Op 25 mei 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2005. De zaak betreft het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie op 19 mei 2022. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld met gesloten deuren op 11 mei 2023, waarbij de officier van justitie, mr. M.P. de Graaf, en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De verdachte heeft tijdens de zitting een bekennende verklaring afgelegd, en de rechtbank heeft vastgesteld dat de tenlastelegging geldig is en dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan het voorhanden hebben van een pistool en 12 kogelpatronen. De verdachte heeft verklaard het pistool op school in zijn tas te hebben meegenomen uit angst dat zijn jongere broertje het zou vinden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een leerstraf van 20 uur in de vorm van Tools4U, een werkstraf van 40 uur, en een jeugddetentie van 6 weken, waarvan 40 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder het volgen van school en het meewerken aan het vinden van een passende vervolgopleiding.
De rechtbank heeft ook beslist over het beslag, waarbij de teruggave van een muts van Louis Vuitton aan de verdachte is gelast, terwijl andere in beslag genomen voorwerpen, zoals het wapen en de munitie, zijn onttrokken aan het verkeer. De beslissing is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet wapens en munitie. Het vonnis is uitgesproken door de kinderrechters mr. Pellikaan, mr. Toekoen en mr. Phillips, in aanwezigheid van de griffier.