Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Breda
Zaaknummer: C/02/406509 / FA RK 23-772
beschikking betreffende zorgregeling, informatievoorziening en kinderalimentatie
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats 1] ,
hierna te noemen de vrouw,
en
[de man],
wonende te [woonplaats 2] ,
hierna te noemen de man,
beiden bijgestaan door mr. N.A. Boelhouwer in de hoedanigheid van gezinsadvocaat en mevrouw [orthopedagoog] in de hoedanigheid van orthopedagoog.
1. Het procesverloop
1.1. Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 15 februari 2023 ontvangen verzoekschrift met bijlagen van partijen;
- het F9-formulier van mr. Boelhouwer van 12 april 2023 met bijlagen.
1.2. De zaak is behandeld op de mondelinge behandeling van 26 april 2023. Bij die gelegenheid zijn verschenen partijen. Zij werden beiden bijgestaan door mr. Boelhouwer. Mevrouw [orthopedagoog] is niet op de mondelinge behandeling verschenen.
2.De feiten
Op grond van de stellingen en ingediende stukken staat tussen partijen het volgende vast:
- zij hebben een relatie met elkaar gehad;
- uit hun relatie zijn de volgende, nu nog minderjarige kinderen geboren:
1. [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats 1] , op
[geboortedag 1] 2017;
2. [minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedag 2] 2020;
- de man heeft de kinderen erkend. Partijen zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over de kinderen.
3. De beoordeling
3.1.
Partijen hebben zich in het kader van deze procedure laten bijstaan door
mr. Boelhouwer in haar hoedanigheid als gezinsadvocaat. Uit het verzoekschrift volgt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over een door de man te betalen bijdrage in de kosten van de kinderen. Het is partijen niet gelukt om afspraken te maken over de zorgregeling en het informeren van de man door de vrouw over de kinderen en andersom.
3.2.
Aan de rechtbank ligt het verzoek voor om een beslissing te nemen over:
- de reguliere zorgregeling;
- de regeling gedurende vakanties, feestdagen en overige bijzondere dagen;
- contactmomenten via beeldbellen;
- de informatievoorziening over de kinderen.
Ook is aan de rechtbank verzocht om te bepalen dat de man aan de vrouw voldoet een bijdrage in de kosten van de kinderen van € 125,= per maand per kind met ingang van de datum van deze beschikking.
Zorgregeling
3.3.
Nu de gewone verblijfplaats van de kinderen in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om te beslissen op het verzoek betreffende de zorgregeling. De rechtbank zal hierbij Nederlands recht toepassen.
3.4.
Op de mondelinge behandeling heeft de rechtbank met partijen langdurig en uitvoerig gesproken over de huidige situatie, de perikelen rondom de werkroosters van beide ouders en de (on)mogelijkheden voor het vaststellen van een vast omlijnde zorgregeling. Naar aanleiding daarvan zijn partijen, onder begeleiding van mr. Boelhouwer en de rechtbank, tot de volgende afspraken gekomen:
- als uitgangspunt geldt dat de kinderen iedere maand gedurende twee weekenden bij de man zullen verblijven en één weekend bij de vrouw. Het andere weekend wordt gesplitst, waarbij de kinderen een dag bij de man en een dag bij de vrouw zullen verblijven;
- de concrete verdeling van de weekenden zal worden afgestemd op het werkrooster van de man. Dit werkrooster stelt de man zo spoedig mogelijk maar in ieder geval twee maanden van tevoren beschikbaar aan de vrouw, waarna zij een verdeling maakt;
- indien zich na het maken van de verdeling van de weekenden alsnog wijzigingen voordoen bij een van de ouders waar de kinderen op dat moment volgens het schema zouden zijn, dan is deze ouder verantwoordelijk om een oplossing te zoeken;
- de contactregeling met de kinderen vangt aan om 09.30 uur en eindigt om 18.30 uur.
3.5.
Gelet op de gemaakte afspraken beschouwt de rechtbank de verzoeken van partijen gewijzigd conform deze afspraken. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen.
3.6.
Tussen partijen is in geschil gebleven op welke wijze het halen en brengen van de kinderen moet worden vormgegeven. Op de mondelinge behandeling heeft de man aangegeven dat het voor hem geen probleem is om een groter aandeel in het halen en brengen op zich te nemen, maar hij zou het fijn vinden als de vrouw soms hieraan ook bijdraagt. De vrouw stelt dat het halen en brengen van de kinderen alleen voor rekening van de man moet blijven, omdat zij doordeweeks al de zorg voor de kinderen heeft en het de keuze is geweest van de man om in [plaats] te blijven wonen.
3.7.
De standpunten van partijen in overweging nemende zal de rechtbank in alle redelijkheid bepalen dat de man tijdens de momenten dat de kinderen een geheel weekend bij hem verblijven het halen en brengen voor zijn rekening neemt. In het gesplitste weekend (één dag bij de man en één dag bij de vrouw) zal de vrouw de kinderen naar de man brengen. De man brengt de kinderen dan terug naar de vrouw.
3.8.
Verder hebben partijen op de mondelinge behandeling afspraken gemaakt over de verdeling van vakanties, feestdagen en overige bijzondere dagen. Deze afspraken luiden als volgt:
- gedurende de zomervakantie verblijven de kinderen de eerste twee weken bij de man. Hierbij is ervan uitgegaan dat deze beide weken in de maand juli vallen. Mocht blijken dat één week in juli en de andere week in augustus valt, dan zal de man voor de week in augustus extra verlof aanvragen. Na ommekomst van deze twee weken verblijven de kinderen vervolgens drie aaneengesloten weken bij de vrouw. Na afloop van deze drie weken wordt de reguliere zorgregeling voortgezet;
- tijdens de overige vakanties zal de reguliere zorgregeling doorlopen. Het staat de vrouw vrij om in deze vakanties met de kinderen op vakantie te gaan, zolang de reguliere zorgregeling niet in het gedrang komt én zij de man tijdig hiervan op de hoogte brengt;
- voor wat betreft de verjaardagen van de kinderen is afgesproken dat de kinderen hun verjaardag vieren bij de ouder bij wie zij op dat moment zijn. De andere ouder viert de verjaardagen op een ander moment;
- als de man vrij is, verblijven de kinderen tijdens Keti Koti bij hem. Als de man tijdens Keti Koti niet vrij is, zijn de kinderen bij de vrouw;
- de kinderen verblijven tijdens oud en nieuw in de oneven jaren bij de man en in de even jaren bij de vrouw;
- de kinderen verblijven op kerstavond bij de vrouw. Op eerste kerstdag verblijven de kinderen vanaf 09.30 uur bij de man en op tweede kerstdag vanaf 09.30 bij de vrouw;
- tijdens Pasen en Pinksteren geldt de reguliere zorgregeling. Als de man een extra vrije dag heeft, dan zullen partijen in overleg bekijken of de kinderen op die vrije dag bij de man kunnen verblijven;
- de verplichtingen van de kinderen in hun vrije tijd (zoals kinderfeestjes van vrienden/vriendinnen, buitenschoolse activiteiten en sportactiviteiten) gaan in beginsel voor op de reguliere zorgregeling, waarbij in overleg zal worden bekeken wat alsdan daarvan de mogelijke consequenties zijn voor het betreffende contactmoment. Daarbij geldt in beginsel als uitgangspunt dat de ouder waar het kind op dat moment is, de verantwoordelijkheid draagt voor het deelnemen aan de betreffende activiteit.
3.9.
Tenslotte zijn partijen overeengekomen dat iedere dinsdag en donderdag de kinderen met de man om 18.30 uur zullen videobellen.
3.10.
Gelet op de bereikte overeenstemming beschouwt de rechtbank de verzoeken van partijen gewijzigd conform de gemaakte afspraken. De rechtbank zal dienovereenkomstig deze afspraken beslissen.
Informatievoorziening
3.11.
Nu de gewone verblijfplaats van de kinderen in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om te beslissen op het verzoek betreffende de informatievoorziening. De rechtbank zal hierbij Nederlands recht toepassen.
3.12.
De rechtbank heeft met partijen gesproken over de invulling van de
informatievoorziening van de vrouw richting de man. Ook over dit onderwerp hebben partijen overeenstemming bereikt. De gemaakte afspraken luiden als volgt:
- het is de verantwoordelijkheid van beide ouders om zelf de gegevens c.q. informatie te verkrijgen die zij nodig hebben om in te kunnen loggen, bijvoorbeeld portals van school zodat zij ieder de voor beide (algemeen) toegankelijke informatie tot zijn/haar beschikking heeft;
- alle overige informatie over de kinderen die de man niet zelf kan verkrijgen of die enkel de vrouw ontvangt zullen een keer per maand door haar, met mogelijke onderbouwende stukken, aan de man worden verstrekt.
3.13.
Gelet op de bereikte overeenstemming beschouwt de rechtbank de verzoeken van partijen gewijzigd conform de gemaakte afspraken. De rechtbank zal dienovereenkomstig deze afspraken beslissen.
3.14.
Ten overvloede, en zoals ter zitting besproken, geeft de rechtbank partijen nog aanvullend mee dat daarnaast van de vrouw verwacht wordt dat zij een keer per maand de man informeert over de gezondheid/algemeen welzijn van de kinderen en vrije tijd.
Kinderalimentatie
3.15.
Nu de kinderen in Nederland hun gewone verblijfplaats hebben, komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe. De rechtbank zal hierbij Nederlands recht toepassen.
3.16.
Uit de ingediende stukken blijkt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de kinderalimentatie. Zij hebben afgesproken dat de man met ingang van de datum van deze beschikking € 125,= per maand per kind aan de vrouw zal voldoen. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen.
Proceskosten
3.17.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
4.De beslissing
De rechtbank
bepaalt dat partijen en de minderjarigen
1. [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats 1] , op [geboortedag 1] 2017, en
2. [minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedag 2] 2020,
in het kader van de zorgregeling gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar op de wijze zoals overwogen in rechtsoverwegingen 3.4. tot en met 3.9.;
bepaalt dat de vrouw aan de man verstrekt de informatie over de kinderen die hij zelf niet kan verkrijgen of die enkel de vrouw ontvangt, een en ander met inachtneming van rechtsoverweging 3.12. en 3.14;
bepaalt dat de man met ingang van de datum van deze beschikking ten behoeve van de verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] aan de vrouw moet voldoen een bedrag van € 125,= (honderdvijfentwintig euro) per maand per kind, voor de toekomst bij vooruitbetaling te voldoen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van het geding aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. Haerkens-Wouters, en, in tegenwoordigheid van mr. Hurkmans, griffier, in het openbaar uitgesproken op
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.