ECLI:NL:RBZWB:2023:3986

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
9 juni 2023
Zaaknummer
10274409 CV EXPL 23-54 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur voor geneeskundige behandeling door een tandarts

In deze civiele zaak vordert de besloten vennootschap Infomedics B.V. betaling van een factuur van een bij haar aangesloten tandarts, die een geneeskundige behandeling heeft uitgevoerd voor de gedaagde. De gedaagde, aangeduid als [gedaagde01], heeft de factuur onterecht onbetaald gelaten en voert aan dat de tandarts andere werkzaamheden in rekening heeft gebracht dan daadwerkelijk zijn uitgevoerd. De kantonrechter heeft de procesgang en de ingediende stukken beoordeeld, waaronder de dagvaarding en de conclusie van repliek. Infomedics stelt dat de tandarts vooraf een begroting heeft gemaakt die door [gedaagde01] is goedgekeurd, en dat de behandeling correct is uitgevoerd. De gedaagde heeft echter geen bewijs geleverd voor zijn verweer en heeft ook geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op de stellingen van Infomedics te reageren. De kantonrechter oordeelt dat het verweer van [gedaagde01] onvoldoende onderbouwd is en dat de vordering van Infomedics toewijsbaar is. De kantonrechter wijst de hoofdsom van € 340,39 toe, evenals buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. [gedaagde01] wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Infomedics zijn begroot op € 385,22. Het vonnis is uitgesproken op 7 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 10274409 CV EXPL 23-54
vonnis d.d. 7 juni 2023
inzake
de besloten vennootschap Infomedics B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Almere,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen
[gedaagde01],
wonende te ( [postcode01] ) [plaats01] aan het adres [adres01] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “Infomedics” en “ [gedaagde01] ”.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 21 december 2022 met producties;
b. het extract audiëntieblad van de rolzitting van 11 januari 2023.
c. het op 1 februari 2023 ter griffie ontvangen aanvullend antwoord;
d. de conclusie van repliek van 29 maart 2023 met producties.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
Infomedics vordert betaling van een factuur van een bij haar organisatie aangesloten tandarts, te vermeerderen met rente en kosten. De tandarts heeft een geneeskundige behandeling uitgevoerd ten behoeve van [gedaagde01] . [gedaagde01] laat de factuur onterecht onbetaald, zodat hij rente en kosten verschuldigd is geworden.
2.2
[gedaagde01] voert aan dat de op de factuur genoemde gebitsreiniging 10 minuten korter duurder dan is gefactureerd. Daarnaast zijn er duurdere vullingen in rekening gebracht dan die zijn geplaatst. Hij merkt op dat de onderhavige zaak eerder aanhangig is gemaakt, maar toen niet is aangebracht. Dit is dan ook de tweede keer dat hij een dag vrij heeft moeten nemen voor de zaak. Tot slot geeft hij aan voor de procedures bezwaar te hebben gemaakt bij de tandarts. Infomedics heeft die stukken niet in het geding gebracht. Dat maakt de dagvaarding nietig.
2.3
Op het voornoemde verweer heeft Infomedics aangevoerd dat de tandarts op voorhand een begroting heeft gemaakt van de uit te voeren behandeling. Deze is geaccordeerd door [gedaagde01] en uitgevoerd. Tijdens de uitvoering bleek echter een extra meervlaksvulling nodig, zodat daartoe is overgegaan. De stelling, dat zijn huidige tandarts een ander aantal vullingen heeft waargenomen dan op de factuur is vermeld, is niet onderbouwd. Ook is niet onderbouwd dat de in rekening gebrachte behandeling gebrekkig is uitgevoerd. Het voorgaande is ook al meerdere malen aan [gedaagde01] uitgelegd. Daar komt bij dat de klacht over de in rekening gebrachte duur van de gebitsreiniger ook al is weerlegd. De eerder uitgebrachte dagvaarding was niet tijdig betekend, zodat die niet is aangebracht. Al voor de eerste zitting was [gedaagde01] daarvan op de hoogte, zodat hij niet op die rolzitting zal zijn verschenen. [gedaagde01] is voor die dagvaarding en daarna meerdere malen in de gelegenheid gesteld de facturen buiten rechte te voldoen, maar is hier niet toe overgegaan. De extra kosten heeft hij dan ook over zichzelf afgeroepen.
2.4
[gedaagde01] is in de gelegenheid gesteld om op het voorgaande te reageren, van welke gelegenheid hij geen gebruik heeft gemaakt.
2.5
De kantonrechter overweegt dat het niet noemen van het verweer in de dagvaarding niet tot nietigheid kan leiden van de dagvaarding, dat is immers expliciet uitgesloten in artikel 120 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De kantonrechter ziet geen aanleiding andere consequenties aan deze gestelde nalatigheid te verbinden, nu uit de producties bij conclusie van repliek blijkt dat dit geschilpunt buiten rechte is afgehandeld in een klachtenprocedure. Infomedics mocht er dan ook vanuit gaan dat dit was afgehandeld. Daarbij heeft [gedaagde01] voldoende gelegenheid gehad dit onderdeel van het verweer in deze procedure kenbaar te maken. Dit onderdeel van het verweer slaagt niet.
2.6
Voorts overweegt de kantonrechter dat [gedaagde01] zijn verweer, dat er andere behandelingen zijn verricht dan gefactureerd, onvoldoende heeft onderbouwd. Immers, hij stelt dat zijn huidige tandarts zou hebben vastgesteld dat andere vullingen zijn geplaatst, maar heeft geen stukken overgelegd waaruit dit blijkt. Ook de stelling dat de gebitsreiniging korter heeft geduurd dan de tijd die is gefactureerd, wordt niet onderbouwd. Naar het oordeel van de kantonrechter is dan ook onvoldoende gemotiveerd betwist dat de gestelde behandelingen zijn uitgevoerd voor de duur die is gefactureerd. Ook deze onderdelen van het verweer slagen niet.
2.7
De hoofdsom van een bedrag van € 340,39 zal worden toegewezen.
2.8
Infomedics vordert een bedrag van € 51,06 aan buitengerechtelijke kosten. Gelet op de bij de dagvaarding gevoegde brief van 15 december 2021 heeft Infomedics aan het vereiste van artikel 6:96 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek voldaan. Het gevorderde bedrag komt vervolgens overeen met de geldende forfaitaire tarieven, zodat dit bedrag wordt toegewezen.
2.9
De gevorderde wettelijke rente is als niet, dan wel onvoldoende, weersproken toewijsbaar.
2.1
[gedaagde01] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Het voorgaande leidt ertoe dat de door [gedaagde01] gestelde kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. De kosten aan de zijde van Infomedics worden begroot op een bedrag van € 107,22 aan dagvaardingskosten, een bedrag van € 128,00 aan griffierecht en een bedrag van € 150,00 aan gemachtigdensalaris (2 punten à € 75,00), zijnde een totaalbedrag van € 385,22.

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde01] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Infomedics te betalen een bedrag van € 400,20, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 340,39 vanaf 9 november 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde01] in de kosten van dit geding, aan de zijde van Infomedics tot op heden begroot op een bedrag van € 385,22, daarin begrepen een bedrag van € 150,00 als salaris voor de gemachtigde van Infomedics;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2023.