Uitspraak
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De feiten
Heden verzocht u mij om uw belangen te behartigen terzake uw geschil met [bedrijf] .
4.De beoordeling
€ 464,00
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert de eiseres in conventie, een advocaat, betaling van een declaratie van € 4.558,23 van de gedaagde in conventie, die haar belangen heeft laten behartigen in een geschil met een derde partij. De eiseres stelt dat de gedaagde haar betalingsverplichtingen uit hoofde van de overeenkomst van opdracht niet is nagekomen. De gedaagde betwist de vordering en stelt dat de eiseres tekort is geschoten in haar verplichtingen door geen bodemprocedure op te starten en geen toevoeging aan te vragen. De kantonrechter oordeelt dat de eiseres niet tekort is geschoten in haar verplichtingen en wijst de vordering in conventie toe tot een bedrag van € 3.749,57, met wettelijke rente. In reconventie vordert de eiseres in reconventie een voorschot op schadevergoeding, maar deze vordering wordt afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt.