Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
2.De feiten
- Op [overlijdensdatum01] is overleden de heer [erflater01] (hierna: erflater).
- Erflater was ten tijde van zijn overlijden in algehele gemeenschap van goederen gehuwd met [gedaagde01] .
- [eiser01] is enig kind van erflater uit een eerder huwelijk.
- Erflater heeft bij testament van 23 november 2021 [eiser01] tot enig en algehele erfgename benoemd. Aan [gedaagde01] is het legaat van recht van gebruik en bewoning van (het aandeel van erflater in) de woning [adres01] te [plaats02] (hierna: de woning) en het legaat van inboedel toegekend. De legaten zijn, voor zover deze waren aanvaard, op 26 november 2022 geëindigd.
- Erflater was antiekhandelaar. In de woning en in de daarbij behorende schuren en opstallen staat veel van zijn handel opgeslagen.
- [eiser01] heeft de erfenis beneficiair aanvaard. Zij is vereffenaar van de nalatenschap.
- De woning is voor de onverdeelde helft eigendom van [gedaagde01] en valt voor de onverdeelde helft in de nalatenschap.
- Op grond van bepaling d, h en l in het testament van erflater rustte op [gedaagde01] gedurende de periode dat zij gerechtigd was de woning te gebruiken de verplichting om de hypotheeklasten en de verzekeringspremies met betrekking tot de woning te voldoen. Daarnaast rustte op haar op grond van bepaling i in het testament de verplichting het woonhuis voor haar rekening te onderhouden en op haar kosten alle herstellingen te (doen) verrichten die geacht kunnen worden te behoren tot het normale onderhoud.
- [eiser01] heeft op 5 oktober 2022 van de Rabobank bericht ontvangen dat er een achterstand is in de betaling van de hypotheeklasten. Op 29 maart 2023 heeft Nationale Nederlanden haar geïnformeerd dat er een betalingsachterstand is in de betaling van de verzekeringspremies.
- [gedaagde01] heeft niet de financiële middelen om in de woning te kunnen blijven wonen.
- Omstreeks januari 2023 zijn partijen overeengekomen dat aan [makelaar01] de opdracht tot dienstverlening met betrekking tot de verkoop van de woning zal worden gegeven.
- De makelaar heeft [gedaagde01] meerdere malen verzocht de opdracht tot dienstverlening te tekenen. [gedaagde01] heeft dat eerst geweigerd
- [gedaagde01] heeft de opdracht tot dienstverlening uiteindelijk op 20 maart 2023 alsnog getekend.
- [gedaagde01] heeft vervolgens haar medewerking aan het verdere verloop van het verkoopproces van de woning geweigerd en zij heeft [eiser01] en/of de makelaar niet in de gelegenheid gesteld om de woning ten behoeve van de verkoop te betreden.
3.Het geschil
voor wat betreft het gevorderde onder I b. d. en e. te bepalen dat indien [gedaagde01] niet voldoet aan de veroordeling, het af te geven vonnis in de plaats treedt van de vereiste toestemming, wilsverklaring, medewerking en/of handtekening van [gedaagde01] ,
4.De beoordeling
Het gevorderde zal daarom worden toegewezen echter met dien verstande dat, zoals tijdens de mondelinge behandeling besproken, het antiek zal worden afgevoerd en opgeslagen en voorts met dien verstande dat de onder 1 sub a gevorderde afwezigheid van [gedaagde01] enkel ziet op het maken van foto’s ten behoeve van de verkoop, een en ander zoals tijdens de mondelinge behandeling door [eiser01] verklaard.
1.079,00