Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 18 januari 2023 van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[naam eiseres 20/9578, belanghebbende 21/495] , te [woonplaats eiseres 20/9578, belanghebbende 21/495] , eiseres in procedure BRE 20/9578 WIA,
Coöperatieve Rabobank U.A., te Tilburg, eiser in procedure BRE 21/495 WIA
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit en kent aan eiseres met ingang van 6 april 2020 recht toe op een IVA-uitkering en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- veroordeelt het UWV tot vergoeding aan eiseres van wettelijke rente zoals onder 4.1 van deze uitspraak is vermeld;
- wijst eisers verzoek om schadevergoeding af;
- bepaalt dat het UWV het griffierecht van € 48,- aan eiseres moet vergoeden;
- bepaalt dat het UWV het griffierecht van € 48,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt het UWV tot betaling van € 3.418,75 aan proceskosten aan eiseres;
- veroordeelt het UWV tot betaling van € 3.314,- aan proceskosten aan eiser.
mr. S.J.E. Loontjens, griffier, op 18 januari 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.