ECLI:NL:RBZWB:2023:3240

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
12 mei 2023
Zaaknummer
9900189 CV EXPL 22-1670 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelkosten na oplevering en bewijsopdracht huurder

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de vraag centraal of de huurder gehouden kan worden om herstelkosten na oplevering te voldoen. De eiser, de commanditaire vennootschap Spoortwee C.V., heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die in deze zaak niet bij naam is genoemd. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 21 december 2022, waarin Spoortwee de gelegenheid kreeg om bewijs te leveren van een zware nicotine aanslag in het gehuurde pand na het vertrek van de gedaagde. Spoortwee heeft vervolgens diverse bewijsstukken overgelegd, waaronder foto's en facturen, maar de gedaagde heeft betwist dat deze bewijsstukken de staat van het gehuurde bij oplevering adequaat weergeven.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Spoortwee niet is geslaagd in het leveren van het gevraagde bewijs. De overgelegde foto's en verklaringen waren onvoldoende om aan te tonen dat er sprake was van een zware nicotine aanslag die het volledig schilderen van het gehuurde noodzakelijk maakte. De kantonrechter heeft daarom een deel van de vordering afgewezen, maar heeft wel een bedrag van € 102,34 aan buitengerechtelijke kosten toegewezen, evenals de wettelijke rente. De totale kosten die de gedaagde aan Spoortwee moet vergoeden, zijn vastgesteld op € 666,20, inclusief de wettelijke rente.

De uitspraak is gedaan door mr. Dijkman en is openbaar uitgesproken op 19 april 2023. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op een totaalbedrag van € 876,03. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 9900189 CV EXPL 22-1670
vonnis d.d. 19 april 2023
inzake
de commanditaire vennootschap Spoortwee C.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Breda,
eiseres,
gemachtigde: R&R Gerechtsdeurwaarders en incasso te Breda,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. S.E.C. Segeren-Krijnen, advocaat te Breda.
Partijen worden hierna aangeduid als “Spoortwee” en “ [gedaagde] ”.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het tussenvonnis in deze zaak van 21 december 2022 met de daarin genoemde processtukken;
b. de akte van Spoortwee van 15 februari 2023 met producties;
c. de antwoordakte van [gedaagde] van 13 maart 2023 met producties.
1.2
Spoortwee is niet in de gelegenheid gesteld op de producties bij de antwoordakte van [gedaagde] te reageren. De kantonrechter ziet dan ook aanleiding deze buiten beschouwing te laten.

2.De verdere beoordeling

2.1
In voornoemd tussenvonnis is Spoortwee in de gelegenheid gesteld te bewijzen dat er in het gehuurde na het vertrek van [gedaagde] sprake was van een dermate zware nicotine aanslag aan de binnenzijde van het gehuurde dat enkel kon worden volstaan met het schilderen van het gehuurde. Daarnaast is Spoortwee verzocht een aantal stellingen nader te verduidelijken.
2.2
Bij akte van 15 februari 2023 heeft Spoortwee diverse foto’s, facturen, specificaties van facturen en een verklaring van een medewerker van Vido Schilderwerken overgelegd.
2.3
Bij antwoordakte van 13 maart 2023 voert [gedaagde] aan dat de foto’s zijn gemaakt tijdens de voorinspectie, zodat dit niets zegt over de staat van het gehuurde bij de daadwerkelijke oplevering. De gestelde zware nicotine aanslag blijkt bovendien niet uit de foto’s en in de overgelegde verklaring wordt daar ook niets over gezegd. Spoortwee is volgens [gedaagde] dan ook niet geslaagd in het leveren van het gevraagde bewijs. Als de kantonrechter van oordeel is dat Spoortwee wel is geslaagd in het geleverde bewijs voert [gedaagde] aan dat het door Spoortwee gestelde bedrag aan materiaalkosten onaannemelijk is, gelet op het muur- en plafondoppervlakte van de studio en de hoogte van de overige materiaalkosten. Hij schat de materiaalkosten op maximaal € 100,00.
2.4
De kantonrechter overweegt dat in het tussenvonnis van 21 december 2022 is overwogen dat een bedrag van € 350,00 (exclusief btw) toewijsbaar is in verband met de kitwerkzaamheden en dat dientengevolge een deel van de “uitvoerings- en begeleidingswerkzaamheden” ook toewijsbaar zijn. Bij akte heeft Spoortwee gesteld dat er twee uur van de voornoemde werkzaamheden zijn besteed aan het kitwerk. Dit is niet weersproken door [gedaagde] , zodat de kantonrechter een bedrag van € 116,00 (exclusief btw) zal toekennen. Het totaalbedrag komt uit op € 466,00 (exclusief btw), € 563,86 (inclusief btw).
2.5
Met betrekking tot de schilderwerkzaamheden heeft de kantonrechter in het tussenvonnis van 21 december 2022 overwogen dat onvoldoende uit de door Spoortwee overgelegde e-mailberichten en foto’s bleek dat sprake was van een (zware) nicotine aanslag op de muren, kozijnen en het plafond van het gehuurde, welke Spoortwee niet anders kon oplossen dan het gehuurde volledig te schilderen. Bij akte van 15 februari 2023 heeft Spoortwee de al eerder in het geding overgelegde foto’s, opnieuw overgelegd maar nu in kleur. Ook nu volgt naar het oordeel van de kantonrechter uit deze foto’s enkel dat sprake was van een vergeelde plakrand op één van de kozijnen. Niet blijkt daaruit dat sprake was van een (zware) nicotine aanslag op alle muren, kozijnen en plafonds van het gehuurde. Het e-mailbericht van de heer [naam] van Vido Schilderwerken is evenmin voldoende om aan te nemen dat de opgevoerde werkzaamheden daadwerkelijk noodzakelijk waren. Weliswaar geeft [naam] in deze e-mail aan dat: “
het bruine van de nicotine is in de verflaag getrokken en daardoor bruin geworden”, maar met [gedaagde] is de kantonrechter van oordeel dat daarmee geen bewijs is geleverd van de mate waarin het gehuurde nicotine aanslag bevatte en dat enkel kon worden volstaan met het volledig opnieuw schilderen van het gehuurde. Spoortwee is dan ook niet geslaagd in het leveren van het gevraagde bewijs. De kantonrechter wijst dit onderdeel van de vordering af.
2.6
Nu een deel van de vordering wordt afgewezen zijn de gevorderde buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente deels niet toewijsbaar. Gelet op de toegewezen hoofdsom en het feit dat [gedaagde] een zogenoemde ‘veertiendagenbrief’ is toegestuurd, zal de kantonrechter een bedrag van € 102,34 (inclusief btw) aan buitengerechtelijke kosten toewijzen. De wettelijke rente is toewijsbaar als in het dictum vermeld.
2.7
Aangezien een deel van de vordering wordt toegewezen, heeft Spoortwee terecht proceskosten gemaakt. De kantonrechter zal dan [gedaagde] in de kosten veroordelen. Deze worden aan de zijde van Spoortwee begroot op een bedrag van € 125,03 aan dagvaardingskosten, een bedrag van € 487,00 aan griffierecht en een bedrag van € 264,00 aan gemachtigdensalaris (2 punten à € 132,00 voor de dagvaarding en de mondelinge behandeling). Voor de akte zal geen salaris worden toegekend, nu deze geen bijzondere inhoud heeft.

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Spoortwee te betalen een bedrag van € 666,20, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 563,86 vanaf de dag van verzuim tot aan de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, aan de zijde van Spoortwee tot op heden begroot op een bedrag van € 876,03, daarin begrepen een bedrag van € 264,00 als salaris voor de gemachtigde van Spoortwee;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2023.