Uitspraak
1.De procedure
- De dagvaarding van 7 februari 2023 met producties;
- De conclusie van antwoord met productie;
- De conclusie van repliek met productie;
- De conclusie van dupliek.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Q-Park Operations Netherlands B.V. en een gedaagde partij, hierna aangeduid als [gedaagde01]. Q-Park vorderde betaling van een bedrag van € 475,52, bestaande uit een tarief voor een verloren parkeerticket en een aanvullende schadevergoeding, na de gedaagde te hebben beschuldigd van 'treintje rijden' bij het verlaten van een parkeergarage. De gedaagde heeft betwist dat hij in strijd met de algemene voorwaarden heeft gehandeld, en stelde dat hij het verschuldigde parkeergeld had betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde inderdaad het parkeergeld had betaald voordat hij de parkeerfaciliteit verliet, waardoor de vordering van Q-Park tot betaling van het tarief voor de verloren kaart niet kon slagen. Echter, de rechtbank oordeelde dat de gedaagde wel degelijk in strijd had gehandeld met de voorwaarden van Q-Park door zonder geldig parkeerbewijs de parkeerfaciliteit te verlaten. De rechtbank heeft de aanvullende schadevergoeding van € 325,52 toegewezen, maar de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van Q-Park, die op € 589,99 werden vastgesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.