter heeft de vorderingen van eiseres deels toegewezen, waarbij hij heeft overwogen dat eiseres voldoende bewijs heeft geleverd voor de eigendom van bepaalde goederen, terwijl andere vorderingen zijn afgewezen. De rechter heeft ook de proceskosten gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijsvoering in geschillen over eigendom.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 9794502 CV EXPL 22-1082
vonnis d.d. 25 januari 2023
inzake
[eiseres in conventie],
wonende te [woonadres 1] ,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. S. Vermeulen, advocaat te Culemborg,
tegen
[vertegenwoordigster erfgenamen], in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigster van de minderjarige erfgenamen van
[erflater](verder te noemen: erflater), zijnde
[gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3],
wonende te [woonadres 2] ,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
procederende in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [eiseres in conventie] ” en “ [vertegenwoordigster erfgenamen] ”.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het tussenvonnis in deze zaak van 8 juni 2022;
b. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 4 oktober 2022;
c. de akte van [vertegenwoordigster erfgenamen] van 15 oktober 2022 inhoudende een wijziging van eis;
d. het e-mailbericht van [eiseres in conventie] van 9 november 2022, mede inhoudende een wijziging van eis, met bijlagen.
1.2
Beide partijen hebben bij hun laatste stukken hun eis gewijzigd. Hierop hebben zij over en weer niet meer kunnen reageren. De kantonrechter ziet geen aanleiding partijen alsnog in de gelegenheid te stellen dit te doen. De reden hiervoor zal onder de beoordeling nader worden gemotiveerd.

2.Het geschil

In conventie:
2.1
[eiseres in conventie] vordert, na wijziging van eis, om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- [vertegenwoordigster erfgenamen] te veroordelen tot afgifte, binnen twee weken na dagtekening van dit vonnis, van de goederen, zoals hierna onder 3.3 weergegeven, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag als niet aan deze veroordeling is voldaan binnen de genoemde termijn met een maximum van € 50.000,00;
- bij het voorgaande te bepalen dat de in de aantekeningen van de mondelinge behandeling genoemde personen in de gelegenheid worden gesteld de goederen op te halen en het ophalen plaatsvindt in samenspraak met de nieuwe koper, waarbij [vertegenwoordigster erfgenamen] en de genoemde personen volledige toegang krijgen tot de plaats waar de goederen zich bevinden;
- [vertegenwoordigster erfgenamen] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.000,00 aan (im)materiële schadevergoeding wegens niet genoten werk en hobby voor 12 maanden en buitengerechtelijke kosten;
- [vertegenwoordigster erfgenamen] te veroordelen in de proceskosten.
2.2
[vertegenwoordigster erfgenamen] voert verweer en concludeert tot (gedeeltelijke) afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiseres in conventie] in de proceskosten.
In reconventie:
2.3
[eiseres in reconventie] vordert, na wijziging van eis, om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- voor recht te verklaren dat de hierna onder 3.3 opgenomen goederen in de nalatenschap vallen;
- [verweerster in reconventie] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 4.650,00 ter vergoeding van het aandeel van erflater in de ‘4 seizoenen’ display en een bedrag van € 1.150,00 aan gemiste inkomsten van [eiseres in reconventie] ;
- [verweerster in reconventie] te veroordelen in de proceskosten.
2.4
[verweerster in reconventie] voert verweer.

3.De beoordeling

In conventie en reconventie:
3.1
Tussen partijen staat het volgende vast:
- op 15 december 2020 is erflater overleden. In de nalatenschap bevindt zich onder andere het Legomuseum ‘mini Billund’, staande en gelegen te ( [adres] ) [plaats] aan het [adres] (verder: het museum);
- in het museum stonden naast de Legocollectie van erflater ook Legocollecties van derden tentoongesteld;
- [vertegenwoordigster erfgenamen] is wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige erfgenamen en is belast met de vereffening en verdeling van de nalatenschap van erflater.
3.2
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en reconventie zal de kantonrechter deze gezamenlijk behandelen. Alvorens in te gaan op de standpunten van partijen overweegt de kantonrechter dat hem wordt gevraagd een juridisch oordeel te geven over het eigendom van de hierna te noemen goederen. Hoewel de kantonrechter begrip heeft voor de emotionele achtergrond in deze zaak en kennis heeft genomen van de stellingen van partijen met betrekking tot hun overige geschillen, zal hij zich hierna beperken tot enkel de standpunten die van belang zijn voor het juridische oordeel in deze zaak.
3.3
[eiseres in conventie] stelt dat zij eigenaresse is van diverse goederen die zich thans ten onrechte in de gemeenschap bevinden van de nalatenschap van erflater. Deze bevonden zich ten tijde van het overlijden van erflater in het door hem geëxploiteerde museum. Het gaat om de volgende goederen:
a. de ‘4-seizoenen’display met de bijbehorende kratten, houten platen en apparatuur van die display, (voorheen) aanwezig in de expositieruimte van het museum;
b. de opgeslagen lege kratten, (voorheen) aanwezig in de brandgang bij de Skybox van het museum;
c. vier (vitrine)kasten zonder inhoud en twee zwarte bakken, (voorheen) aanwezig in de Skybox van het museum;
d. een ladekast met twee lades en vier doorzichtige ladekastjes met figuren, (voorheen) aanwezig in het kantoor van het museum;
e. vier Legohuisjes en de bijbehorende kleine Legoblokjes van de display ‘Panorama’, (voorheen) aanwezig op de locatie Panorama in het museum.
Ter onderbouwing van haar stellingen heeft zij diverse aankoopbewijzen, foto’s en getuigenverklaringen overgelegd. [vertegenwoordigster erfgenamen] dient deze als beheerder van de nalatenschap af te geven aan [eiseres in conventie] . Nu zij dit niet doet, is zij kosten en schadevergoeding verschuldigd geworden, aldus [eiseres in conventie] .
3.4
[vertegenwoordigster erfgenamen] voert aan dat haar niet anders bekend is dan dat de genoemde goederen behoren tot de nalatenschap. [eiseres in conventie] heeft, ondanks de diverse verzoeken daartoe van [vertegenwoordigster erfgenamen] , niet aangetoond dat de genoemde goederen haar eigendom zijn en dat deze middels een bruikleenovereenkomst aan het museum waren uitgeleend. Gelet op de hoeveelheid aanwezige goederen in het museum en het feit dat de oorsprong van deze goederen niet duidelijk geadministreerd is, is het voor [vertegenwoordigster erfgenamen] niet na te gaan of de genoemde goederen eigendom van [eiseres in conventie] zijn. [vertegenwoordigster erfgenamen] is ermee akkoord dat de hiervoor genoemde kasten, de zwarte kratten, de grijze kratten, de ladekast en de lades met figuren af te geven aan [eiseres in conventie] , nu deze geen emotionele of financiële waarde hebben. Voor de vier huisjes ontbreekt ieder bewijs van eigendom van [eiseres in conventie] , zodat deze aan de nalatenschap toebehoren. De ‘4 seizoenen’ display is ook eigendom van het museum, zodat deze aan de nalatenschap toebehoort. Voor zover deze niet geheel aan de nalatenschap toebehoort, volgt uit de stukken op zijn minst dat deze deels door erflater is aangevuld en dat hij de constructie onder de display heeft gemaakt. Het voorgaande volgt zelfs uit de stellingen van [eiseres in conventie] . Bij de constructie hoort ook (een groot deel van) de elektronica. Dit is ook logisch, nu de display duurzaam aan het gebouw is bevestigd en de gebruikte materialen overeenkomen met de andere displays van het museum. Aan de door [eiseres in conventie] in het geding gebrachte verklaringen dient voorbij te worden gegaan, nu deze niet objectief zijn. Deze zijn van familieleden en vrienden van [eiseres in conventie] en een oud-werknemer van het museum die zijn baan is verloren. Bovendien volgt uit die verklaringen niet dat er sprake was van een bruikleenovereenkomst, zodat mogelijk sprake kan zijn van overname van de Lego door erflater. [vertegenwoordigster erfgenamen] vraagt de vordering tot afgifte van de goederen dan ook deels af te wijzen en voor recht te verklaren dat de genoemde goederen in de nalatenschap vallen, althans een vergoeding toe te wijzen ter hoogte van het aandeel dat erflater in de display heeft gehad. Voorts is het [eiseres in conventie] die niet voortvarend heeft gehandeld en steeds niet aan het verzoek van [vertegenwoordigster erfgenamen] heeft voldaan om bewijzen te overleggen. De proceskosten zijn dan ook nodeloos gemaakt en daarnaast heeft [vertegenwoordigster erfgenamen] schade geleden aan gemiste inkomsten door zich bezig te moeten houden met het verweer in deze zaak.
3.5
De kantonrechter overweegt dat op grond van artikel 5:2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) als uitgangspunt heeft te gelden dat een eigenaar van een zaak bevoegd is die zaak op te eisen van ieder die de zaak zonder recht houdt. Voorts volgt uit artikel 3:109 BW dat degene die een goed houdt, wordt vermoed dit goed voor zichzelf te houden en wordt op grond van artikel 3:119 lid 1 BW vermoed dat de bezitter van een goed rechthebbende van het goed is. Tussen partijen staat vast dat de gevorderde goederen zich thans in de nalatenschap van erflater bevinden, zodat wordt vermoed dat deze toebehoren aan de nalatenschap. Het is dan ook aan [eiseres in conventie] om voldoende te stellen en te onderbouwen om dit bewijsvermoeden te weerleggen.
a. de ‘4-seizoenen’display en de onderliggende constructie:
3.6
Uit productie 1 bij dagvaarding volgt dat deze display bestaat uit de volgende sets:
1. Wind Turbine Transport; 21. City Corner;
2. Fire Brigade; 22. Eigen creatie;
3. Green Grocer; 23. Town Plan;
4. Eigen creatie; 24. Fairground Mixer;
5. Market Street; 25. Eigen creatie;
6. Friends City Park Café; 26. Old Fishing Store;
7. Brick Bank; 27. Café Corner;
8. Ferris Wheel; 28. The Old Bookstore;
9. Corner Garage; 29. Public Transport;
10. Parisian Restaurant; 30. House;
11. Detective’s Office; 31. Changing Seasons;
12. Eigen creatie; 32. Log Cabin;
13. Haunted House; 33. Vestas Windturbine;
14. Pet Shop; 34. Santa’s Workshop;
15. Eigen creatie; 35. Gingerbread House;
16. Grand Emporium; 36. Winter Toyshop;
17. Apple Tree House; 37. Winter Village Postoffice;
18. Family Home; 38. Winter Village Bakery;
19. Lego Friends Summer Riding Camp; 39. Winter Village Station.
20. Bank and Money transfer;
3.7
Uit de overgelegde foto’s bij productie 1 volgt dat voornoemde sets aanwezig zijn op de display, zoals deze in het museum tentoongesteld is. Voorts heeft [eiseres in conventie] foto’s overgelegd van in haar ogen dezelfde display op haar locatie te IJsselstein. Onweersproken is dat die foto’s van de display op de locatie IJsselstein zijn. Uit die foto’s volgt dat de sets onder 1 t/m 8, 10 t/m 21, 23, 24, 27, 29, 30, 32, 36 t/m 39 ook op de display in IJsselstein stonden. Aanvullend op de foto’s volgt uit de overgelegde aankoopbewijzen dat [eiseres in conventie] de sets 26 en 28 heeft aangekocht.
3.8
Naast de voornoemde stukken heeft [eiseres in conventie] diverse verklaringen overgelegd. Dit zijn deels algemene verklaringen, waarin een standaardtekst is ondertekend, zonder nadere toelichting. Ook zijn van dezelfde personen gedetailleerde verklaringen overgelegd die specifiek zien op deze display. Kort gezegd volgt uit de laatstgenoemde verklaringen dat de gehele display de eigendom van [eiseres in conventie] is.
3.9
Met deze verklaringen heeft [eiseres in conventie] , naar het oordeel van de kantonrechter, voldoende aangevoerd om aan te tonen dat deze display haar eigendom is. Het feit dat de verklaringen zijn opgesteld door vrienden en familie van [eiseres in conventie] en een oud-werknemer van het museum doet daar niet aan af, nu deze verklaringen verder worden onderbouwd met de andere door [eiseres in conventie] overgelegde stukken en er in de verklaringen aanvullingen zijn gedaan aan de gestandaardiseerde tekst over deze specifieke display. [vertegenwoordigster erfgenamen] heeft daarentegen geen enkel bewijs overgelegd van het tegendeel, zodat zij onvoldoende heeft weersproken dat deze display de eigendom is van [eiseres in conventie] .
3.1
Voorts overweegt de kantonrechter dat niet van belang is dat niet is gebleken van een schriftelijke bruikleenovereenkomst. Het sluiten van een bruikleenovereenkomst is immers vormvrij, zodat het voldoende is dat [eiseres in conventie] en erflater deze mondeling hebben gesloten. Dat hiervan sprake is, wordt bevestigd in de verklaringen van de heer [naam 1] en de heer [naam 2] . Daarbij is niet gebleken dat erflater deze sets op enig moment heeft overgenomen, zodat voldoende is onderbouwd dat deze aan [eiseres in conventie] toekomen. Afgifte van de display is toewijsbaar.
3.11
Met betrekking tot de constructie onder de display overweegt de kantonrechter dat uit productie 2 volgt welke materialen er benodigd zijn om de display te vervoeren. Niet is betwist dat de bijgevoegde foto’s voor het transport naar het museum zijn gemaakt, zodat voldoende is onderbouwd dat deze materialen van [eiseres in conventie] zijn. Dit geldt echter niet voor de materialen waar de display op is tentoongesteld. Immers, [vertegenwoordigster erfgenamen] heeft gemotiveerd onderbouwd dat de gebruikte materialen gelijk zijn aan de overige materialen in het museum. Daarbij volgt uit de door [eiseres in conventie] als productie 1 overgelegde krantenartikelen niet dat de constructie eerder ook al toebehoorde aan de display. De kantonrechter acht dan ook enkel de afgifte van het materiaal voor het vervoer van de display toewijsbaar.
3.12
Uit de overgelegde verklaringen van de zijde van [eiseres in conventie] volgt voorts enkel dat ‘de bijbehorende elektronica’ onderdeel is van de display. Uit de overgelegde foto’s volgt dat er een deel van de elektronica is, zoals motortjes en lichtjes, (al dan niet van Lego) die aan de display vastzit. Daarnaast is er een deel van de elektronica die aan de constructie vastzit, zoals de knoppen en de circuitborden. [vertegenwoordigster erfgenamen] heeft met betrekking tot de laatstgenoemde elektronica ook gemotiveerd onderbouwd dat deze gelijk is aan de elektronica die in het museum is gebruikt. Onvoldoende is onderbouwd dat deze laatstgenoemde elektronica behoort bij het eigendom van [eiseres in conventie] . De kantonrechter acht dan ook enkel de afgifte van de elektronica die aan de display vastzit toewijsbaar.
3.13
Gelet op de laatste eiswijziging van [vertegenwoordigster erfgenamen] zijn partijen het er inmiddels over eens dat het niet voor de hand ligt de display en de constructie uit elkaar te halen. [vertegenwoordigster erfgenamen] geeft immers bij haar laatste eiswijziging aan dat zij er geen bezwaar tegen heeft als de display inclusief constructie aan [eiseres in conventie] toe wordt bedeeld als aan de nalatenschap een vergoeding wordt verstrekt voor het aandeel dat erflater in de display had. De kantonrechter overweegt dat dit een uitkomst is die enkel tussen partijen kan worden overeengekomen. De kantonrechter is niet bevoegd een dergelijke beslissing te nemen, nu hij in dit vonnis enkel kan oordelen over de eigendom van de verschillende onderdelen van de display.
3.14
Het voorgaande leidt er dan ook toe dat het hiervoor genoemde deel van de goederen wordt toegewezen aan [eiseres in conventie] en dat de vordering tot vergoeding van het aandeel van erflater in de display niet toewijsbaar is. Het voorgaande neemt echter niet weg dat partijen na dit vonnis alsnog een afspraak kunnen maken, zoals omschreven onder 3.13.
b., c. en d. de opgeslagen lege kratten, de vier (vitrine)kasten zonder inhoud en twee zwarte bakken, de ladekast met twee lades en vier doorzichtige ladekastjes met figuren:
3.15
[vertegenwoordigster erfgenamen] heeft ingestemd dat deze goederen aan [eiseres in conventie] worden afgegeven, zodat de kantonrechter de vordering tot afgifte zal toewijzen.
e. de vier Lego huisjes en de bijbehorende kleine Legoblokjes:
3.16
Als productie 7 heeft [eiseres in conventie] foto’s overgelegd van vier Lego huisjes. Niet is weersproken dat die vier huisjes op de display ‘Panorama’ staan in het museum. Vervolgens heeft zij twee afbeeldingen van haar Facebook overgelegd, waarin in ieder geval twee van die huisjes staan afgebeeld. Het feit dat zij deze op haar Facebook heeft gezet, hoeft, naar het oordeel van de kantonrechter, niet te betekenen dat deze haar eigendom zijn, nu zij de huisjes ook met andermans stenen heeft kunnen bouwen en de foto enkel op Facebook heeft gezet om haar design te promoten. In de verklaringen wordt voorts aangegeven dat deze het eigendom betreffen van [eiseres in conventie] , maar dit is enkel verklaard in gestandaardiseerde tekst zonder nadere uitleg. [vertegenwoordigster erfgenamen] heeft een foto overgelegd, waaruit volgt dat de huisjes al sinds 2018 in het museum staan. Onvoldoende is naar het oordeel van de kantonrechter onderbouwd door [eiseres in conventie] dat de huisjes haar eigendom zijn om het bewijsvermoeden te weerleggen. Dit deel van de vordering wordt afgewezen.
De overige vorderingen:
3.17
De kantonrechter zal de afgiftetermijn op twee weken na betekening van dit vonnis stellen, zijnde een reële termijn voor afgifte. De dwangsom zal worden gesteld op € 100,00 per dag met een maximum van € 7.500,00, nu de dwangsom in verhouding moet staan met de waarde van de af te geven goederen.
3.18
Voor de executie van een vonnis en de afgifte van goederen uit hoofde van een vonnis zijn wettelijke bepalingen opgenomen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De kantonrechter kan van die regels niet afwijken, zodat de kantonrechter de vordering van [eiseres in conventie] met betrekking tot de toe te laten personen bij de afgifte van de goederen en de vrije toegang tot de bedrijfsruimte niet kan toewijzen. Daarvoor is geen grondslag in de wet opgenomen.
3.19
Gelet op hetgeen is overwogen over de goederen, is de gevorderde verklaring voor recht aan de zijde van [vertegenwoordigster erfgenamen] met betrekking tot de constructie, de bijbehorende elektronica en de vier huisjes toewijsbaar.
3.2
[eiseres in conventie] vordert vervolgens nog een bedrag van € 1.000,00 aan (im)materiële schadevergoeding wegens niet genoten werk en hobby voor 12 maanden en buitengerechtelijke kosten.
3.21
Uit de stukken vloeit voort dat er voldoende werkzaamheden zijn verricht om een vergoeding van de buitengerechtelijke kosten toe te wijzen. De kantonrechter acht een bedrag van € 500,00 (inclusief btw) aan buitengerechtelijke kosten redelijk.
3.22
Voor het overige is het gevorderde bedrag aan schadevergoeding, naar het oordeel van de kantonrechter, onvoldoende onderbouwd. In artikel 6:106 lid 1 BW, aanhef en onder b, is opgenomen dat een benadeelde voor geleden immateriële schade recht heeft op schadevergoeding, indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Volgens vaste jurisprudentie omvat het "op een andere wijze in persoon aangetast" louter psychisch letsel van voldoende ernstig karakter. Bij psychisch letsel valt te denken aan vaak blijvende of althans langdurige aantasting van het geestelijk vermogen, dan wel een korter durende, doch intense aantasting daarvan. Dit is niet gesteld en daarvan is ook niet gebleken. Dit onderdeel van de vordering wordt afgewezen.
3.23
[vertegenwoordigster erfgenamen] vordert ook een bedrag aan schadevergoeding. Dit zijn, gelet op de onderbouwing van de vordering, feitelijk proceskosten. Afgezien van het feit dat [vertegenwoordigster erfgenamen] enkel een uurtarief heeft genoemd en een deel van de uren die zij aan deze zaak heeft besteed, waarmee onvoldoende is onderbouwd dat [vertegenwoordigster erfgenamen] daadwerkelijk het gevorderde bedrag aan inkomen heeft misgelopen, is zij deels in het ongelijk gesteld. Ook is [eiseres in conventie] voor een groot deel in het ongelijk gesteld. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat er aanleiding is de proceskosten te compenseren, zodat beide partijen hun eigen kosten dienen te dragen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
In conventie:
veroordeelt [vertegenwoordigster erfgenamen] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis af te geven:
  • de ‘4 seizoenen’display, bestaande uit de sets die zijn opgesomd in productie 1 bij dagvaarding en de daaraan vastzittende elektronica;
  • de materialen om de voornoemde display te vervoeren zoals weergegeven op de foto’s in productie 2 bij dagvaarding (6x houten zijkanten en bijbehorende schroeven);
  • de kratten, kastenwand, ladekast met twee lades, zwarte bakken en de vier doorzichtige ladekasten met figuurtjes, zoals weergegeven op de foto’s van producties 3 t/m 6 bij dagvaarding;
op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag als niet aan de voornoemde veroordeling is voldaan in de voornoemde termijn met een maximum van € 7.500,00;
veroordeelt [vertegenwoordigster erfgenamen] tot betaling van een bedrag van € 500,00 (inclusief btw) aan buitengerechtelijke kosten;
In reconventie:
verklaart voor recht dat de constructie onder de ‘4 seizoenen’ display met de bijbehorende elektronica en de vier Legohuisjes “Pizza”, “Hair”, “Taco Tuesday” en “The Coffee Chain” met bijbehorende legoblokjes tot de nalatenschap van erflater behoren;
In conventie en in reconventie:
compenseert de proceskosten, in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2023.