In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiser, een besloten vennootschap, een vordering ingesteld tegen gedaagde, eveneens een besloten vennootschap, wegens onbetaalde facturen voor geleverde auto-onderdelen. De procedure begon met een dagvaarding op 23 januari 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling en schriftelijke conclusies. Eiser vorderde betaling van buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente, omdat gedaagde in verzuim verkeerde door de facturen te laat te betalen.
De feiten tonen aan dat gedaagde in de periode van augustus tot november 2022 meerdere auto-onderdelen heeft gekocht, maar de bijbehorende facturen niet tijdig heeft voldaan. Eiser heeft na het verstrijken van de betaaltermijnen een aanmaning gestuurd, maar gedaagde heeft slechts een deel van het verschuldigde bedrag betaald, waarbij de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente onbetaald zijn gebleven.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde inderdaad in verzuim verkeerde en dat eiser recht heeft op de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Het verweer van gedaagde dat eiser de proceskosten zelf zou moeten dragen, werd verworpen. De kantonrechter heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief de proceskosten, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.