Uitspraak
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil en de beoordeling
3.De beslissing
woensdag 3 mei 2023 te 09.00 uur, voor het nemen van een akte na tussenvonnis door [eiser] zoals bedoeld in overweging sub 2.5;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert eiser, vertegenwoordigd door M. Hennen van Juristu Incassodiensten B.V., dat gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 3.324,22, vermeerderd met wettelijke rente en kosten. Eiser stelt dat dit bedrag is geleend aan gedaagde, die dit bedrag ondanks herhaalde verzoeken niet heeft terugbetaald. Gedaagde erkent dat hij geld heeft geleend, maar betwist de hoogte van het gevorderde bedrag en stelt dat er geen contact is geweest voorafgaand aan de procedure.
De kantonrechter heeft in het tussenvonnis aangegeven dat er nadere inlichtingen nodig zijn om de vordering te onderbouwen. De rechter vraagt om verduidelijking van de gevorderde hoofdsom, de betalingen die aan gedaagde zijn gedaan, en het moment van opeisbaarheid van de lening. De zaak is verwezen naar een volgende zitting, waar eiser de gelegenheid krijgt om de gevraagde informatie te verstrekken. Gedaagde zal daarna in de gelegenheid worden gesteld om hierop te reageren. De verdere beslissing is aangehouden tot de volgende zitting, die gepland staat op 3 mei 2023.