Uitspraak
1.De procedure
- het mondeling antwoord waarbij producties zijn overgelegd;
- de conclusie van repliek met producties;
- de mondelinge dupliek.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak vordert de besloten vennootschap MOTORSHIP MRS. JONES, hierna te noemen Jones, betaling van een bedrag van € 234,57 van de gedaagde partij, [gedaagde] B.V. Jones heeft in de periode van 25 juli 2022 tot en met 5 augustus 2022 transporten uitgevoerd voor [gedaagde]. Na het verzenden van een factuur op 2 augustus 2022, heeft [gedaagde] een gedeelte van de factuur met betrekking tot de overligvergoeding onbetaald gelaten. Jones heeft daarop een aanmaning verzonden, maar [gedaagde] heeft niet betaald.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst is gesloten tussen partijen en dat de overligvergoeding terecht is berekend over de grootste inzinking van het schip, zijnde 711 ton. [gedaagde] heeft betwist dat de overligvergoeding over dit bedrag berekend moet worden, omdat zij stelt dat Jones minder heeft vervoerd dan afgesproken. De kantonrechter oordeelt echter dat [gedaagde] onvoldoende heeft onderbouwd dat het onaanvaardbaar is om de volledige overligvergoeding in rekening te brengen. Het verweer van [gedaagde] wordt dan ook gepasseerd.
Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat het door Jones gevorderde bedrag aan hoofdsom opeisbaar is en dat [gedaagde] tekort is geschoten in haar betalingsverplichting. Jones heeft ook aanspraak gemaakt op wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, welke door de kantonrechter zijn toegewezen. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van [gedaagde] gesteld. Het vonnis is uitgesproken op 10 mei 2023.