Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 april 2023 met producties,
- de akte wijziging eis, met productie,
- de mondelinge behandeling op 24 mei 2023,
- de pleitnota van eiseres met productie.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 mei 2023 een vonnis gewezen in kort geding, waarin de eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, een geldvordering heeft ingesteld tegen de gedaagde, een vennootschap naar Slowaaks recht. De gedaagde is niet verschenen in de procedure. De eiseres vorderde een voorlopige voorziening, waarbij zij de gedaagde verzocht te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 35.163,90, vermeerderd met contractuele rente, en om de kosten van het geding te vergoeden.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke termijn voor dagvaarden op mondelinge last is verkort en dat de bij wet voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen. Hierdoor werd verstek verleend aan de gedaagde. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van de eiseres niet ongegrond of onrechtmatig was, en heeft deze toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld om binnen 7 dagen na betekening van het vonnis het gevorderde bedrag te betalen, alsook de proceskosten van de eiseres, die zijn vastgesteld op € 4.032,08.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de gedaagde is ook veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over de proceskosten. Dit vonnis is mondeling uitgesproken door de voorzieningenrechter in aanwezigheid van de griffier.