Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 15 januari 2023 met producties;
- de conclusie van repliek van 15 maart 2023 met producties;
- de op 17 april 2023 ter griffie ontvangen conclusie van dupliek met één productie.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de rechtspersoon Alektum Capital II AG, gevestigd in Zwitserland, en een gedaagde die in Nederland woont. Alektum vorderde betaling van € 390,66 van de gedaagde, die volgens Alektum een bestelling had geplaatst op een webshop en deze niet had betaald. De gedaagde betwistte echter de bestelling te hebben geplaatst en voerde aan dat er sprake was van identiteitsfraude. De kantonrechter moest allereerst beoordelen of de Nederlandse rechter bevoegd was om van de vordering kennis te nemen, gezien het internationale karakter van de zaak. De kantonrechter oordeelde dat de Nederlandse rechter bevoegd was, omdat de gedaagde in Nederland woonachtig is.
Vervolgens werd de vraag behandeld welk recht van toepassing was op de overeenkomst. De kantonrechter concludeerde dat, indien er sprake was van een overeenkomst, het Nederlands recht van toepassing zou zijn. De gedaagde betwistte echter dat er een overeenkomst was gesloten, en de kantonrechter oordeelde dat Alektum onvoldoende bewijs had geleverd dat de gedaagde de overeenkomst was aangegaan of het pakket had ontvangen. De kantonrechter wees de vordering van Alektum af, omdat niet kon worden vastgesteld dat er een geldige overeenkomst was.
Tot slot werd Alektum, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten, maar de kosten van de gedaagde werden op nihil bepaald, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd.