Uitspraak
1.De procedure
- het tussenvonnis van 19 oktober 2022 in het incident met de daarin genoemde stukken;
- de conclusie van antwoord met producties van Catcher Group;
- de conclusie van repliek van Debtt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter in Breda, vordert Debtt B.V. betaling van abonnementskosten en dossierkosten van SKC Invest B.V., handelend onder de naam Catcher Group. De partijen hebben op 17 november 2021 een serviceabonnement afgesloten voor incassowerkzaamheden, dat op 17 november 2022 eindigde. Catcher Group heeft een deel van de abonnementskosten niet voldaan en heeft het dossier aan een ander incassobureau overgedragen, waardoor volgens Debtt dossierkosten verschuldigd zijn. Catcher Group voert verweer en stelt dat Debtt niet heeft voldaan aan haar bewijsplicht en dat de algemene voorwaarden onredelijk zijn. De kantonrechter behandelt het verweer van Catcher Group, met name het beroep op dwaling en de reflexwerking van de artikelen 6:236 en 6:237 BW. De rechter oordeelt dat Catcher Group niet als consument kan worden aangemerkt en dat het beroep op dwaling niet slaagt. De kantonrechter wijst de vordering van Debtt tot betaling van de abonnementskosten en dossierkosten toe, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Catcher Group wordt veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 14 juni 2023.