ECLI:NL:RBZWB:2023:369
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling UWV in proceskosten na intrekking beroep Wajong-uitkering
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 januari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om veroordeling in de proceskosten. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G.J.P.M. Mooren, had beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV van 9 maart 2021, waarin de Wajong-uitkering per 25 november 2020 werd geweigerd. Na een herbeoordeling door het UWV op 20 oktober 2022, werd de Wajong-uitkering alsnog toegekend. Verzoeker trok vervolgens het beroep in, maar verzocht de rechtbank om het UWV te veroordelen in de proceskosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV aan verzoeker is tegemoetgekomen, wat aanleiding gaf om het UWV te veroordelen in de proceskosten. De kosten zijn vastgesteld op € 2.031,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft ook overwogen dat het UWV het griffierecht van € 49,- aan verzoeker dient te vergoeden, maar dat hiervoor geen veroordeling nodig was. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.
De rechtbank heeft de uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht, en heeft de proceskosten vastgesteld op basis van de verleende rechtsbijstand. De beslissing kan binnen zes weken na verzending worden aangevochten.