ECLI:NL:RBZWB:2023:3876

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 juni 2023
Publicatiedatum
6 juni 2023
Zaaknummer
AWB- 23_904
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T. Peters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 juni 2023, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal behandeld. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit dat op 21 september 2022 was genomen. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en begint op de dag na de bekendmaking van het besluit. Eiseres heeft haar beroepschrift pas op 27 januari 2023 ingediend, wat buiten de termijn valt.

De rechtbank onderzoekt of de bekendmaking van het besluit rechtsgeldig was. Eiseres stelt dat het college het besluit naar haar nieuwe adres had moeten sturen, maar de rechtbank oordeelt dat de bekendmaking op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. Het vermelden van een nieuw adres in een e-mail is niet voldoende om een adreswijziging kenbaar te maken. De rechtbank concludeert dat het college het besluit naar het juiste adres heeft gestuurd en dat eiseres haar adreswijziging niet op een kenbare wijze heeft doorgegeven.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/904

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 juni 2023 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam] , eiseres

(gemachtigde: mr. J. Geelhoed),
en

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal

(gemachtigde: mr. H.E. Jansen-van der Hoek.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van het college van 21 september 2022.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het te laat is ingediend en dit niet verschoonbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Voor het indienen van een beroepschrift geldt een termijn van zes weken. [1] Deze termijn begint op de dag na de dag waarop het besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. [2] Dat is in dit soort gevallen de dag na de dag waarop het besluit is toegezonden.
Een beroepschrift is op tijd ingediend wanneer het voor het einde van de termijn is ontvangen. [3] Wanneer het beroepschrift (aangetekend of niet-aangetekend) met de gewone post [4] wordt verstuurd, is het bij ontvangst na het einde van de termijn onder voorwaarden ook tijdig ingediend. [5]
3.1.
Als iemand een beroepschrift te laat indient, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet tijdig indienen van het beroepschrift verontschuldigbaar is. Dan laat de rechtbank niet-ontvankelijkverklaring op grond van die te late indiening achterwege. [6]
Is het beroep te laat ingediend?
4. Vast staat dat het college het bestreden besluit aan eiseres heeft toegezonden op 21 september 2022 door verzending per post. Als dit als rechtsgeldige bekendmaking moet worden gezien, eindigde de termijn voor het indienen van een beroepschrift op 2 november 2022.
4.1.
Eiseres heeft op 27 januari 2023 digitaal beroep ingesteld. Het beroepschrift is dus niet tijdig ingediend.
Was de bekendmaking rechtsgeldig?
5. Eiseres stelt dat het college de beslissing op bezwaar naar haar nieuwe adres had moeten zenden. Door dit niet te doen heeft het college het besluit niet op de juiste wijze bekend gemaakt. Het college had kunnen weten van het nieuwe adres, want dit was vermeld onderaan een mail van 12 september 2022. Eiseres vindt dat zij daarom op tijd was met het instellen van beroep.
5.1
Het college stelt dat de toezending van de beslissing op bezwaar wel als rechtsgeldige bekendmaking heeft te gelden. Eiseres heeft haar adreswijziging niet op een kenbare wijze bekend gemaakt en het college heeft de beslissing op bezwaar dus terecht gestuurd naar het adres dat op de aanvraag stond.
5.2
De rechtbank oordeelt dat de beslissing op bezwaar op de juiste wijze bekend is gemaakt. Het vermelden van een nieuw adres onderaan een e-mail is geen kenbare wijze van het doorgeven van een adreswijziging. Van de ontvanger kan niet verlangd worden dat hij bij elke mail die hij ontvangt controleert of de adresgegevens in de ondertekening nog wel kloppen met de gegevens die hij heeft van de verzender. Het is aan de verzender om uitdrukkelijk kenbaar te maken dat haar adres is gewijzigd. De mail die zij heeft overgelegd is onvoldoende om van een kenbare adreswijziging te spreken. Dat het college het bestreden besluit naar een oud adres heeft verzonden komt daarmee voor haar eigen rekening en risico.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is niet-ontvankelijk omdat eiseres het beroep te laat heeft ingediend. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, in aanwezigheid van mr.drs. R.J. Wesel, griffier, op 5 juni 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit volgt uit artikel 6:7 van de Awb.
2.Dit volgt uit artikel 6:8, eerste lid, van de Awb.
3.Dit volgt uit artikel 6:9, eerste lid, van de Awb.
4.Onder gewone post wordt verstaan door PostNL of door ieder ander bij de Autoriteit Consument en Markt geregistreerd postvervoerbedrijf.
5.Dit volgt uit artikel 6:9, tweede lid, van de Awb.
6.Dit volgt uit artikel 6:11 van de Awb.