ECLI:NL:RBZWB:2023:3372
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van een aanvraag voor maatwerkvoorziening op grond van de Wmo
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een woningaanpassing en huishoudelijke ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De aanvraag was door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen afgewezen met besluiten van 29 en 30 juni 2021, en het bestreden besluit van 14 februari 2022 verklaarde de bezwaren ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 11 april 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van het college.
Eiseres, die lijdt aan verschillende medische aandoeningen waaronder PTSS en visuele beperkingen, woont samen met haar ouders en broers. Ze heeft een aanvraag ingediend voor een woningaanpassing en huishoudelijke hulp, maar het college heeft deze afgewezen op basis van de aanname dat haar moeder gebruikelijke zorg kan verlenen. Eiseres betwist deze aanname en stelt dat haar situatie meer hulp vereist dan gebruikelijk is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de werkwijze van het college niet onzorgvuldig was en dat eiseres had kunnen anticiperen op haar situatie bij de verhuizing in 2019.
De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag terecht is, omdat eiseres niet kan aantonen dat de hulp die zij nodig heeft niet door haar huisgenoten kan worden geboden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen.