Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[eiser02],
[eiser03],
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 maart 2023 met producties genummerd I tot en met VIII;
- het tegen gedaagde verleende verstek.
2.De beoordeling
598,00(1,0 punt × tarief € 598,00)
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, hebben eisers, bestaande uit een vennootschap onder firma en een besloten vennootschap, een schadevergoeding geëist van de gedaagde, Achmea Schadeverzekeringen NV, naar aanleiding van schade aan bedrijfsmiddelen en gebouwen onder een verzekeringsovereenkomst. De procedure is gestart met een dagvaarding op 14 maart 2023, waarbij gedaagde niet is verschenen, wat heeft geleid tot verstek. De rechtbank heeft de vordering van eisers beoordeeld en vastgesteld dat de gedaagde gehouden is om de geleden schade te vergoeden, conform de voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de door eisers verzochte uitvoerbaarverklaring bij voorraad voor de verklaringen voor recht niet kan worden toegewezen, omdat dit in strijd is met de aard van de verklaring. De rechtbank heeft gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.403,14. Het vonnis is op 17 mei 2023 uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van de verklaringen voor recht.