ECLI:NL:RBZWB:2023:3787
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake aanvraag bijzondere bijstand en beoordeling door het college van burgemeester en wethouders van Breda
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 30 mei 2023, wordt de zaak behandeld van een eiser die beroep heeft ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. De eiser had op 6 mei 2021 een aanvraag voor bijzondere bijstand ingediend voor de kosten van bewindvoering. Het college had op 5 januari 2022 een besluit genomen waarin de aanvraag niet in behandeling werd genomen, omdat de gevraagde gegevens niet tijdig waren ingediend. Eiser was van mening dat het college niet goed had gemotiveerd waarom de bewindvoerder voldoende kans had om de stukken in te leveren en stelde dat het college geen verzendstaat of aangetekend schrijven had overgelegd waaruit bleek dat de herstelverzuimbrief was verzonden.
De rechtbank heeft de zaak op 17 mei 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van het college aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat het college niet in redelijkheid gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid om de aanvraag om bijzondere bijstand buiten behandeling te stellen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit wegens strijd met artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank geeft het college de gelegenheid om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen binnen zes weken na verzending van deze tussenuitspraak. Indien het college geen gebruik maakt van deze gelegenheid, dient het dit binnen twee weken aan de rechtbank mee te delen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van mr. S.C.J.J. van Roij, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open, maar kan worden ingesteld tegelijkertijd met het hoger beroep tegen de einduitspraak.