ECLI:NL:RBZWB:2023:3303
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Oomes
- mr. Snatersen
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdzorg
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 mei 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 14 november 2018 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De Gecertificeerde Instelling (GI) heeft op 30 maart 2023 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij zowel de ouders als een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. Tijdens de mondelinge behandeling is [minderjarige] in de gelegenheid gesteld om zijn mening te geven over de situatie.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] nog steeds ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. De ouders zijn niet in staat om samen de noodzakelijke hulpverlening te organiseren, wat leidt tot een verstoorde verstandhouding. De GI heeft aangegeven dat [minderjarige] nog steeds nachtmerries heeft en moeite heeft met zijn sociaal-emotionele ontwikkeling. De vader heeft aangegeven dat hij meewerkt aan de hulpverlening, maar er zijn zorgen over zijn omgang met [minderjarige]. De moeder heeft kritiek geuit op de GI en stelt dat haar zorgen niet serieus worden genomen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft en heeft het verzoek van de GI om verlenging toegewezen. De ondertoezichtstelling is verlengd tot 13 mei 2024, met de beslissing dat deze uitvoerbaar bij voorraad is verklaard.