In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 januari 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had op 21 juni 2021 een beschikking gegeven over de toepassing van het bijzondere tarief voor de kampeerauto, met ingang van 17 maart 2021. Belanghebbende, houder van een kampeerauto sinds 17 december 2020, had bezwaar gemaakt omdat hij niet op de hoogte was gesteld van de noodzaak om een verzoek in te dienen voor het lagere tarief. De rechtbank heeft de feiten en argumenten van belanghebbende in overweging genomen, maar oordeelt dat de inspecteur correct heeft gehandeld. De rechtbank stelt vast dat de inspecteur geen actieve informatieplicht heeft om kopers van kampeerauto's te informeren over het indienen van een verzoek voor het lagere tarief. De rechtbank concludeert dat de ingangsdatum van het kampeerautotarief zoals vastgesteld door de inspecteur, niet gewijzigd wordt. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, en hij krijgt het griffierecht niet terug.