ECLI:NL:RBZWB:2023:3372

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 mei 2023
Publicatiedatum
17 mei 2023
Zaaknummer
AWB- 22_1843
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de afwijzing van een aanvraag voor maatwerkvoorziening op grond van de Wmo

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een woningaanpassing en huishoudelijke ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De aanvraag was door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen afgewezen met besluiten van 29 en 30 juni 2021, en het bestreden besluit van 14 februari 2022 verklaarde de bezwaren ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 11 april 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van het college.

Eiseres, die lijdt aan verschillende medische aandoeningen waaronder PTSS en visuele beperkingen, woont samen met haar ouders en broers. Ze heeft een aanvraag ingediend voor een woningaanpassing en huishoudelijke hulp, maar het college heeft deze afgewezen op basis van de aanname dat haar moeder gebruikelijke zorg kan verlenen. Eiseres betwist deze aanname en stelt dat haar situatie meer hulp vereist dan gebruikelijk is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de werkwijze van het college niet onzorgvuldig was en dat eiseres had kunnen anticiperen op haar situatie bij de verhuizing in 2019.

De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag terecht is, omdat eiseres niet kan aantonen dat de hulp die zij nodig heeft niet door haar huisgenoten kan worden geboden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/1843 WMO

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 mei 2023 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam] , eiseres

gemachtigde: mr. M.R.V.L. Kicken, werkzaam bij DAS rechtsbijstand,
en
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen,verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een woningaanpassing en huishoudelijke ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
1.1.
Het college heeft deze aanvraag met de besluiten van 29 juni 2021 en 30 juni 2021 afgewezen. Met het bestreden besluit van 14 februari 2022 zijn de bezwaren tegen de besluiten van 29 juni 2021 en 30 juni 2021 ongegrond verklaard.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 11 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen eiseres, de gemachtigde van eiseres en [naam vertegenwoordiger 1] , [naam vertegenwoordiger 2] en [naam vertegenwoordiger 3] namens het college.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of het college de aanvraag van eiseres om haar een maatwerkvoorziening toe te kennen voor een woningaanpassing en huishoudelijke ondersteuning terecht heeft afgewezen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
4. Eiseres, geboren op [geboortedatum] , is bekend met PTSS, visuele beperkingen, psoriasis en een prikkelbaar darmsyndroom. Zij woont samen met haar ouders en twee volwassen broers in een koopwoning op het adres [adres] 86 in [plaatsnaam] .
Eiseres heeft bij het college een aanvraag ingediend voor een woningaanpassing (aanpassing van de badkamer) en huishoudelijke hulp.
5. Eiseres voert aan dat zij als gevolg van medische problemen veel hulp nodig heeft die wordt geleverd door haar ouders. Het college heeft de aanvraag om huishoudelijke hulp afgewezen omdat de moeder van eiseres gebruikelijke zorg kan verlenen. Daarbij heeft het college volgens eiseres niet goed begrepen en onderzocht dat haar moeder veel meer dan gebruikelijk de kamer van eiseres moet reinigen, haar kleding en beddengoed moet wassen en apart voor eiseres moet koken in verband met een glutenvrij dieet. Dat eiseres niet zelf kan schoonmaken spreekt voor zich omdat zij zeer slechtziend is. Eiseres stelt dat haar beddengoed en kleding dagelijks moet worden verschoond en gewassen en dat haar kamer minstens een keer per dag moet worden gestofzuigd. De aangevraagde woonvoorziening is afgewezen op basis van een onjuiste aanname. Het gezichtsvermogen van eiseres is de afgelopen jaren ernstig en snel verminderd. Als zij in het huis was gebleven waar zij destijds woonde, hadden daar ook aanpassingen moeten plaatsvinden. Het medisch onderzoek dat door het college is opgevraagd kan niet dienen ter onderbouwing/motivering van het bestreden besluit.
6.1.
Naar aanleiding van de aanvraag van eiseres om een woningaanpassing en huishoudelijke ondersteuning heeft op 30 april 2021 een keukentafelgesprek plaatsgevonden. Op 11 november 2021 is, tijdens de bezwaarprocedure, op verzoek van het college, advies uitgebracht door de medisch adviseur van stichting SAP. De medisch adviseur rapporteert dat eiseres beperkingen heeft aan het bewegingsapparaat in verband met pijn als gevolg van de huidaandoening en beperkingen als gevolg van slecht zien. Hij rapporteert dat binnen het gezin gebruikelijke zorg aanwezig is voor de huishoudelijke taken. Verder adviseert hij een vervoersvoorziening (collectief vervoer), een mogelijkheid voor zittend douchen en een steunpunt voor het in- en uitstappen. De rechtbank is van oordeel dat de werkwijze van het college bij de beoordeling van de aanvraag niet onzorgvuldig is geweest.
6.2.
De rechtbank stelt vast dat eiseres concreet heeft verzocht om de opstaande rand van de douchecabine te verwijderen en in plaats daarvan een inloopdouche te installeren.
In artikel 8, tweede lid, onder a van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Rucphen 2020 worden de criteria voor een maatwerkvoorziening gegeven. In het derde lid is bepaald dat ten aanzien van een maatwerkvoorziening met betrekking tot zelfstandigheid en participatie geldt dat een cliënt alleen voor een maatwerkvoorziening in aanmerking komt als de noodzaak tot ondersteuning voor de cliënt redelijkerwijs niet vermijdbaar was (a) en voorzienbaar was, maar voor de cliënt redelijkerwijs niet verwacht kon worden maatregelen te hebben getroffen die de hulpvraag overbodig had gemaakt (b).
Het college stelt zich terecht op het standpunt dat eiseres op haar situatie had kunnen anticiperen. Eiseres is in 2019 verhuisd naar de huidige woning zonder voorafgaand te overleggen met de gemeente. Eiseres heeft onder meer een aangeboren oogaandoening waarbij haar zicht geleidelijk minder wordt. Uit de aanwezige medische informatie van het Oogziekenhuis blijkt dat eiseres aan het linkeroog blind is en dat het rechteroog in 2013 een visus had van 0.4 en in 2015 van 0.2. Ten tijde van de verhuizing in 2019 was het zicht dus al slecht. Eiseres had destijds dan ook kunnen weten dat de opstaande rand van de douche een obstakel zou gaan vormen.
Eiseres stelt dat haar zichtvermogen de afgelopen jaren ernstig is verminderd. De rechtbank overweegt dat verslechtering van de visus voor eiseres voorzienbaar was en dat dit voor het college reden was voor het standpunt dat eiseres is verhuisd naar een niet adequate woning. Dat in de oude woning ook een voorziening nodig was geweest, maakt niet dat het college hier niet mag afwijzen omdat eiseres is verhuisd naar een voor haar ongeschikte woning. Dat haar psychische toestand mede reden was voor de verhuizing, is niet onderbouwd met medische gegevens.
6.3.
Artikel 1.1.1, eerste lid, van de Wmo 2015 bepaalt dat in de Wmo 2015 en de daarop berustende bepalingen onder gebruikelijke hulp wordt verstaan: hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten.
Op grond van het bepaalde in de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2021 gemeente Rucphen (Beleidsregels) bestaat geen aanspraak op een maatwerkvoorziening indien de cliënt huisgenoten heeft die wel in staat zijn om hulp te bieden bij bijvoorbeeld het voeren van een gestructureerd huishouden of het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen. Dit wordt gebruikelijke hulp genoemd. Gebruikelijke hulp heeft een verplichtend karakter en hierbij wordt geen onderscheid gemaakt op basis van sekse, religie, cultuur, gezinssamenstelling, drukke werkzaamheden of persoonlijke opvattingen over het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden. Iedere volwassene wordt geacht ook naast een (drukke) baan en/of gezin een huishouden te voeren. Jonge volwassenen in de leeftijd van 18 tot 23 jaar worden geacht een eenpersoonshuishouden te kunnen voeren. Vanaf 23 jaar wordt iemand geacht een meerpersoonshuishouden te kunnen voeren.
Het college stelt zich op het standpunt dat van de ouders en inwonende volwassen broers van eiseres gebruikelijke hulp kan worden gevergd.
Eiseres stelt dat meer dan gebruikelijke hulp aan haar moet worden verleend. Eiseres heeft ter zitting toegelicht dat zij in verband met haar beperkingen niet altijd zelf uit bed kan komen en dan daarbij geholpen moet worden. Elke dag moet het bed verschoond worden in verband met haar huidaandoening. Verder moet haar huid geschrobd worden, haar haar gekamd en apart eten voor haar worden klaargemaakt. Eiseres geeft aan dat de benodigde hulp elke dag wisselt en ongeveer 10 uur per week bedraagt. Tevens moet zij gehaald en gebracht worden naar bijvoorbeeld de universiteit, de dokter en de supermarkt wat ongeveer 5 uur per week vergt.
De rechtbank overweegt dat hulp bij de persoonlijke verzorging niet onder de Wmo valt maar onder de Zorgverzekeringswet. Eiseres heeft toegelicht dat er inmiddels een persoonsgebonden budget (pgb) is verstrekt voor persoonlijke verzorging.
Hier gaat het om het verrichten van reguliere huishoudelijke taken zoals stofzuigen, bed verschonen, kleding wassen en koken. Het betreft geen specialistische zorg. De rechtbank overweegt dat het college zich terecht op het standpunt stelt dat van zowel de ouders als de inwonende volwassen broers van eiseres in redelijkheid gebruikelijke hulp kan worden gevergd. Er is geen reden waarom de huishoudelijke taken uitsluitend door de moeder van eiseres kunnen worden verricht.
Voor zover sprake is van bovengebruikelijke hulp verricht de moeder van eiseres deze hulp als mantelzorger, waarvoor zij geen betaling verlangt. Het feit dat eiseres haar moeder als mantelzorger wil betalen voor het extra werk is geen reden om een pgb te verstrekken.
Conclusie en gevolgen
7. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van mr. T.B. Both-Attema, griffier op 11 mei 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om deze uitspraak mede te ondertekenen.
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

WMO
Artikel 1.1.1, eerste lid, van de Wmo 2015 bepaalt dat in de Wmo 2015 en de daarop berustende bepalingen onder gebruikelijke hulp wordt verstaan: hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten.
Ingevolge artikel 2.3.5, derde lid, van de Wmo 2015, beslist verweerder tot verstrekking van een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk, dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening dient een passende bijdrage te leveren aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Rucphen 2020
Artikel 8. Criteria voor een maatwerkvoorziening
1. Het college neemt het verslag als uitgangspunt voor de beoordeling van een aanvraag om een maatwerkvoorziening.
2. Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
a. ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, of
b. ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
3. Ten aanzien van een maatwerkvoorziening met betrekking tot zelfstandigheid en participatie geldt dat een cliënt alleen voor en maatwerkvoorziening in aanmerking komt als de noodzaak tot ondersteuning voor de cliënt redelijkerwijs niet vermijdbaar was (a) en voorzienbaar was, maar voor de cliënt redelijkerwijs niet verwacht kon worden maatregelen te hebben getroffen die de hulpvraag overbodig had gemaakt (b).
Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2021 gemeente Rucphen
Artikel 3.5 Gebruikelijke hulp
Er bestaat geen aanspraak op een maatwerkvoorziening indien de cliënt huisgenoten heeft die wel in staat zijn om hulp te bieden bij bijvoorbeeld het voeren van een gestructureerd huishouden of het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen. Dit wordt gebruikelijke hulp genoemd.