ECLI:NL:RBZWB:2023:3610

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 mei 2023
Publicatiedatum
25 mei 2023
Zaaknummer
10135935 CV EXPL 22-3684 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en afwijzing van reconventionele vordering inzake kredietverzekering

In deze civiele procedure vordert Rieker Schuh AG, een Zwitserse rechtspersoon, betaling van openstaande facturen door Shoe-life B.V., een Nederlandse onderneming. Rieker Schuh AG heeft in de periode van april 2021 tot en met november 2021 schoenen aan Shoe-life B.V. geleverd, maar een deel van de facturen is onbetaald gebleven. Shoe-life B.V. erkent de schuld, maar stelt dat zij pas kan betalen wanneer zij weer inkomsten genereert, aangezien zij momenteel geen winkelpand heeft. Daarnaast stelt Shoe-life B.V. dat Rieker Schuh AG verantwoordelijk is voor de schade die zij lijdt doordat een concurrent dezelfde schoenen onder de adviesprijs verkoopt. De kantonrechter oordeelt dat Rieker Schuh AG niet verantwoordelijk is voor de verkoopprijzen van de concurrent en dat Shoe-life B.V. onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar schadeclaim. De kantonrechter wijst de vordering van Rieker Schuh AG tot betaling van € 7.465,78 toe, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten. In reconventie vordert Shoe-life B.V. dat Rieker Schuh AG haar van een zwarte lijst bij de kredietverzekeringsmaatschappij laat halen, maar deze vordering wordt afgewezen. De proceskosten worden toegewezen aan Rieker Schuh AG, terwijl ieder van de partijen in reconventie zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10135938 \ CV EXPL 22-3684
Vonnis van 24 mei 2023
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
RIEKER SCHUH AG,
te Thayngen, Zwitserland,
eisende partij,
hierna te noemen: Rieker Schuh AG,
gemachtigde: mr. A.J.M. Paanakker,
tegen
SHOE-LIFE B.V.,
te Waalwijk,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Shoe-life B.V.,
procederend bij haar directeur [naam] .

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 december 2022
- de mondelinge behandeling van 4 april 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Rieker Schuh AG houdt zich bezig met de ontwikkeling, productie en verkoop van schoenen van onder andere de merken Rieker en Remonte.
2.2
Rieker Schuh AG heeft in de periode april 2021 tot en met 30 november 2021 schoenen van het merk Rieker verkocht en geleverd aan Shoe-life B.V., waarvoor zij diverse facturen heeft verstuurd.
2.3
Shoe-life B.V. heeft de facturen voor een bedrag van € 6.407,84 onbetaald gelaten.

3.Het geschil

in conventie:
3.1
Rieker Schuh AG vordert - samengevat - veroordeling van Shoe-life B.V. tot betaling van € 7.474,33 (inclusief buitengerechtelijke incassokosten en contractuele rente tot en met 4 maart 2022), vermeerderd met rente vanaf 5 maart 2022. Zij stelt daartoe dat zij aan Schoe-life B.V. schoenen van het merk Rieker heeft verkocht en geleverd in de periode april 2021 tot en met 30 november 2021. De facturen die Rieker Schuh AG hiervoor heeft verzonden zijn – ondanks aanmaning daartoe – deels onbetaald gebleven.
3.2
Shoe-life B.V. erkent dat zij het bedrag van de openstaande facturen is verschuldigd, maar wil pas betalen als ze weer inkomsten heeft. Shoe-life B.V. heeft momenteel niet de beschikking over een winkelpand, maar probeert op korte termijn in een ander pand schoenen te verkopen. Daarnaast houdt zij Rieker Schuh AG aansprakelijk voor de schade die zij heeft geleden. Op nog geen honderd meter van haar (voormalige) winkel heeft Rieker Schuh AG aan een andere winkel, [bedrijf] , dezelfde schoenen – waaronder de wintercollectie van 2021 – verkocht en geleverd en die winkel verkoopt ze voor minder dan de adviesprijs. Hierdoor kopen klanten geen schoenen van het merk Rieker meer bij Shoe-life B.V., maar bij [bedrijf] . Omdat het niet is toegestaan onder de adviesprijs te verkopen heeft Shoe-Life B..V. aan Rieker Schuh AG meerdere keren verzocht maatregelen te nemen tegen [bedrijf] . Dit heeft Rieker Schuh AG niet gedaan, zodat Schoe-life B.V. (inkomens)schade heeft geleden.
in reconventie:
3.3
Shoe-life B.V. vordert dat Rieker Schuh AG er voor zorgt dat zij Shoe-life B.V. van de zwarte lijst laat halen bij de kredietverzekeringsmaatschappij van de leveranciers van schoenen.
3.4
Rieker Schuh AG voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering van Shoe-life B.V., met veroordeling van Shoe-life b.v. in de kosten van deze procedure.
3.5
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie:
4.1
Gelet op de erkenning aan de zijde van Shoe-life B.V. ligt het openstaande bedrag van de facturen ter hoogte van € 6.407,84 voor toewijzing gereed.
4.2
Over het standpunt van Shoe-Life B.V. dat zij schade heeft geleden, omdat [bedrijf] dezelfde schoenen aanbiedt tegen een lagere prijs dan de adviesprijs overweegt de kantonrechter als volgt. Door Rieker Schuh AG is onweersproken gesteld dat zij op basis van Europese wetgeving slechts een adviesprijs aan een winkelier kan geven, maar dat de winkelier zelf de prijs bepaalt. Op de facturen van Rieker Schuh AG staat een inkoop- en een adviesprijs. Zij heeft echter geen invloed op de verkoopprijs die een winkelier hanteert. In het licht van deze stelling heeft Shoe-Life B.V. onvoldoende gemotiveerd onderbouwd gesteld dat Rieker Shuh AG ten onrechte niet heeft opgetreden tegen het feit dat [bedrijf] schoenen van het merk Rieker onder de adviesprijs verkoopt, zodat haar verweer op dit punt niet slaagt. Ook de stelling van Shoe-Life B.V. dat zij hierdoor schade heeft geleden (en voor welk bedrag) heeft zij onvoldoende gemotiveerd onderbouwd, zodat ook dit standpunt zal worden gepasseerd.
4.3
Shoe-Life B.V. heeft verder nog aangevoerd dat zij van vertegenwoordigers van andere schoenmerken heeft vernomen dat Rieker Schuh AG rechtsreeks aan [bedrijf] heeft geleverd vanwege de provisie die zij daarvoor ontvangt. Ook mag volgens Shoe-Life B.V. een Nederlandse onderneming geen schoenen in het buitenland bestellen. Rieker Schuh AG betwist deze stellingen. Zij heeft geen schoenen aan [bedrijf] verkocht en geleverd, maar [bedrijf] heeft deze bij de groothandel in Duitsland besteld. Volgens haar kan iedere schoenwinkel bij de groothandel in Duitsland schoenen bestellen. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Rieker Schuh AG had het op de weg van Shoe-life B.V. gelegen om op dit punt met voldoende feiten en omstandigheden te onderbouwen dat Rieker Schuh AG vanwege provisie wel aan [bedrijf] heeft geleverd en dat een Nederlandse onderneming niet bij een groothandel in Duitsland schoenen mag bestellen. Nu dit door Shoe-Life B.V. is nagelaten, zal ook dit standpunt als onvoldoende onderbouwd worden gepasseerd.
4.4
Gezien het voorgaande is de door Shoe-Life B.V. gestelde schade niet komen vast te staan, zodat er geen vermindering van de hoofdsom kan volgen en het bedrag van € 6.407,79 toewijsbaar is. Het gevorderde bedrag van € 216,52 aan contractuele rente tot en met 4 maart 2022 is wegens betalingsverzuim eveneens toewijsbaar. Ook de gevorderde contractuele rente vanaf 5 maart 2022 over de hoofdsom tot aan de dag van betaling zal worden toegewezen.
4.5
Door Shoe-life B.V. is verzocht om uitstel van betaling van het openstaande bedrag. Zij heeft eerdere facturen wel (deels) betaald, waardoor ze facturen van anderen niet heeft kunnen betalen. Door de gemachtigde van Rieker Schuh AG is ter zitting opgemerkt dat zij met Rieker Schuh AG gaat bespreken om het vonnis voorlopig niet ten uitvoer te leggen. Zij kan daar echter geen concrete toezeggingen aan verbinden.
4.6
Rieker Schuh AG vordert een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De vordering van € 849,97 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 841,42 bij een hoofdsom van € 6.407,84. De kantonrechter wijst daarom een bedrag van € 841,42 aan buitengerechtelijke incassokosten toe.
4.7
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom € 6.407,84 +
- rente tot en met 4 maart 2022 € 216,52 +
- buitengerechtelijke incassokosten € 841,42
-------------------------------
Totaal € 7.465,78
4.8
Shoe-life B.V. is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Rieker Schuh AG als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
131,18
- griffierecht
514,00
- salaris gemachtigde
660,00
(2,00 punten × € 330,00)
Totaal
1.305,18
4.9
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
in reconventie:
4.1
Shoe-Life B.V. vordert dat Rieker Schuh AG er voor zorgt dat Shoe-life B.V. van de zwarte lijst wordt gehaald bij de kredietverzekeringsmaatschappij van de (schoenen)leveranciers. Rieker Schuh AG betwist dat er een zwarte lijst bestaat. Zij stelt dat bestellingen door klanten verzekerd kunnen worden door op krediet te kopen. Hierdoor lopen leveranciers geen risico als klanten hun verplichtingen niet nakomen. De kredietverzekeringsmaatschappij kan klanten weigeren als er nog een krediet openstaat.
4.11
De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu er nog een openstaande vordering van Shoe-life B.V. is bij de kredietmaatschappij staat het de kredietmaatschappij vrij om bestellingen van Schoe-life B.V. niet te verzekeren. Shoe-life B.V. kan er voor kiezen om – zoals ook door Rieker Schuh AG ter zitting is betoogd – bestellingen te plaatsen (en direct te betalen) zonder verzekering. Bovendien volgt uit de door Shoe-Life B.V. overgelegde stukken (productie 1) dat zij mogelijk ook bij andere leveranciers een achterstand heeft, waardoor de kredietmaatschappij ook om die reden geen bestellingen van haar meer wil verzekeren. Dat de kredietmaatschappij een bestelling niet wil verzekeren als er een betalingsachterstand is, is niet de verantwoordelijkheid van Rieker Schuh AG. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.12
De kantonrechter ziet in het beperkte debat van partijen aanleiding om te oordelen dat in reconventie ieder van partijen de eigen proceskosten dient te dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie:
veroordeelt Shoe-life B.V. om aan Rieker Schuh AG te betalen een bedrag van € 7.465,78, te vermeerderen met de contractuele handelsrente over een bedrag van € 6.407,84 vanaf 5 maart 2022 tot aan de dag van volledige betaling,
veroordeelt Shoe-life B.V. in de proceskosten, aan de zijde van Rieker Schuh AG tot dit vonnis vastgesteld op € 1.305,18, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
veroordeelt Shoe-Life B.V. onder de voorwaarde dat zij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door Rieker Schuh AG volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00 aan salaris voor de gemachtigde van Rieker Schuh AG, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de dag van betaling,
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
in reconventie:
wijst de vordering af;
bepaalt dat ieder van partijen de eigen proceskosten dient te dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben en in het openbaar uitgesproken op 24 mei 2023.