ECLI:NL:RBZWB:2023:3304

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
15 mei 2023
Zaaknummer
C/02/403847 / JE RK 22-2081
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • O. Oomes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 mei 2023 een nadere beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de periode van 16 mei 2023 tot 16 juli 2023. Dit besluit volgt op een eerdere beschikking van 30 december 2022, waarin de ondertoezichtstelling van [minderjarige] werd verlengd en een machtiging gesloten jeugdhulp werd verleend tot 16 mei 2023. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige en zijn advocaat aanwezig waren. De ouders van [minderjarige] zijn niet verschenen, ondanks correcte oproeping.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] in zijn jonge leven veel ingrijpende gebeurtenissen heeft meegemaakt, wat heeft geleid tot ernstige gedragsproblematiek. Hij verblijft sinds november 2022 in een gesloten behandelgroep van [jeugdinstelling]. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [minderjarige] gemotiveerd is om zijn MBO-opleiding af te maken, maar dat hij hiervoor moet doorstromen naar een open groep. De GI heeft aangevoerd dat [minderjarige] nog niet over de benodigde vaardigheden beschikt om in een open groep te functioneren, en dat er nog verdere verlofopbouw nodig is.

De kinderrechter heeft geconcludeerd dat, hoewel [minderjarige] stappen vooruit heeft gezet, het nog te vroeg is voor een overplaatsing naar een open groep. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat [minderjarige] de juiste ondersteuning en begeleiding krijgt om zijn problematiek aan te pakken en vaardigheden te ontwikkelen. De beslissing om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlengen is genomen in het belang van de ontwikkeling van [minderjarige].

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/403847 / JE RK 22-2081
Datum uitspraak: 4 mei 2023

nadere beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,

hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI),
locatie Tilburg,
betreffende

[minderjarige] ,

geboren op [geboortedag] 2006 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] ,
advocaat: mr. S.M.E. van Fraaijenhove te Breda.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[minderjarige] , voormeld,

[de moeder] ,

hierna te noemen de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.
De kinderrechter merkt als informant aan:

[de vader] ,

hierna te noemen de vader,
wonende te [woonplaats] .

Het verdere procesverloop

Het verdere procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van 30 december 2022 en alle daarin vermelde stukken;
- het verslag van de GI van 11 april 2023 met bijlagen, waaronder het trajectbehandelplan van [jeugdinstelling] van 2 april 2023, de instemmingsverklaringen van de gekwalificeerde gedragswetenschapper van 3 april 2023 en 5 april 2023 en het werkplan ondertoezichtstelling van de GI van 11 april 2023.
Op 4 mei 2023 heeft de kinderrechter de zaak mondeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen en gehoord zijn:
- [minderjarige] , die voorafgaand aan de mondelinge behandeling ook apart is gehoord, bijgestaan door zijn advocaat,
- twee vertegenwoordigsters van de GI.
De ouders zijn, hoewel correct opgeroepen, zonder bericht van verhindering niet verschenen.

De feiten

Bij voormelde beschikking van 30 december 2022 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd met ingang van 16 januari 2023 tot 16 januari 2024. Tevens is bij deze beschikking een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [minderjarige] verleend met ingang van 16 januari 2023 tot 16 mei 2023. Het verzoek van de GI is voor het overige aangehouden.
[minderjarige] verblijft op grond van voormelde machtiging op een besloten behandelgroep van [jeugdinstelling] te [plaats] .

Het verzoek

Nu ligt ter beoordeling nog voor het resterende deel van het verzoek van de GI om [minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te verblijven voor de periode van 16 mei 2023 tot 16 juli 2023.

De standpunten

De GI heeft, onder verwijzing naar en in aanvulling op haar verslag van 11 april 2023 met bijgevoegde bijlagen, tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat gezien wordt dat [minderjarige] van goede wil is. Een plaatsing van [minderjarige] op een open behandelgroep van [jeugdinstelling] wordt op dit moment echter nog niet in het belang van [minderjarige] geacht. [minderjarige] beschikt nog niet over voldoende vaardigheden om zich op een open groep te kunnen handhaven, zoals het zelf sturing kunnen geven aan veel dagelijks voorkomende situaties met anderen of met betrekking tot zijn eigen leerproces. [minderjarige] denkt snel in planningen over hoe hij zaken ziet of zou willen, maar kan zijn vaardigheden daarin nog niet juist plaatsen of zich daarin op een goede manier verhouden tot anderen. Externe sturing of reflectie is nog nodig. Daarnaast lijkt [minderjarige] , die graag zou willen doorstromen naar een open groep, geen juist beeld te hebben van de verantwoordelijkheden die hij op een open groep al zelf moet kunnen dragen en wat hij daarin nog moet leren. Ook ontbreekt het bij [minderjarige] nog aan intrinsieke motivatie voor een behandeltraject. Een duidelijke hulpvraag heeft [minderjarige] tot op heden niet. Hij is hierover inmiddels wel in gesprek met zijn mentor. Tot slot dient er nog verdere verlofopbouw plaats te vinden. [minderjarige] wordt het gegund om over twee maanden de overstap te kunnen maken naar een open groep van [jeugdinstelling] om daar zijn traject voort te zetten. Daarbij spreekt de GI de hoop uit dat er over twee maanden plek is voor [minderjarige] op een open groep. Op dit moment is namelijk sprake van ruimtegebrek. Dit vormt, naast de omstandigheid dat het voor [minderjarige] nog te vroeg is om door te stromen naar een open groep, een extra reden waarom een overplaatsing vanuit gesloten jeugdzorg nu niet tot de mogelijkheden behoort. Het resterend deel van het verzoek wordt gehandhaafd.
[minderjarige] heeft in het bijzijn van zijn advocaat naar voren gebracht dat het goed met hem gaat. Hij doet erg zijn best en haalt goede cijfers op school. [minderjarige] wil graag zijn huidige MBO-opleiding afmaken. Daarvoor moet hij nog ongeveer vierhonderd stage-uren maken. Echter, het vervullen van een stage is niet mogelijk zolang hij op een gesloten behandelgroep zit. Dit maakt dat [minderjarige] graag zo snel mogelijk wil doorstromen naar een open groep binnen [jeugdinstelling] . Alleen dan kan hij zijn stage volgen en hopelijk na de zomervakantie starten met een vervolgopleiding. Tot voor kort was het voor [minderjarige] onduidelijk dat hij een hulpvraag moest hebben om geplaatst te kunnen worden op een open groep. Hij is hierover momenteel in gesprek met zijn mentor. Samen bespreken zij waaraan [minderjarige] , naast zijn school, moet werken voor een overplaatsing naar een open groep. [minderjarige] ziet in dat hij nog niet naar huis kan. Het verlofplan dat voor hem is opgesteld heeft [minderjarige] zo goed als volledig doorlopen. Zijn verlofuren zijn in de afgelopen weken stapsgewijs uitgebreid en er is toegewerkt van begeleid verlof naar onbegeleid verlof. Komend weekend gaat [minderjarige] voor het eerst een heel weekend op onbegeleid verlof naar zijn moeder. [minderjarige] kijkt hier naar uit.
Door de advocaat van [minderjarige] is tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat in december 2022 door de gedragswetenschapper al is vastgesteld dat [minderjarige] gemotiveerd is voor zijn plaatsing bij [jeugdinstelling] . Deze motivatie is in de afgelopen maanden niet gewijzigd. [minderjarige] doet erg zijn best en werkt aan zijn plaatsing bij [jeugdinstelling] mee. Dit is ook recent geconstateerd door de gedragswetenschapper in zijn verklaringen van april 2023. De stelling van de GI dat het bij [minderjarige] ontbreekt aan intrinsieke motivatie voor zijn behandeltraject bij [jeugdinstelling] is dan ook niet juist. [minderjarige] is gemotiveerd, doet erg zijn best op en voor school en wil ook andere zaken oppakken die nodig zijn om zijn traject voort te zetten op een open groep van [jeugdinstelling] . Naar aanleiding van nader ontvangen informatie van [jeugdinstelling] heeft de gedragswetenschapper zijn eerdere verklaring van 3 april 2023, waarin deze niet instemde met een verlenging van de gesloten plaatsing van [minderjarige] , aangepast op 5 april 2023 en alsnog geconcludeerd dat het nu nog te vroeg is om [minderjarige] te laten doorstromen naar een open groep. Tegelijkertijd heeft de gedragswetenschapper aangegeven dat gezien de motivatie van [minderjarige] een plaatsing op een open groep op redelijke termijn tot de mogelijkheden moet kunnen behoren. In de afgelopen weken heeft [minderjarige] stappen vooruit gezet. Hij heeft het verlofplan inmiddels bijna geheel, en met goed vervolg, doorlopen. Ook is hij in overleg met zijn mentor over het formuleren van een hulpvraag. [minderjarige] kan er niet verantwoordelijk voor worden gehouden dat hij niet eerder zelfstandig een hulpvraag heeft geformuleerd. Gezien zijn persoonlijkheidsproblematiek is dit heel lastig voor [minderjarige] . Hij heeft hierin hulp nodig, maar niet is gebleken dat deze hulp hem eerder dan zeer recent is geboden. Dit is laakbaar en daarmee is [minderjarige] tekort gedaan. Primair wordt verzocht om de machtiging gesloten jeugdhulp slechts voor maximaal een maand toe te wijzen, onder afwijzing van het resterende deel van het verzoek van de GI. Subsidiair wordt gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Over [minderjarige] bestaan al lange tijd forse zorgen. [minderjarige] heeft in zijn jonge leven veel ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt waarbij het hem aan stabiliteit en veiligheid heeft ontbroken. Vanwege ernstige gedragsproblematiek en zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige] verblijft hij sinds november 2022 in [jeugdinstelling] te [plaats] . Binnen [jeugdinstelling] is hij doorgestroomd naar [behandelgroep] .
De kinderrechter stelt op basis van de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken vast dat [minderjarige] een gemotiveerde houding laat zien. Hij werkt mee aan zijn plaatsing binnen [jeugdinstelling] en doet erg zijn best voor school. [minderjarige] wil graag zijn MBO-opleiding afmaken en daarna starten met een vervolgopleiding. Om zijn huidige opleiding af te kunnen ronden, dient [minderjarige] stage te lopen. De stage kan [minderjarige] alleen vervullen vanuit een open groep. Dit maakt dat school voor [minderjarige] een belangrijk argument vormt voor doorstroming naar een open groep. Om een overplaatsing van een gesloten groep naar een open groep succesvol te laten verlopen is het van belang dat een jongere hiervoor niet alleen gemotiveerd is, maar ook over voldoende vaardigheden beschikt om het buiten de beslotenheid te redden. Belangrijk is dan ook dat de overplaatsing zorgvuldig plaatsvindt waarbij goed wordt beoordeeld of een jongere er klaar voor is om de stap van geslotenheid naar openheid te zetten. Voorkomen dient te worden dat een jongere overvraagd wordt.
Op basis van de voorliggende informatie is de kinderrechter van oordeel dat een overplaatsing van [minderjarige] van een gesloten groep naar een open groep nu nog te vroeg voor hem is. [minderjarige] heeft mooie stappen gezet, maar moet nog meer laten zien om tot een plaatsing op een open groep te kunnen komen. Daarbij overweegt de kinderrechter dat zij ziet dat [minderjarige] meewerkt aan zijn plaatsing bij [jeugdinstelling] en een goede motivatie laat zien. Deze motivatie richt zich tot op heden evenwel met name op school en het behalen van zijn opleiding. Daarnaast is het belangrijk dat [minderjarige] gemotiveerd raakt voor een behandeltraject, waarbij hij gaat werken aan zijn problematiek en vaardigheden gaat ontwikkelen die nodig zijn om zich op een open groep staande te houden. Belangrijk is dat [minderjarige] hierin de hulp en begeleiding krijgt die hij nodig heeft om voor zichzelf een goede hulpvraag (of hulpvragen) te formuleren en hiermee aan de slag te gaan. [minderjarige] is al zestien jaar, maar dit neemt niet weg dat hij nog steeds een kind is en, mede gelet op de problematiek die bij hem speelt, ondersteuning in zijn leerproces nodig heeft van professionals. De verantwoordelijkheid voor het formuleren van een hulpvraag kan daarom niet alleen bij [minderjarige] worden gelegd.
Gelet op het voorgaande acht de kinderrechter het van belang dat het huidige verblijf van [minderjarige] op [behandelgroep] van [jeugdinstelling] te [plaats] wordt voortgezet. Deze behandelgroep is voor hem bekend en vertrouwd en een langer verblijf van [minderjarige] op deze groep is noodzakelijk om te werken aan een vermindering van zijn problematiek en het aanleren van (nieuwe) vaardigheden om de vervolgstap te kunnen maken naar een open groep. Dit betekent dat het resterende deel van het verzoek van de GI om [minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te verblijven voor de periode van 16 mei 2023 tot 16 juli 2023 zal worden toegewezen. Daarbij spreekt de kinderrechter de hoop uit dat een overplaatsing van [minderjarige] naar een open groep spoedig gerealiseerd kan worden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent de machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [minderjarige] met ingang van 16 mei 2023 tot 16 juli 2023.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2023 door
mr. Oomes, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. Snatersen, als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 12 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.