In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 mei 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 20 oktober 2021 voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft op 23 februari 2023 de Belastingdienst in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De rechtbank bepaalt dat de Belastingdienst binnen twee weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit moet nemen, maar verlengt deze termijn tot drie weken vanwege de grote hoeveelheid aanvragen die de Belastingdienst moet verwerken. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor haar proceskosten van € 418,50, terwijl het griffierecht van € 50,- door de Belastingdienst moet worden vergoed. De rechtbank wijst het verzoek van eiseres om een hogere proceskostenvergoeding af, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen.