Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 27 september 2022 onder [belanghebbende] in het strafvorderlijk onderzoek tegen die [belanghebbende] in beslag zijn genomen: een driewielig motorrijtuig van het Quadro3 en voorzien van het [kenteken] (hierna: motorrijtuig) en een geldbedrag van 2.400 euro (hierna: geldbedrag);
- het klaagschrift, ingediend op 1 december 2022 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
- het schriftelijke standpunt van het Openbaar Ministerie;
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).