ECLI:NL:RBZWB:2023:4145

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
14 juni 2023
Zaaknummer
10034144 CV EXPL 22-2455
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering tot verwijderd houden van omheining op perceel buren

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 14 juni 2023 uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer 10034144 CV EXPL 22-2455. Eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Vels-Turan van Stichting Achmea Rechtsbijstand, vorderde de gedaagden, vertegenwoordigd door mr. E. Cools, advocaat te Etten-Leur, te veroordelen tot het verwijderen en verwijderd houden van een omheining op zijn perceel. De gedaagden voerden verweer tegen deze vordering.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de omheining van de gedaagden op dat moment niet op het perceel van de eiser stond, waardoor de vordering tot verwijdering werd afgewezen. Echter, de vordering tot het verwijderd houden van de omheining op het perceel van de eiser werd toegewezen, met inachtneming van de kadastrale grenzen. De rechter besloot geen dwangsom op te leggen, gezien de familierelatie tussen partijen en de wens om verdere escalatie van hun relatie te voorkomen.

Daarnaast werd de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat de kantonrechter oordeelde dat de door eiser aangevoerde kosten niet voldeden aan de criteria voor vergoeding. De kosten van de deskundige werden gelijk verdeeld tussen beide partijen, en de proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de overige vorderingen werden afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaaknummer: 10034144 CV EXPL 22-2455
vonnis van 14 juni 2023
in de zaak van
[eiser01],
wonende te [woonplaats01] , [gemeente01] ,
eiser,
gemachtigde: mr. E. Vels-Turan, werkzaam bij Stichting Achmea Rechtsbijstand,
tegen

1.[gedaagde01]

2. [gedaagde02],
beiden wonende te [woonplaats01] , [gemeente01] ,
gedaagden,
gemachtigde: mr. E. Cools, advocaat te Etten-Leur.

1.Het verdere verloop van het geding

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 5 april 2023, met de daarin genoemde processtukken;
- het relaas van bevindingen van het Kadaster van de op 15 mei 2023 gehouden descente.
1.2.
Hierna is uitspraak bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Eiser vordert – na eiswijziging – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, gedaagden te veroordelen tot – kort gezegd –:
verwijdering en verwijderd houden van een omheining op het perceel van eiser, op straffe van een dwangsom;
betaling van de proces- en nakosten;
betaling van de buitengerechtelijke incassokosten;
de wettelijke rente over het onder 2 en 3 gevorderde.
2.2.
Gedaagden voeren verweer.

3.De beoordeling

3.1.
Partijen zijn het erover eens dat de door gedaagden geplaatste omheining op dit moment niet op het perceel van eiser staat. De vordering tot verwijdering/verplaatsing van die omheining tot op het perceel van eiser zal daarom worden afgewezen.
3.2.
De vordering tot het verwijderd houden van een omheining op het perceel van eiser is wel toewijsbaar met inachtneming van de kadastrale grenzen zoals in de bijlage van dit vonnis is opgenomen. Aan deze verplichting zal geen dwangsom worden verbonden gelet op de familierelatie tussen partijen en de omstandigheid dat er veel problemen tussen hen zijn. Het is niet gewenst dat de relatie tussen partijen verder verslechterd door discussies over het wel of niet verbeurd zijn van dwangsommen.
3.3.
De kantonrechter overweegt dat hij bij de beoordeling van de vraag of de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten voor vergoeding in aanmerking komen, het uitgangspunt hanteert, dat verrichtingen voorafgaand aan het geding worden gezien als voorbereiding van de gedingstukken en instructie van de zaak. Bij afzonderlijk voor vergoeding in aanmerking komende kosten moet het gaan om verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Wat eiser daarover heeft aangevoerd, is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal daarom worden afgewezen.
3.4.
Partijen hebben de kosten van de deskundige, een bedrag van € 1.840,00, (bij wijze van voorschot) ieder voor de helft voldaan. De kantonrechter ziet geen aanleiding voor een andere verdeling van die kosten. Beide partijen zijn erbij gebaat dat hopelijk voor eens en altijd duidelijk is waar de erfgrens tussen hun percelen loopt.
3.5.
Gelet op de familierelatie tussen partijen en de omstandigheid dat partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt gedaagden tot het verwijderd houden van een omheining op het perceel van eiser, met inachtneming van de kadastrale grenzen zoals in de bijlage van dit vonnis is opgenomen;
4.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
compenseert de proceskosten in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;
4.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2023.