In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 juni 2023, heeft eiser [eiser01] een kort geding aangespannen tegen gedaagde [gedaagde01], die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 22 mei 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 5 juni 2023. Eiser vordert een voorlopige voorziening, waarbij hij toestemming vraagt voor de overschrijving van een auto, een Peugeot 407, op naam van gedaagde, indien deze niet vrijwillig meewerkt. Daarnaast vordert eiser dat gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een naheffingsaanslag en de kosten voor de overschrijving van de auto.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke eisen voldoet en heeft verstek verleend. De rechter oordeelt dat de vordering van eiser niet ongegrond of onrechtmatig is, en heeft de vordering toegewezen. Het vonnis heeft dezelfde kracht als een verzoek van gedaagde tot wijziging van de tenaamstelling van de auto. De rechter heeft ook bepaald dat gedaagde moet betalen aan eiser en dat de proceskosten worden gecompenseerd, aangezien partijen familie van elkaar zijn. Het vonnis is uitgesproken door mr. Römers, voorzieningenrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.