ECLI:NL:RBZWB:2023:324
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- Mr. Van den Boom
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verwerping van nalatenschap van minderjarige
Op 17 januari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een bodemzaak betreffende een verzoek tot verwerping van een nalatenschap door de verzoekers, die de belangen van een minderjarige vertegenwoordigen. Het verzoekschrift werd op 17 augustus 2022 ingediend en betreft de nalatenschap van een op 3 april 2022 overleden persoon, die laatstelijk woonachtig was in 's-Gravenhage. De verzoekers, vertegenwoordigd door een gemachtigde, stelden dat de nalatenschap negatief is en vroegen om machtiging van de kantonrechter om de nalatenschap te verwerpen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemachtigde van de verzoekers geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om aanvullende stukken over te leggen die de negatieve nalatenschap zouden onderbouwen. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling de belangen van de minderjarige vooropgesteld en geconcludeerd dat, zonder bewijs van een negatieve nalatenschap, het niet in het belang van de minderjarige is om de nalatenschap te verwerpen. De rechtbank heeft benadrukt dat er niet kan worden uitgesloten dat na vereffening van de nalatenschap een positief saldo kan resteren, waar de minderjarige dan deelgenoot aan zou zijn.
Daarom heeft de rechtbank het verzoek afgewezen en bepaald dat de verzoekers de nalatenschap namens de minderjarige beneficiair dienen te aanvaarden. Dit betekent dat de erfgenamen de nalatenschap moeten vereffenen volgens de wet, waarbij de verzoekers als vereffenaar optreden. De beschikking is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.