ECLI:NL:RBZWB:2023:4113
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag parkeerbelasting in verband met het posten van een brief
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 15 juni 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg beoordeeld. De heffingsambtenaar had een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd aan de belanghebbende, die op 24 mei 2022 met zijn auto stilstond om een brief te posten in een PostNL brievenbus. De belanghebbende stelde dat er geen sprake was van parkeren, aangezien hij slechts kortstondig stilstond om de brief te posten en zijn motor aan had laten staan.
De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende niet in strijd met de parkeerregels heeft gehandeld. De rechtbank wijst erop dat de belanghebbende zijn auto slechts voor een zeer korte tijd heeft stilgezet en dat dit niet kan worden aangemerkt als parkeren in de zin van de geldende verordening. De rechtbank heeft de foto’s van de scanauto in overweging genomen, waarop te zien is dat de belanghebbende zich in de nabijheid van de brievenbus bevond. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag onterecht is opgelegd en vernietigt zowel de uitspraak op bezwaar als de naheffingsaanslag.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50 aan de belanghebbende moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. De belanghebbende heeft geen proceskosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen.