ECLI:NL:RBZWB:2023:3220
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Dijkman
- Rechtspraak.nl
Geschil tussen onderaannemer en hoofdaannemer over betaling van facturen en afgeleverde werk met erkenning van gebreken
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gaat het om een geschil tussen een onderaannemer en een hoofdaannemer over de betaling van facturen en de kwaliteit van het geleverde werk. De zaak is ontstaan uit een vordering van de eiser, een onderaannemer, die betaling eist voor geleverde diensten. De gedaagde, de hoofdaannemer, heeft echter een deel van de geleverde werkzaamheden als gebrekkig bestempeld en heeft de betaling opgeschort in afwachting van herstelwerkzaamheden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 januari 2023 heeft de eiser erkend dat hij een deur onterecht heeft beschadigd en dat hij dit niet heeft hersteld. Hij stelde dat er een afspraak was gemaakt om een extra factuur te sturen ter compensatie, maar de gedaagde betwistte deze afspraak en voerde aan dat de schade verrekend zou worden met toekomstige werkzaamheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiser niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan en dat de gedaagde terecht de betaling heeft opgeschort.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde een bedrag van € 826,95 kan verrekenen met de hoofdsom van € 1.000,00, waardoor er een bedrag van € 173,05 resteert dat toewijsbaar is. Daarnaast zijn er buitengerechtelijke kosten toegewezen, evenals wettelijke handelsrente. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, waarbij de eiser gedeeltelijk in het gelijk is gesteld, maar ook in de kosten is veroordeeld voor het te hoog ingediende bedrag. Het vonnis is uitgesproken op 15 februari 2023.