ECLI:NL:RBZWB:2023:4068

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 mei 2023
Publicatiedatum
13 juni 2023
Zaaknummer
10343862 CV EXPL 23-606 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Sierkstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding door curator in faillissement wegens niet-teruggeven van aanhangwagen

In deze zaak vordert de curator van de failliete vennootschap Gardano BV, die op 13 september 2022 in staat van faillissement is verklaard, schadevergoeding van de gedaagde partij, Tuintrend. De curator stelt dat een aanhangwagen, die eigendom is van Gardano, zich ten tijde van het faillissement op het terrein van Tuintrend bevond. Ondanks herhaalde verzoeken heeft Tuintrend de aanhangwagen niet teruggegeven aan de curator. De curator heeft Tuintrend in januari 2023 een laatste kans geboden om de aanhangwagen terug te geven of een schadevergoeding te betalen, maar Tuintrend heeft hier niet op gereageerd.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Tuintrend in verzuim is met de afgifte van de aanhangwagen en dat de curator recht heeft op vervangende schadevergoeding. De schade wordt vastgesteld op de waarde van de aanhangwagen, zijnde € 1.450,-, omdat dit bedrag door Gardano is betaald voor de aanhangwagen. Daarnaast vordert de curator buitengerechtelijke kosten en proceskosten, die ook zijn toegewezen. De rechter heeft de vordering van de curator in zijn geheel toegewezen en Tuintrend veroordeeld tot betaling van € 1.667,50, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

De uitspraak benadrukt de rechten van de curator in faillissement en de verplichtingen van derden ten aanzien van goederen die eigendom zijn van de failliete vennootschap. De kantonrechter heeft het verweer van Tuintrend verworpen, waarbij werd gesteld dat de verkeerde partij was gedagvaard, en heeft bevestigd dat de curator terecht de vordering heeft ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10343862 \ CV EXPL 23-606
Vonnis van 24 mei 2023
in de zaak van
MR. [eiser] HANDELEND IN ZIJN HOEDANIGHEID VAN CURATOR IN HET FAILLISSEMENT VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP GARDANO BV (hierna te noemen: Gardano),
kantoorhoudende te Eindhoven,
eisende partij,
hierna te noemen: de curator,
gemachtigde: mr. K.C.J. Vermeulen,
tegen
PACIFIC TRADING & CREATIONS B.V., H.O.D.N. TUINTREND WAALWIJK,
gevestigd en kantoorhoudende te Waalwijk,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Tuintrend,
procederend bij monde van de heer [naam01] .

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Bij vonnis van 13 september 2022 is Gardano in staat van faillissement verklaard.
2.2
De curator heeft de administratie van Gardano aan een onderzoek onderworpen. Daaruit is gebleken dat Gardano op 15 februari 2022 een bedrag van € 1.450,- aan [naam02] heeft overgemaakt onder [omschrijving01] , wat betrekking heeft op de betaling voor een aanhangwagen met dat kenteken.
2.3
Zowel de bestuurder als de operationeel directeur van Gardano hebben verklaard dat de betreffende aanhangwagen met [kenteken01] weliswaar op naam staat van de bestuurder, maar in eigendom aan Gardano toebehoort.
2.4
Ten tijde van het faillissement stond de aanhangwagen op het terrein van Tuintrend. Op de aanhangwagen was namelijk een frame geplaatst dat bestemd was voor een klant van Tuintrend. De aanhangwagen met frame zijn voor het faillissement naar Tuintrend vervoerd, maar het frame is niet meer gelost. Toen de curator dit vernam heeft diens medewerker contact gezocht met (de bestuurder van) Tuintrend, te weten de heer [naam01] en mevrouw [naam03] .
2.5
Tuintrend is meermaals in de gelegenheid gesteld om de aanhangwagen te retourneren, maar heeft daaraan geen gevolg gegeven.
2.6
Op 7 december 2022 heeft Tuintrend aan de curator gemaild dat de aanhanger niet meer onder haar, maar bij de afnemer is. Tuintrend heeft daarbij te kennen gegeven dat de afnemer de aanhanger zou willen kopen voor een bedrag van € 125,-. De curator heeft dat aanbod geweigerd en eenmalig voorgesteld dat de afnemer de aanhanger mag kopen voor een bedrag van € 1.500,-. Tuintrend heeft dat aanbod (namens de afnemer) afgeslagen en aangegeven dat zij, Tuintrend, de aanhanger niet kan/zal teruggeven (productie 9 bij dagvaarding).
2.7
Bij brief van 20 januari 2023 heeft de curator de teruggaveverplichting omgezet in een verplichting tot het betalen van vervangende schadevergoeding en Tuintrend een laatste mogelijkheid geboden om de zaak af te doen tegen een bedrag van € 1.450,- (productie 10 bij dagvaarding). Tuintrend heeft dat bedrag niet betaald.

3.Het geschil

3.1
De curator vordert veroordeling van Tuintrend om aan de curator, althans aan de faillissementsboedel van Gardano, te betalen:
a. a) € 1.450,-, te vermeerderen met de wettelijke rente, primair vanaf 22 januari 2023 en subsidiair vanaf de dag van dagvaarding;
b) € 217,50 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van voldoening;
c) de kosten van de procedure binnen 14 dagen na datum van dit vonnis, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis.
Tuintrend voert verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Het meest omvattende verweer van Tuintrend is dat de curator de verkeerde partij zou hebben gedagvaard. Tuintrend heeft daartoe het volgende aangevoerd. Pacific Trading Creations BV is de ondernemer voor de particuliere markt. Het lamellen dak is echter door Gardano verkocht aan Pacific Creations BV. Deze onderneming handelt met andere ondernemingen in het kader van projecten en daarmee dus als business to business.
De kantonrechter is van oordeel dat Tuintrend hiermee onvoldoende gemotiveerd gesteld heeft dat de verkeerde partij gedagvaard. Niet in geschil dat de aanhanger waarover het in deze procedure gaat eigendom was van Gardano en zich ten tijde van het faillissement op het terrein van Tuintrend bevond. De curator heeft zich daarom voor afgifte van de aanhangwagen tot Tuintrend gewend. Het verweer van Tuintrend dat de verkeerde partij is gedagvaard, wordt dan ook verworpen.
4.2
Artikel 60 van de Faillissementswet bepaalt:
‘1. De schuldeiser die retentierecht heeft op een aan de schuldenaar toebehorende zaak, verliest dit recht niet door de faillietverklaring.
2. De zaak kan door de curator worden opgeëist en met toepassing van artikel 101 of 176 worden verkocht, onverminderd de voorrang, aan de schuldeiser in artikel 292 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek toegekend. De curator kan ook, voorzover dit in het belang is van de boedel, de zaak in de boedel terugbrengen door voldoening van de vordering waarvoor het retentierecht kan worden uitgeoefend.’
4.3
De curator had het recht de aanhangwagen op te eisen ten behoeve van de boedel en heeft dat ook gedaan. Hoewel Tuintrend de aanhangwagen onder zich had, heeft zij de aanhangwagen na herhaaldelijk verzoek daartoe niet afgegeven.
Tuintrend heeft aangegeven dat niet te hebben kunnen doen, omdat het voor haar onmogelijk was het lamellen dak dat op de aanhanger lag te verwijderen. Nog los van het feit dat dat zonder nadere toelichting – die ontbreekt - geen omstandigheid is die aan teruggave in de weg staat, heeft Tuintrend in het buitengerechtelijk traject iets anders naar voren gebracht, namelijk dat zij, kort gezegd, de aanhanger onder zich wilde houden als onderpand (emailbericht van 9 november 2022 dat is overgelegd als productie 5 bij dagvaarding). De stelling dat Tuintrend de aanhanger onmogelijk kon teruggeven, wordt daarom niet gevolgd.
Dat Tuintrend naar haar zeggen veel schade heeft geleden door het slechte werk van Gardano, betekent niet dat Tuintrend daarom niet gehouden is de aanhangwagen af te geven. Zoals door de curator is uitgelegd aan Tuintrend heeft zij haar gestelde vordering ter verificatie kunnen indienen, waarbij haar retentierecht in de rangorde van schuldeisers hoger is ingedeeld dan andere concurrente schuldeisers. Tuintrend moet dan wel de algemene faillissementskosten dulden. Dat is een risico dat deelname aan het economisch verkeer met zich meebrengt.
4.4
Artikel 87 lid 1 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt:

Voor zover nakoming niet reeds blijvend onmogelijk is, wordt de verbintenis omgezet in een tot vervangende schadevergoeding, wanneer de schuldenaar in verzuim is en de schuldeiser hem schriftelijk mededeelt dat hij schadevergoeding in plaats van nakoming vordert.
In dit geval is Tuintrend als schuldenaar in verzuim met afgifte van de aanhangwagen en heeft de curator haar bij brief van 20 januari 2023 schriftelijk meegedeeld dat hij niet langer aanspraak maakt op de teruggaveverplichting, maar op vervangende schadevergoeding ten aanzien van de aanhangwagen. Daarmee is voldaan aan de voorwaarden tot het omzetten van de verbintenis.
4.5
Tussen partijen is in geschil wat de schade bedraagt. Volgens de curator bestaat de geleden schade uit de (aanschaf)waarde van de aanhangwagen van € 1.450,- en volgens Tuintrend is dat vele malen minder.
Aangezien Gardano op 15 februari 2022 een bedrag van € 1.450,- heeft betaald voor de aanhangwagen en Tuintrend geen stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat de waarde veel lager zou zijn, gaat de kantonrechter uit van het gevorderde schadebedrag van € 1.450,-.
Dit bedrag zal worden toegewezen. De wettelijke rente daarover is toewijsbaar als gevorderd, namelijk vanaf 22 januari 2023.
4.6
De curator maakt verder aanspraak op buitengerechtelijke incassokosten van € 217,50, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dagvaarding.
De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. De curator heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen. De wettelijke rente is ook toewijsbaar vanaf de dag van dagvaarding.
4.7
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
1.450,00
- buitengerechtelijke incassokosten
217,50
+
totaal
1.667,50
4.8
Tuintrend is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van de curator als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
109,33
- griffierecht
244,00
- salaris gemachtigde
398,00
(2,00 punten × € 199,00)
Totaal
751,33
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten is toewijsbaar zoals hierna te melden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1
veroordeelt Tuintrend om aan de curator, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Gardano, te betalen een bedrag van € 1.667,50, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 1.450,-, met ingang van 22 januari 2023, tot de dag van betaling, en te vermeerderen met de wettelijke rente over € 217,50 vanaf 10 februari 2023 tot de dag van betaling;
5.2
veroordeelt Tuintrend in de proceskosten, aan de zijde van de curator, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Gardano, tot dit vonnis vastgesteld op € 751,33, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de 15e dag na de datum van dit vonnis tot aan de dag van de voldoening;
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sierkstra en in het openbaar uitgesproken op 24 mei 2023.