ECLI:NL:RBZWB:2023:3401

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
17 mei 2023
Zaaknummer
C/02/397293 / HA ZA 22-225 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Scheffers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van aandelenoverdracht op grond van artikel 3:40 BW en de gevolgen voor de vordering tot betaling van dividend

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de vraag centraal of een aandelenoverdracht tussen [eisers in conventie] en de besloten vennootschap SEMPY BV nietig is op grond van artikel 3:40 BW. De zaak betreft een overeenkomst uit juni 2019 waarbij [eisers in conventie] de aandelen in Netcar Holding BV aan SEMPY heeft verkocht voor een bedrag van € 7.000.000,00, met een korting van € 30.000,00. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst is ondertekend door de statutair bestuurder van SEMPY en dat de notariële akte van aandelenoverdracht op 21 oktober 2019 is gepasseerd.

De rechtbank heeft de feiten en het verloop van de procedure in detail besproken, inclusief de betalingen die zijn gedaan en de dividenduitkeringen aan SEMPY. [Eisers in conventie] vordert betaling van een bedrag van € 275.000,00 aan dividend, terwijl SEMPY verweer voert en stelt dat de overeenkomst nietig is wegens strijd met de goede zeden en de openbare orde. De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat de overeenkomst daadwerkelijk bedoeld was om schuldeisers te benadelen of dat deze in strijd is met de goede zeden.

De rechtbank heeft de vordering van [eisers in conventie] toegewezen en SEMPY veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. In reconventie heeft de rechtbank de vorderingen van SEMPY afgewezen, omdat deze niet konden worden onderbouwd. De proceskosten zijn toegewezen aan de zijde van [eisers in conventie].

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/397293 / HA ZA 22-225
Vonnis van 17 mei 2023
in de zaak van

1.[eiser in conventie sub 1] ,

te [woonplaats] ,
2.
[eiser in conventie sub 2],
te [woonplaats] ,
eisende partijen in conventie,
verwerende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [eisers in conventie] ,
advocaat: mr. Th.J.A. Winnubst te 's-Hertogenbosch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SEMPY BV,
te Breda,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Sempy,
advocaat: mr. P.J.M. Boomaars te Breda.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 12 oktober 2022;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, met de producties 11 tot en met 13;;
- de brief van 7 maart 2023 met producties 14 tot en met 16 van [eisers in conventie] ;
- de brief van 13 maart 2023 met productie 4 van Sempy;
- de mondelinge behandeling van 31 maart 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de spreekaantekeningen van mr. Boomaars.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In juni 2019 hebben [eisers in conventie] en Sempy een overeenkomst gesloten, waarbij [eisers in conventie] de aandelen in de vennootschap Netcar Holding BV aan Sempy heeft verkocht voor een koopprijs van € 7.000.000,00 onder aftrek van een discount van € 30.000,00 (productie 2 bij dagvaarding). Feitelijk gaat het dus om een koopprijs van
€ 6.970.000,00.
2.2.
De overeenkomst is mede ondertekend door de heer [naam 1] , de statutair bestuurder van Sempy.
2.3.
Op 21 oktober 2019 is de notariële akte van aandelenoverdracht gepasseerd, waarmee [eisers in conventie] als verkoper de aandelen in Netcar Holding BV heeft geleverd aan Sempy (productie 1 bij dagvaarding). Over de betaling van de koopprijs is in deze akte het volgende opgenomen:

Voormelde koopprijs is voldaan:
-
deels doordat Koper voor zijn rekening neemt en als eigen schuld voldoet, de schuld die Verkoper heeft aan de Vennootschap uit hoofde van een rekening-courantverhouding per heden ten bedrage van zesduizend negenhonderd en elf (€ 6.911) en uit hoofde van een geldlening van een miljoen vierhonderd achtendertigduizend en zesentwintig (€ 1.438.026), zijnde in totaal een miljoen vierhonderd vier en veertigduizend negenhonderd zeven en dertig euro en vier en tachtig eurocent (€ 1.444.937,84); van de schuldoverneming door Koper van de rekening-courantschuld en de lening van Verkoper geven partijen bij dezen aan de Vennootschap die aan de schuldoverneming haar toestemming geeft;
-
deels doordat partijen bij deze overeenkomen dat door Verkoper afstand wordt gedaan van het recht tot betaling van een gedeelte van de hem toekomende koopprijs ten bedrage van drie miljoen negenhonderdduizend euro (€ 3.900.000,00), zulks onder de verplichting voor Koper om aan Verkoper uit geldlening schuldig te erkennen – hetgeen Koper bij dezen schuldig erkent – een bedrag in contanten van drie miljoen negenhonderdduizend euro (€ 3.900.000,00) onder de hierna vermelde bepalingen en bedingen, welke afstanddoening door Koper wordt aanvaard, en welke schuldigerkenning door Verkoper wordt aanvaard; en
-
deels door betaling van een bedrag van een miljoen zeshonderd vijf en vijftigduizend twee en zestig euro en zestien eurocent (€ 1.655.062,16) – te verminderen met voormelde discount van dertigduizend euro (€ 30.000,00) – op een rekening en/of in handen van de notaris.
Verkoper verleent Koper kwijting voor de betaling van de koopprijs.
Bepalingen geldlening
De comparanten, handelend als gemeld, verklaarden dat voormelde schuldigerkenning is geschied onder de bepalingen en bedingen als gemeld in de Koopovereenkomst, luidende:
“2. Voor 1 juni 2020 en vervolgens ieder volgend jaar tot en met 1 juni 2025 zal koper voldoen het bedrag dat door Netcar Holding B.V., rekening houdend met de uitkeringstoets, als dividend kan worden uitgekeerd aan koper. Uiteraard geldt als voorwaarde dat Netcar Juridische Dienstverlening B. V. ook jaarlijks het dividend uitkeert dat, rekening houdend met de uitkeringstoets, als dividend uitgekeerd kan worden.
3. Indien na 1 juni 2025 de gehele koopsom rekening houdend met het bovenstaande nog niet is voldaan, zal verkoper een eventueel restant van de koopsom aan verkoper kwijtschelden.
2.4.
Op 18 oktober 2019 – voorafgaand aan de levering van de aandelen – is door Netcar Holding BV een bedrag van € 1.655.062,16 overgemaakt naar de derdengeldenrekening van de notaris (productie 13 bij conclusie van antwoord in reconventie).
2.5.
Op 22 oktober 2019 heeft de notaris in twee delen in totaal € 1.625.062,16 overgemaakt aan [eisers in conventie] (productie 9 bij dagvaarding).
2.6.
Eveneens op 22 oktober 2019 heeft de algemene vergadering van aandeelhouders van Netcar Holding BV – de heer [naam 1] namens Sempy als 100%-aandeelhouder – besloten tot uitkering van een dividend van € 3.100.000 aan Sempy (productie 12 bij conclusie van antwoord in reconventie).
2.7.
Op 17 juli 2021 heeft de algemene vergadering van aandeelhouders van Netcar Holding BV – de heer [naam 1] namens Sempy als 100%-aandeelhouder – besloten om € 275.000 aan dividend uit te keren aan Sempy (productie 3 bij dagvaarding).
2.8.
Dit bedrag is – nadat de heer [naam 1] het gewenste bankrekeningnummer bij e-mail van 27 oktober 2021 heeft doorgegeven (productie 4 bij dagvaarding) – op 27 oktober 2021 overgemaakt aan Sempy (productie 5 bij dagvaarding).
2.9.
[eisers in conventie] heeft Sempy op 2 november 2021 verzocht om het bedrag aan dividend – de € 275.000,00 – op grond van de bepalingen uit de koopovereenkomst en akte van aandelenoverdracht aan hem over te maken (productie 4 bij dagvaarding).
2.10.
Op 21 februari 2022 heeft de accountant van [eisers in conventie] aan Sempy een betalingsherinnering gestuurd en Sempy verzocht om het bedrag binnen acht dagen te betalen (productie 6 bij dagvaarding).
2.11.
Sempy heeft dit bedrag niet voldaan aan [eisers in conventie]

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eisers in conventie] vordert – samengevat – veroordeling van Sempy tot betaling van een bedrag van € 275.000,00 vermeerderd met wettelijke (handels)rente, een bedrag van € 3.811,50 aan buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten inclusief beslagkosten en nakosten.
3.2.
Sempy voert verweer. Sempy concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eisers in conventie] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eisers in conventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eisers in conventie] in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
Sempy vordert – samengevat – hoofdelijke veroordeling van [verweerders in reconventie] tot betaling van € 3.070.000,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten inclusief nakosten.
3.5.
[verweerders in reconventie] voert verweer. [verweerders in reconventie] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Sempy, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Sempy, met veroordeling van Sempy in de kosten van deze procedure.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Aangezien [eisers in conventie] zijn woonplaats heeft in België en de vordering in conventie daarom een internationaal karakter heeft, dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of zij bevoegd is van de vordering kennis te nemen. Deze vraag dient beantwoord te worden aan de hand van de Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (verder: Brussel I bis), aangezien het hier gaat om een burgerlijke zaak als bedoeld in artikel 1 lid 1 Brussel I bis. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend op grond van art. 4 lid 1 Brussel I bis. Sempy is gevestigd in Nederland, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is. De Nederlandse rechter is ten aanzien van de vordering in reconventie eveneens bevoegd op grond van artikel 8 lid 1 sub 3 Brussel I bis, nu deze vordering verknocht is met de vordering in conventie.
4.2.
Partijen hebben zich niet uitgelaten over het toepasselijke recht. De rechtbank begrijpt daaruit, en uit de op het Nederlandse recht gebaseerde stellingen en weren van beide partijen, dat dat zij voor de toepasselijkheid van het Nederlandse recht hebben gekozen ex artikel 3 Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) voor de vorderingen in conventie en ex artikel 14 Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II) voor de vorderingen in reconventie.
in conventie
4.3.
[eisers in conventie] vordert nakoming van de koopovereenkomst. Op grond van deze overeenkomst is Sempy nog een bedrag van € 3.900.000,00 verschuldigd die zij dient te voldoen uit de dividenden die zij ontvangt van Netcar Holding BV. Sempy heeft op 27 oktober 2021 € 275.000,00 aan dividend ontvangen van Netcar Holding BV, maar heeft dit bedrag niet betaald aan [eisers in conventie]
4.4.
Sempy betwist niet dat zij de koopovereenkomst met [eisers in conventie] heeft gesloten en evenmin dat zij op grond van deze overeenkomst in beginsel het ontvangen dividend ter aflossing van het schuldig gebleven deel van de koopsom ad € 3.900.000,00 dient te betalen aan [eisers in conventie] Sempy verweert zich echter met de stelling dat de koopovereenkomst nietig is op grond van artikel 3:40 BW wegens strijd met de goede zeden en de openbare orde. Vanwege deze nietigheid bestaat er geen rechtsgrond voor de vordering van [eisers in conventie] , aldus Sempy.
4.5.
Sempy stelt allereerst dat sprake is van schuldeisersbenadeling. Op grond van de koopovereenkomst is de oorspronkelijke schuld van [eisers in conventie] aan Netcar Holding BV van € 1.444.937,84 overgeheveld naar Sempy. Op die manier hoeft [eisers in conventie] deze schuld niet meer te voldoen, terwijl Sempy het vermogen niet heeft om de schuld te betalen. Verder heeft Netcar Holding BV zelf € 1.655.062,16 betaald aan de notaris als onderdeel van de koopprijs. Sempy heeft niets betaald. Op deze wijze is Netcar Holding BV helemaal leeggetrokken en is [eisers in conventie] verrijkt. Sempy stelt dat [eisers in conventie] als gevolg daarvan wist of behoorde te weten dat een of meer schuldeisers van Netcar Holding BV benadeeld zouden worden in hun verhaalsmogelijkheden.
4.6.
De rechtbank is van oordeel dat het verweer van Sempy op deze grond niet slaagt. Gesteld noch gebleken is dat Netcar Holding BV schuldeisers heeft die benadeeld zijn. Sempy wijst weliswaar op het arrest van de Hoge Raad van 19 december 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3650) waaruit volgt dat voor nietigheid van een rechtshandeling wegens strijd met de goede zeden op de grond dat deze strekt tot benadeling van schuldeisers, niet is vereist dat ten tijde van het aangaan van de rechtshandeling vaststaat of aannemelijk is dat schuldeisers als gevolg van de rechtshandeling daadwerkelijk (zullen) worden benadeeld, maar in het geval waarop het genoemde arrest ziet, is wel vereist dat de strekking van de rechtshandeling de benadeling van schuldeisers is. Onvoldoende gesteld noch gebleken is dat het oogmerk van de koopovereenkomst schuldeisersbenadeling is. Het enkele feit dat vermogen van Netcar Holding BV naar [eisers in conventie] is gegaan en dat [eisers in conventie] door deze rechtshandeling niet meer zijn schuld aan Netcar Holding BV hoeft te voldoen, is daarvoor onvoldoende.
4.7.
Bovendien is – anders dan Sempy stelt – niet gebleken dat Netcar Holding BV nog een vordering heeft op Sempy. Uit de feiten volgt dat als gevolg van het besluit van 22 oktober 2019 tot uitkering van een dividend van € 3.100.000 aan Sempy, de door Sempy van [eisers in conventie] overgenomen schuld ad € 1.444.937,84 volledig is verrekend. Ook het door Netcar Holding BV kennelijk namens Sempy betaalde deel van de koopsom ad € 1.655.062,16 is hiermee verrekend. Deze bedragen opgeteld zijn precies € 3.100.000,00. Dat betekent dat Sempy geen schuld van € 1.444.937,84 meer heeft aan Netcar Holding BV en dat Netcar Holding BV door verrekening is voldaan. Verrekening is een door de wet toegestane betaalwijze en is niet in strijd met de goede zeden.
4.8.
Sempy stelt daarnaast dat het doel van de overeenkomst het ontduiken van belasting is en dat de overeenkomst ook daarom in strijd met de goede zeden en de openbare orde is. Door deze constructie heeft [eisers in conventie] als het ware dividend verkregen van Netcar Holding BV zonder dividendbelasting te betalen. Volgens Sempy is de constructie opgetuigd door [naam 2] , de fiscalist van [eisers in conventie] , en [naam 3] werkzaam bij [bedrijf] . [naam 3] – voorheen een vertrouwenspersoon voor [naam 1] – heeft [naam 1] benaderd met het voorstel om op eenvoudige wijze € 30.000,00 te verdienen. Hij hoefde alleen de overeenkomst te tekenen. Dat heeft [naam 1] namens Sempy gedaan. Uiteindelijk bleek echter dat enkel [eisers in conventie] en [naam 3] baat hadden bij deze overeenkomst. [naam 3] heeft de € 30.000,00 verkregen en heeft op deze wijze ervoor gezorgd dat zijn cliënt geen belasting hoefde te betalen.
4.9.
[eisers in conventie] erkent dat het de bedoeling was dat [eisers in conventie] op deze wijze de verkoopprijs van de aandelen netto in plaats van bruto zou ontvangen. [eisers in conventie] is namelijk een inwoner in België. Een aandeelhouder van een Nederlandse vennootschap die in België woont, hoeft volgens de Belgische fiscale wetgeving geen belasting te betalen over de verkoopprijs. [eisers in conventie] heeft van deze voor hem gunstige – en volledig legale – regeling gebruik gemaakt. Dit is niet in strijd met de openbare orde en/of goede zeden. Sempy en [naam 3] hebben dit ook vaker gedaan, waarbij Sempy daarvoor steeds een vergoeding ontving, aldus [eisers in conventie] .
4.10.
De rechtbank overweegt dat een fiscaal gunstige transactie op zichzelf niet ongeoorloofd is. Dat is slechts anders indien sprake is van belastingontduiking. [eisers in conventie] stelt dat hier sprake is van een legale constructie die vaker wordt toegepast. De Belastingdienst heeft ook geen naheffing opgelegd. Sempy heeft onvoldoende betwist dat sprake is van een legale constructie. Sempy heeft enkel gesteld dat [naam 3] desgevraagd heeft gezegd dat hij een dergelijke overeenkomst vanwege de risico’s niet met zijn eigen vennootschap zou aangaan. Een nadere toelichting ontbreekt. Gelet hierop is onvoldoende vast komen te staan dat de koopovereenkomst in strijd is met de goede zeden en de openbare orde. Het verweer van Sempy slaagt daarom niet.
4.11.
Uit het voorgaande volgt dat niet vast is komen staan dat de koopovereenkomst nietig is. Dat betekent dat Sempy de overeenkomst moet nakomen. De vordering van [eisers in conventie] tot betaling van € 275.000,00 zal worden toegewezen.
4.12.
[eisers in conventie] vordert betaling van dit bedrag vermeerderd met wettelijke handelsrente. Niet gesteld of gebleken is dat sprake is van een handelsovereenkomst in de zin van artikel 6:119a BW, zodat de gevorderde handelsrente niet toewijsbaar is. In plaats daarvan zal de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW worden toegewezen vanaf 1 maart 2022.
4.13.
[eisers in conventie] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. [eisers in conventie] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt (inclusief btw) overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.14.
[eisers in conventie] vordert Sempy te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden vastgesteld op € 452,47 voor kosten deurwaardersexploten en € 2.645,00 voor salaris advocaat (1,0 punt × € 2.645,00), totaal € 3.097,47. De griffierechten die zijn voldaan voor het beslagrekest zullen worden meegenomen in de proceskosten.
4.15.
Sempy is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eisers in conventie] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
125,03
- griffierecht
2.277,00
- salaris advocaat
5.290,00
(2,0 punten × € 2.645,00)
Totaal
7.692,03
4.16.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
in reconventie
4.17.
Sempy heeft haar vorderingen in reconventie ingesteld onder de voorwaarde dat de rechtbank van oordeel is dat de tussen Sempy en [verweerders in reconventie] gesloten overeenkomst niet nietig is en in stand blijft. Gelet op hetgeen hiervoor in conventie is geoordeeld wordt deze voorwaarde vervult, waardoor de rechtbank de vorderingen van Sempy in reconventie zal behandelen.
4.18.
Sempy stelt allereerst dat Netcar Holding BV in oktober 2019 een tweetal bedragen van € 812.531,08, dus in totaal € 1.625.062,16 via de notaris aan [verweerders in reconventie] heeft overgemaakt. Hiervoor ontbreekt volgens Sempy iedere grondslag. Netcar Holding BV heeft daarom een vordering op [verweerders in reconventie] uit onverschuldigde betaling en zij heeft die vordering overgedragen aan Sempy.
4.19.
[verweerders in reconventie] betwist dat Sempy een vordering heeft. Volgens [verweerders in reconventie] hebben alle betalingen en/of verrekeningen door Netcar Holding B.V. conform de overeenkomst plaatsgevonden. Sempy noch Netcar Holding BV heeft aan de transactie schulden overgehouden. Netcar Holding BV heeft geen vordering op [verweerders in reconventie] Zij kan dus geen vordering hebben overgedragen.
4.20.
De rechtbank stelt vast dat het bedrag van € 1.625.062,16 ziet op de verplichting tot betaling van een deel van de koopsom uit hoofde van de koopovereenkomst. Dit was een verplichting van Sempy die is voldaan door Netcar Holding BV. In de notariële akte van aandelenoverdracht staat dit bedrag genoemd als reeds voldaan op een rekening en/of in handen van de notaris. Artikel 6:30 BW staat toe dat een verbintenis wordt nagekomen door een ander. Die nakoming door een ander – hier de betaling van € 1.625.062,16 door Netcar Holding BV – is dan niet onverschuldigd. Netcar Holding BV heeft dus geen vordering op [verweerders in reconventie] uit onverschuldigde betaling en kan dus ook geen vordering hebben overgedragen aan Sempy. Om die reden moet de vordering van Sempy worden afgewezen.
4.21.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat Netcar Holding BV door betaling van dit bedrag aan [verweerders in reconventie] ten behoeve van Sempy, wel (mogelijk) een vordering op Sempy heeft verkregen. Door het besluit op 22 oktober 2019 tot een dividenduitkering van € 3.100.000,00 aan Sempy is die vordering echter volledig verrekend. Dat betekent dat Netcar Holding BV evenmin een vordering op Sempy heeft.
4.22.
Ten tweede stelt Sempy dat [verweerders in reconventie] als bestuurder van Netcar Holding BV onrechtmatig heeft gehandeld doordat hij ermee heeft ingestemd dat de schulden van [verweerders in reconventie] van € 1.444.937,84 aan Netcar Holding BV overgedragen werden aan Sempy, terwijl Sempy een lege vennootschap zonder enig vermogen of inkomsten is. Daarmee heeft [verweerders in reconventie] feitelijk bewerkstelligd dat Netcar Holding BV het bedrag van € 1.444.937,84 nooit zal ontvangen, aldus Sempy. Dit terwijl [verweerders in reconventie] een tegenstrijdig belang had als bestuurder. De schade dient volgens Sempy te worden gesteld op € 1.444.937,84. Ook die vordering uit onrechtmatige daad heeft Netcar Holding BV overgedragen aan Sempy.
4.23.
De rechtbank overweegt dat hiervoor in conventie al is geoordeeld dat ook de van [verweerders in reconventie] door Sempy overgenomen schuld aan Netcar Holding BV van € 1.444.937,84 is voldaan door verrekening met dividenduitkering van € 3.100.000,00. Verrekening is een rechtsgeldige wijze van betaling. Dat betekent dat Netcar Holding BV rechtens is voldaan. Gelet hierop heeft Sempy onvoldoende gesteld dat sprake is van een onrechtmatige gedraging op grond waarvan Netcar Holding BV zou zijn benadeeld. Ook deze vordering zal daarom worden afgewezen.
4.24.
Sempy is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [verweerders in reconventie] vastgesteld op € 4.247,00 aan salaris advocaat (2,0 punten × factor 0,5 × € 4.247,00).
4.25.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt Sempy om aan [eisers in conventie] te betalen een bedrag van € 275.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 1 maart 2022, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Sempy om aan [eisers in conventie] te betalen een bedrag van € 3.811,50 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.3.
veroordeelt Sempy in de beslagkosten, tot op heden vastgesteld op € 3.097,47,
5.4.
veroordeelt Sempy in de proceskosten, aan de zijde van [eisers in conventie] tot dit vonnis vastgesteld op € 7.692,03,
5.5.
veroordeelt Sempy in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 135,50 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 45,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als Sempy niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.8.
wijst de vorderingen van Sempy af,
5.9.
veroordeelt Sempy in de proceskosten, aan de zijde van [verweerders in reconventie] tot dit vonnis vastgesteld op € 4.247,00,
5.10.
veroordeelt Sempy in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 135,50 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 45,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als Sempy niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden.
Dit vonnis is gewezen door mr. Scheffers en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023.