ECLI:NL:RBZWB:2023:387

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 januari 2023
Publicatiedatum
24 januari 2023
Zaaknummer
405572_E24012023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • Peters
  • Hertsig
  • Tempel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civiele procedure

Op 24 januari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, in de verschoningskamer te Breda, een beslissing genomen op een verschoningsverzoek van een rechter die betrokken is bij een civiele procedure. Het verzoek tot verschoning werd ingediend omdat de rechter een persoonlijke relatie heeft met de directeur van de gedaagde partij in de hoofdzaak. De rechter wilde hiermee de schijn van partijdigheid voorkomen. Volgens de wet kan een rechter zich verschonen op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De verschoningskamer heeft vastgesteld dat er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de rechter in deze situatie niet onpartijdig kan zijn, en heeft het verzoek tot verschoning toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter zal worden voortgezet. De beslissing is genomen in raadkamer en wordt openbaar gemaakt. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Verschoningskamer
Locatie: Breda
Procedurenummer: C/02/ 405572 / HA RK 23-15
beslissing van 24 januari 2023
in de zaak van
mr. [voorletters] Dijkman
rechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant
hierna: de rechter
belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk 9974958 CV EXPL 22-2119 tussen:
[bedrijf 1]
gemachtigde: mr. L.H.A.M. Andriessen
en
[bedrijf 2] BV
gemachtigde: mr. E.A.J. Dekkers

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van de rechter van 24 januari 2023.
1.2
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter zitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd. Gebleken is dat de directeur van de gedaagde in de hoofdzaak een kennis is van haar echtgenoot en dat de rechter deze directeur via deze weg ook zelf persoonlijk kent. De rechter wenst met het verschoningsverzoek de schijn van partijdigheid te voorkomen.

3.Het wettelijk kader

3.1
In artikel 40, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is bepaald dat elk van de rechters die een zaak behandelen, kan verzoeken zich te mogen verschonen op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 36.
3.2
In artikel 36 Rv is bepaald dat elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van een partij kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
3.3
In artikel 41, tweede lid, Rv is bepaald dat de meervoudige kamer zo spoedig mogelijk beslist. De beslissing is gemotiveerd en wordt onverwijld aan partijen en de rechter, die het verzoek had gedaan, medegedeeld.

4.De beoordeling

4.1
Verschoning is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechters. Voorop staat dat een rechter uit hoofde van zijn of haar aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, of dat de vrees dat daarvan sprake is objectief gerechtvaardigd is.
4.2
Van een gebrek aan onpartijdigheid kan, geheel afgezien van de persoonlijke instelling van de betrokken rechter, ook sprake zijn wanneer bepaalde feiten en omstandigheden grond geven te vrezen dat het een rechter in die omstandigheden aan onpartijdigheid ontbreekt. Dan dient de rechter zich van een beslissing in de zaak te onthouden, nu rechtzoekenden in het rechterlijk apparaat vertrouwen moeten kunnen stellen. Daarom valt onder omstandigheden ook rekening te houden met de uiterlijke schijn van partijdigheid of vooringenomenheid.
4.3
Uit het verschoningsverzoek blijkt dat in dit geval sprake is van zodanige omstandigheden dat de rechter er rekening mee houdt dat anderen uit die omstandigheden een schijn van partijdigheid zouden kunnen afleiden. De verschoningskamer ziet hierin een genoegzame grond voor verschoning gelegen. Het verschoningsverzoek zal daarom worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

5.De beslissing

De verschoningskamer:
5.1
wijst het verzoek tot verschoning toe;
5.2
bepaalt dat, met inachtneming van het toegewezen verzoek, het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat het verschoningsverzoek werd ingediend;
5.3
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
 de rechter;
 de teamvoorzitter van het team waarin de rechter werkzaam is;
 de partijen in de hoofdzaak.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 24 januari 2023 door mr. Peters, rechter en voorzitter, en mr. Hertsig en mr. Tempel, rechters, in aanwezigheid van mr. Hamans, griffier. De beslissing wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
mr. Hertsig
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.