Op basis van de geraadpleegde informatiebronnen (zie M. 1) en zijn plaatselijke kennis
acht de taxateur onder meer de volgende waardebeïnvloedende bijzonderheden
vermeldenswaardig:
a. Het object is bestemd voor gebruik als : woondoeleinden
b. Bijzondere vestigingseisen en/of gebruiks- en/of : Vrije vestiging en geen
verkoopbelemmerende bepalingen verkoopbelemmerende
bepalingen
c. Toekomstige planologische ontwikkelingen : Geen bijzondere
omstandigheden ten aanzien
van stadsvernieuwingsplan,
leefmilieuverordening en
bestemmingsplan
De onroerende zaak (hierna: de woning) is per opnamedatum getaxeerd op een onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik van € 290.000,=.
– De woning diende vanaf 1985 als aanleunwoning voor de grootouders van [eiser01] . Eerder woonden de grootouders van [eiser01] in de daartegen gelegen woning aan de [adres02] , op het perceel kadastraal bekend [gemeente01] , [kadastrale aanduiding02] . Bij hun overlijden heeft de moeder van [eiser01] de (oorspronkelijke aanleun)woning geërfd, waarna zij deze met [eiser01] is gaan bewonen.
– Op 16 september 2007 heeft [eiser01] de woning van zijn moeder gekocht voor een bedrag van € 290.000,=. In artikel 5 lid 5 van de koopovereenkomst staat:
“Koper is voornemens het verkochte als volgt te gebruiken:
voor woondoeleinden.
Ten aanzien van dit gebruik van het verkochte deelt verkoper nog het volgende mee:
- hem is niet bekend dat dit gebruik op publiek- of privaatrechtelijke gronden niet is
toegestaan;
- hem is niet bekend dat het verkochte gebouwd of verbouwd is zonder de daartoe vereiste
vergunning(en) of met vergunning(en) in verband waarmee nog voorwaarden moeten
worden nagekomen”.
De woning is op 5 november 2007 notarieel geleverd aan [eiser01] .
– Op 27 februari 2020 heeft [eiser01] de woning verkocht aan de heer [naam01] en mevrouw [naam02] voor een bedrag van € 360.000,=. De notariële levering van de woning aan de heer [naam01] en mevrouw [naam02] zou op 29 mei 2020 plaatsvinden.
– Na het sluiten van de koopovereenkomst met de heer [naam01] en mevrouw [naam02] is [eiser01] bekend geworden met het feit dat de woning niet als zelfstandige woning is opgenomen in het vanaf 2003 geldende bestemmingsplan “Buitengebied Oost” en dat het bewonen van de woning gelegaliseerd moet worden. Om de woning te mogen legaliseren moet een bestemmingsplanprocedure worden doorlopen en moet een Ruimte voor Ruimte-titel worden aangekocht bij de Ontwikkelmaatschappij Ruimte voor Ruimte ten bedrage van € 125.000,= ex BTW.
– Bij brief van 2 april 2020 hebben de heer [naam01] en mevrouw [naam02] met een beroep op het overeengekomen financieringsvoorbehoud de koopovereenkomst met [eiser01] ontbonden.
– Bij brief van 24 februari 2022 heeft [eiser01] [gedaagde01] verweten dat zij in haar taxatierapport van 23 augustus 2007 onjuiste gegevens heeft opgenomen en haar aansprakelijk gesteld voor de daaruit voortvloeiende schade. [gedaagde01] heeft de aansprakelijkheid van de hand gewezen.
– Bij brief van 19 mei 2022 heeft [eiser01] [gedaagde01] gesommeerd een bedrag te betalen van € 179.255,85 + [gedaagde01] heeft hieraan niet voldaan.