In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de wijziging van het gezag over de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2014. De vrouw, die op een geheim adres woont, heeft verzocht om het gezag over [minderjarige] alleen aan haar toe te kennen, aangezien de man, die geen bekende woon- of verblijfplaats heeft, al jaren uit beeld is. De Raad voor de Kinderbescherming heeft de rechtbank geadviseerd over het verzoek.
De mondelinge behandeling vond plaats op 9 mei 2023, waarbij de vrouw en haar advocaat aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de Raad. De man was opgeroepen maar is niet verschenen. De minderjarige heeft haar mening over het verzoek kenbaar gemaakt door middel van een brief aan de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en [minderjarige] elkaar voor het laatst in 2015 hebben gezien en dat er sindsdien geen contact meer is geweest. De vrouw heeft de zorg voor [minderjarige] volledig op zich genomen, maar ondervindt problemen bij het nemen van belangrijke beslissingen vanwege het gezamenlijke gezag. De rechtbank oordeelt dat de omstandigheden zijn gewijzigd en dat het in het belang van [minderjarige] is dat de vrouw alleen het gezag krijgt. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de vrouw direct kan handelen in het belang van [minderjarige]. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.