Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
[geboortedag01] 2018 te [geboorteplaats01] geboren.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 mei 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vervangende toestemming voor hulpverleningstrajecten voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. De vrouw, de moeder van [minderjarige01], verzocht de rechtbank om toestemming voor deelname van [minderjarige01] aan een specifiek programma bij een fysiotherapiepraktijk en voor het inzetten van hulpverlening gericht op gedragsproblemen en opvoedondersteuning. De man, de vader van [minderjarige01], voerde verweer en weigerde zijn toestemming te geven, waarbij hij stelde dat hij zelf voldoende in staat was om [minderjarige01] te begeleiden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige01], die gedragsproblemen vertoont zowel thuis als op school. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd dat professionele hulpverlening noodzakelijk is om de problemen van [minderjarige01] aan te pakken. De rechtbank oordeelde dat de vrouw vervangende toestemming nodig had voor de hulpverlening, aangezien de man zijn toestemming weigerde. De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw toegewezen, met de overweging dat de hulpverlening in het belang van [minderjarige01] is en dat het noodzakelijk is om snel in te grijpen.
De rechtbank heeft ook de noodzaak van opvoedondersteuning voor de vrouw erkend, gezien de uitdagingen die zij ondervindt in de opvoeding van [minderjarige01]. De rechtbank heeft de kosten van de procedure gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de hulpverlening onmiddellijk kan beginnen, ondanks het mogelijke hoger beroep.