ECLI:NL:RBZWB:2023:3432

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
19 mei 2023
Zaaknummer
10251572 CV 22-3957 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid Nederlandse rechter en toepasselijk recht bij consumentenkoop

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de rechtspersoon Alektum Capital II AG, gevestigd in Zwitserland, en een gedaagde die in Nederland woont. Alektum vorderde betaling van € 390,66 van de gedaagde, die volgens Alektum een bestelling had geplaatst op een webshop en deze niet had betaald. De gedaagde betwistte echter de bestelling te hebben geplaatst en voerde aan dat er sprake was van identiteitsfraude. De kantonrechter moest allereerst beoordelen of de Nederlandse rechter bevoegd was om van de vordering kennis te nemen, gezien het internationale karakter van de zaak. De kantonrechter oordeelde dat de Nederlandse rechter bevoegd was, omdat de gedaagde in Nederland woonachtig is.

Vervolgens werd de vraag behandeld welk recht van toepassing was op de overeenkomst. De kantonrechter concludeerde dat, indien er sprake was van een overeenkomst, het Nederlands recht van toepassing zou zijn. De gedaagde betwistte echter dat er een overeenkomst was gesloten, en de kantonrechter oordeelde dat Alektum onvoldoende bewijs had geleverd dat de gedaagde de overeenkomst was aangegaan of het pakket had ontvangen. De kantonrechter wees de vordering van Alektum af, omdat niet kon worden vastgesteld dat er een geldige overeenkomst was.

Tot slot werd Alektum, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten, maar de kosten van de gedaagde werden op nihil bepaald, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10251572 CV EXPL 22-3957
Vonnis van 17 mei 2023
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht ALEKTUM CAPITAL II AG,
gevestigd en kantoorhoudende te Zug (Zwitserland),
eisende partij,
hierna te noemen: Alektum,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso te Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 9 december 2022 met producties;
- de conclusie van antwoord van 15 januari 2023 met producties;
- de conclusie van repliek van 15 maart 2023 met producties;
- de op 17 april 2023 ter griffie ontvangen conclusie van dupliek met één productie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
Alektum vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 390,66, vermeerderd met rente en kosten. Zij stelt dat [gedaagde] een bestelling heeft gedaan op de [website] . Bij het afrekenen in de webshop heeft hij gekozen om achteraf te betalen via Klarna Bank AB (verder: Klarna). Hierdoor is de vordering van de webshop op Klarna overgegaan. Klarna heeft vervolgens de vordering gecedeerd aan Alektum. Ondanks diverse sommaties heeft [gedaagde] de vordering niet voldaan, zodat hij buitengerechtelijke kosten en rente verschuldigd is geworden. Op het verweer van [gedaagde] voert Alektum aan dat degene, die de bestelling heeft gedaan, het juiste adres, de roepnaam en achternaam van [gedaagde] heeft ingevuld. De ingevulde geboortedatum blijkt niet te kloppen, maar dat is onvoldoende om niet aan te nemen dat [gedaagde] de bestelling niet heeft gedaan. Bij het invullen van die gegevens kan de rechtsvoorgangster van Alektum deze niet controleren, zodat bij de bestelling van de juistheid van die gegevens wordt uitgegaan. Klarna is niet bekend met een brief van [gedaagde] . Hij heeft wel op enig moment contact opgenomen met Alektum, maar na haar reactie daarop heeft hij niet meer gereageerd. PostNL heeft geen klacht van [gedaagde] ontvangen. Bovendien kan het zijn dat [gedaagde] het afhaalpunt heeft gewijzigd naar een afhaalpunt in Helmond en daar het pakket heeft afgehaald. Alektum is dan ook van mening dat [gedaagde] de bestelling heeft geplaatst en het pakket heeft ontvangen.
2.2.
[gedaagde] voert verweer. Hij voert aan dat hij de bestelling niet heeft gedaan. Het [e-mailadres] is niet van hem. Er is dan ook sprake van identiteitsfraude. Het enige wat hij van de bestelling heeft doorgekregen was een bericht in de PostNLapp dat hij een pakket in Helmond kon afhalen en een aanmaning van Klarna. Ondanks dat hij had aangegeven dat het pakket niet mocht worden afgegeven is dat alsnog gedaan. Hierover heeft hij een klacht ingediend bij PostNL. Ook heeft hij de gang van zaken aan Klarna bericht en vervolgens niets meer gehoord tot de ontvangst van de dagvaarding. De vordering dient dan ook te worden afgewezen. [gedaagde] vraagt tot slot vergoeding van zijn kosten, nu de zaak hem veel tijd en ergernis heeft gekost.
2.3.
Alvorens in te gaan op de inhoud van de zaak overweegt de kantonrechter dat, nu Alektum in Zwitserland gevestigd is, de onderhavige procedure een internationaal karakter draagt. Daarbij zijn beide rechtsvoorgangsters van Alektum ook in het buitenland gevestigd, zodat ook die overeenkomst(en) een internationaal karakter dragen.
2.4.
Allereerst dient daarom de vraag beantwoord te worden of de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De kantonrechter beantwoordt die vraag bevestigend, omdat [gedaagde] in Nederland woonachtig is. Als uitgegaan wordt van een consumentenovereenkomst is de Nederlandse rechter bevoegd op grond van artikel 18 lid 2 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012. Indien geen sprake is van een (consumenten)overeenkomst is de Nederlandse rechter bevoegd op grond van artikel 4 lid 1 van de voornoemde verordening.
2.5.
Voorts is van belang welk recht op de overeenkomst van toepassing is. Gelet op artikel 6 lid 1 van de Verordening (EU) nr. 593/2008 in samenhang bezien met artikel 17.1 van de toepasselijke algemene voorwaarden van de webshop is op de overeenkomst Nederlands recht van toepassing als sprake is van een overeenkomst. Als geen sprake is van een overeenkomst is het Nederlands recht alsnog van toepassing, maar dan op grond van artikel 10 lid 3 van de Verordening (EG) nr. 864/2007. De vordering zal dan ook worden beoordeeld naar Nederlands recht.
2.6.
Tussen partijen staat vast dat er goederen zijn besteld op de voornoemde website en dat bij de bestelling de (roep)naam en het adres van [gedaagde] zijn ingevuld. Vervolgens staat vast dat het pakket in Helmond is afgehaald bij een PostNL-afhaalpunt en dat de koopprijs van de goederen onbetaald is gebleven. Tot slot staat vast dat de mogelijke vordering uiteindelijk is gecedeerd aan Alektum. Alektum stelt zich op het standpunt dat sprake is van een consumentenkoopovereenkomst tussen haar rechtsvoorgangster en [gedaagde] . [gedaagde] betwist het voorgaande.
2.7.
De kantonrechter overweegt dat, nu in geschil is of er sprake is van een overeenkomst, het aan Alektum is om voldoende te onderbouwen dat sprake is van een overeenkomst. Gelet op de stellingen van partijen en de overgelegde stukken wordt het standpunt van Alektum enkel onderbouwd door het gebruik van de roepnaam en het woonadres van [gedaagde] bij de bestelling. Daartegenover staat echter dat vaststaat dat de gebruikte geboortedatum niet juist is. Door [gedaagde] wordt vervolgens betwist dat het gebruikte e-mailadres zijn adres is. Uit zijn reactie op de aanmaningen (productie 8 bij de conclusie van repliek) blijkt dat hij een ander e-mailadres gebruikt. Ook staat vast dat het pakket niet bij hem thuis is afgeleverd, maar in Helmond, ruim een uur reizen van zijn woonadres. Daarbij blijkt uit de overgelegde stukken voldoende dat de handtekening van degene, die het pakket afhaalde, afwijkt van de handtekening van [gedaagde] . Dit maakt het twijfelachtig dat het pakket door hem is afgehaald. Al met al is de kantonrechter van oordeel dat door Alektum, gelet op de gemotiveerde en onderbouwde betwisting door [gedaagde] , onvoldoende is onderbouwd dat [gedaagde] de overeenkomst met de rechtsvoorgangster is aangegaan, dan wel het pakket in ontvangst heeft genomen.
2.8.
Het voorgaande leidt ertoe dat niet kan worden vastgesteld dat Alektum een vordering heeft op [gedaagde] . Deze wordt dan ook afgewezen.
2.9.
Alektum wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. [gedaagde] vraagt zijn uren te vergoeden, maar heeft het genoemde uurtarief niet onderbouwd en ook heeft hij niet inzichtelijk gemaakt hoeveel uren aan inkomen hij heeft gederfd. Nu zijn kosten onvoldoende zijn onderbouwd, bepaalt de kantonrechter zijn kosten op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter
wijst de vorderingen van Alektum af;
veroordeelt Alektum in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] bepaalt op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023.