Uitspraak
1.De procedure
- het mondeling antwoord waarbij producties zijn overgelegd;
- de conclusie van repliek met producties;
- de mondelinge dupliek;
- de akte uitlating producties van CZ.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft CZ Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde01] wegens achterstallige premiebetalingen voor een zorgverzekering. De procedure begon met een dagvaarding op 23 december 2022, gevolgd door verschillende schriftelijke en mondelinge uitlatingen van beide partijen. De kern van het geschil betreft de betaling van premies voor de maanden mei en juni 2022. CZ vorderde een totaalbedrag van € 287,02, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten.
[gedaagde01] betwistte de vordering en stelde dat hij alle premiebetalingen had voldaan, onderbouwd met betalingsbewijzen. De kantonrechter heeft de betalingsbewijzen van [gedaagde01] beoordeeld en vastgesteld dat de premie voor mei 2022 inderdaad was voldaan, terwijl de premie voor juni 2022 niet was betaald. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde01] tekort was geschoten in zijn betalingsverplichting en veroordeelde hem tot betaling van € 122,31 aan CZ.
Daarnaast heeft de kantonrechter CZ's vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en rente toegewezen, met inachtneming van de wettelijke bepalingen. De proceskosten werden eveneens aan [gedaagde01] opgelegd, aangezien hij grotendeels ongelijk kreeg. Het vonnis werd uitgesproken op 24 mei 2023 en is uitvoerbaar bij voorraad.