ECLI:NL:RBZWB:2023:324

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 januari 2023
Publicatiedatum
20 januari 2023
Zaaknummer
10062568_E17012023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Mr. Van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verwerping van nalatenschap van minderjarige

Op 17 januari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een bodemzaak betreffende een verzoek tot verwerping van een nalatenschap door de verzoekers, die de belangen van een minderjarige vertegenwoordigen. Het verzoekschrift werd op 17 augustus 2022 ingediend en betreft de nalatenschap van een op 3 april 2022 overleden persoon, die laatstelijk woonachtig was in 's-Gravenhage. De verzoekers, vertegenwoordigd door een gemachtigde, stelden dat de nalatenschap negatief is en vroegen om machtiging van de kantonrechter om de nalatenschap te verwerpen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemachtigde van de verzoekers geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om aanvullende stukken over te leggen die de negatieve nalatenschap zouden onderbouwen. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling de belangen van de minderjarige vooropgesteld en geconcludeerd dat, zonder bewijs van een negatieve nalatenschap, het niet in het belang van de minderjarige is om de nalatenschap te verwerpen. De rechtbank heeft benadrukt dat er niet kan worden uitgesloten dat na vereffening van de nalatenschap een positief saldo kan resteren, waar de minderjarige dan deelgenoot aan zou zijn.

Daarom heeft de rechtbank het verzoek afgewezen en bepaald dat de verzoekers de nalatenschap namens de minderjarige beneficiair dienen te aanvaarden. Dit betekent dat de erfgenamen de nalatenschap moeten vereffenen volgens de wet, waarbij de verzoekers als vereffenaar optreden. De beschikking is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaaknummer: 10062568 OV VERZ 22-5112
beschikking d.d. 17 januari 2023 op een verzoek ex artikel 4:193 lid 1 BW
ingediend door:

1.[verzoeker sub 1] , en

2. [verzoeker sub 2], beiden wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: “verzoekers”,
gemachtigde: mr. [gemachtigde] , werkzaam bij [notariskantoor]
te ’s-Gravenhage.

1.Het verzoek en de beoordeling

1.1.
Ter griffie van deze rechtbank werd op 17 augustus 2022 een verzoekschrift met bijlagen ontvangen. Het verzoek strekt ertoe de machtiging van de kantonrechter te verkrijgen om namens de [minderjarige] , geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 2022, een nalatenschap te kunnen verwerpen.
1.2.
Uit het verzoekschrift volgt dat op 3 april 2022 te ‘s-Gravenhage is overleden [naam] , geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedag 2] 1951, laatstelijk gewoond hebbend te ‘s-Gravenhage. Een uittreksel uit de overlijdensakte is overgelegd.
1.3.
Uit het verzoekschrift volgt verder dat [verzoeker sub 1] tot de nalatenschap van de overledene is geroepen, maar deze heeft verworpen en wel om redenen als vermeld in het verzoekschrift. Van de verwerping is aantekening gemaakt in het bij de rechtbank van de laatste woonplaats van de overledene gehouden boedelregister.
1.4.
Bij brief van 11 oktober 2022 is namens de kantonrechter medegedeeld dat bij de beoordeling van het verzoek de belangen van de minderjarige voorop staan. In beginsel wordt er slechts machtiging verleend indien er sprake is van een negatieve nalatenschap. De gemachtigde van verzoekers is in de gelegenheid gesteld stukken over te leggen waaruit blijkt dat de nalatenschap negatief is. Daarnaast is zij in de gelegenheid gesteld om een kopie van de legitimatiebewijzen en de geboortedatum en geboorteplaats van verzoekster sub 2 over te leggen. De gemachtigde heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Vervolgens is zij bij brief van 18 november 2022 in de gelegenheid gesteld zich uit te laten of zij gebruik wil maken van de mogelijkheid om te worden gehoord, nu de kantonrechter voornemens is het verzoek af te wijzen. Ook van deze gelegenheid heeft zij geen gebruik gemaakt.
1.5
Nu niet is gebleken dat er sprake is van een negatieve nalatenschap is het niet in het belang van de minderjarige om de nalatenschap te verwerpen. Op voorhand kan immers niet worden uitgesloten dat na vereffening een positief saldo zal resteren waarin de minderjarige dan deelgenoot zal zijn. Nu de gemachtigde geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om namens verzoekers het verzoek aan te vullen met stukken waaruit blijkt dat de nalatenschap negatief is, dan wel om te worden gehoord, zal het verzoek worden afgewezen.
1.6
Dit brengt met zich mee, dat verzoekers de nalatenschap namens de minderjarige beneficiair dienen te aanvaarden. In beginsel leidt deze beneficiaire aanvaarding tot de verplichting voor de erfgenamen om de nalatenschap te vereffenen volgens de wet en treden verzoekers daarbij namens de minderjarige erfgenaam op als vereffenaar. Voor de taken van de vereffenaar wordt verwezen naar hetgeen is bepaald in boek 4, titel 6, afdeling 3 van het Burgerlijk Wetboek en de ‘Richtlijnen Vereffening nalatenschappen’ die op www.rechtspraak.nl zijn gepubliceerd.
1.7
Beslist wordt derhalve als volgt.
2. De beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van den Boom, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 januari 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoek(st)er en door de in de procedure verschenen belanghebbenden: binnen drie maanden te rekenen van de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 'sHertogenbosch.