ECLI:NL:RBZWB:2023:4175

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
15 juni 2023
Zaaknummer
10276698 CV EXPL 23-87 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op auteursrechten door openbaarmaking van muziek in wijkcentrum zonder licentie

In deze zaak vorderen de eisende partijen, Vereniging BUMA en Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (SENA), betaling van vergoedingen van Stichting Sociaal Cultureel Centrum Brabantpark (SSCCB) wegens inbreuk op auteursrechten en naburige rechten. De zaak betreft de openbaarmaking van muziek in een wijkcentrum dat vrij toegankelijk is voor het publiek, zonder dat SSCCB de benodigde licenties had verkregen. BUMA en SENA hebben aangetoond dat SSCCB eerder muzieklicenties had, maar deze zijn beëindigd per 30 november 2021. Ondanks herhaalde aanmaningen heeft SSCCB nagelaten om de verschuldigde vergoedingen te betalen. SSCCB voert verweer en stelt dat zij onder de uitzonderingen valt die op de website van BUMA staan vermeld, maar de kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van een uitzondering die SSCCB vrijstelt van betaling. De kantonrechter concludeert dat SSCCB schadeplichtig is en dat de gevorderde vergoedingen toewijsbaar zijn. De kantonrechter wijst de vorderingen van BUMA en SENA toe, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. SSCCB wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10276698 \ CV EXPL 23-87
Vonnis van 14 juni 2023
in de zaak van

1.VERENIGING BUMA,

te Amstelveen,
2.
STICHTING TER EXPLOITATIE VAN NABURIGE RECHTEN (SENA),
te Hilversum,
eisende partijen,
hierna (samen) te noemen: Buma en Sena,
gemachtigde: [gemachtigde01] ,
tegen
de stichting
STICHTING SOCIAAL CULTUREEL CENTRUM BRABANTPARK,
te Breda,
gedaagde partij,
hierna te noemen: SSCCB,
procederend bij [naam01] (bestuurslid) en [naam02] (vrijwilliger).

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 februari 2023
- de mondelinge behandeling van 23 mei 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.
2.1
De feiten
2.1
SSCCB exploiteert een wijkcentrum met de naam “ [naam03] ”.
2.2
Buma heeft als enige organisatie in Nederland de toestemming als bedoeld in artikel 30a van de Auteurswet verkregen om als bedrijf zonder winstoogmerk te bemiddelen in muziekauteursrecht en de belangen te behartigen van de bij haar aangesloten componisten, tekstdichters en muziekuitgevers voor de uitvoering (openbaarmaking) van hun werken.
2.3
Sena is op grond van artikel 15 lid 1 van de Wet op de Naburige Rechten aangewezen als rechtspersoon die exclusief is belast met de inning en de verdeling van de in artikel 7 van die wet bedoelde billijke vergoedingen. Voor commerciële doeleinden uitgebrachte muziek kan zonder toestemming van de producent van de muziek en de uitvoerende kunstenaar of hun rechtverkrijgenden worden uitgezonden of op een andere wijze openbaar worden gemaakt, mits daarvoor een billijke vergoeding wordt betaald.
2.4
Buma en Sena sluiten licentieovereenkomsten af met de openbaarmakers van muziek(werken), zulks tegen betaling aan Buma en Sena van vergoedingen die volgens vastgestelde formules worden berekend.
2.5
SSCCB had aanvankelijk muzieklicenties, maar deze zijn – na opzegging – beëindigd per 30 november 2021.
2.6
Op 24 maart 2022 heeft de heer [naam04] (hierna te noemen: “ [naam04] ”), relatiemanager namens Buma en Sena, het wijkcentrum van SSCCB bezocht en geconstateerd dat daar muziek werd geopenbaard. Van het bezoek is een rapport door hem opgemaakt. In het rapport staat onder meer vermeld:

Gesproken met : mw. [naam05] (vrijwilligster)
Resultaat:
Muziekgebruik geconstateerd
BVL + factuur aangeboden met ingang van 1-2-2022
Buma Club-, jeugd- dorps- en buurthuizen o.b.v. 60 m2
Sena Culturele-/maatschappelijke-/sociale instelling o.b.v. 60 m2
Titel/artiest : In the dark – Purple Disco Machine + Sophie & Giants
Titel/artiest : Someone to you – Banners
2.7
Naar aanleiding van voormeld bezoek hebben Buma en Sena op 7 april 2022 voor de licentieperiode 1 februari 2022 tot en met 31 december 2022 aan SSCCB een gezamenlijke factuur gezonden voor vergoeding van het openbaren van muziek. Ondanks aanmaning en sommaties is SSCCB niet tot betaling overgegaan.
2.8
Op 20 april 2023 heeft [naam04] wederom SSCCB bezocht om te controleren of er muziek werd geopenbaard, hetgeen door hem is geconstateerd. Van het bezoek is een rapport door hem opgemaakt. In het rapport staat onder meer vermeld:

Gesproken met : [naam06] (vrijwilligster)
Resultaat:
Muziekgebruik geconstateerd
Radio 538 staat aan
Gebouw is vrij toegankelijk voor iedereen
Titel/artiest : Celestial – Ed Sheeran
Titel/artiest : Creepin’ – Metro Boomin, The Weeknd en 21 Savage”.
2.9
Op de website van BumaStemra.nl staat bij veel gestelde vragen onder meer vermeld:

Wanneer hoef ik niet voor muziek te betalen ?
Als u geen gebruik maakt van muziek in uw bedrijf, hoeft u natuurlijk geen vergoeding te
betalen. U betaalt dus alleen wanneer u muziek aan uw gasten, klanten of medewerkers laat
horen.
Speelt u wél muziek af, maar is uw bedrijf of werkplek niet toegankelijk voor gasten of
klanten én heeft u minder dan drie fulltime werknemers in dienst? Ook dan hoeft u niet te
betalen.
Heeft u alleen een verkoopruimte en geen afzonderlijke werkruimte? Dan betaalt u alleen
voor het openbaar maken van muziek aan uw gasten of klanten.”.

3.Het geschil

3.1
Buma en Sena vorderen – samengevat – veroordeling van SSCCB tot betaling van € 518,64 aan Buma en tot betaling van € 272,17 aan Sena, beide bedragen vermeerderd met rente en kosten.
3.2
Buma en Sena hebben aan hun vordering ten grondslag gelegd dat inbreuk is gemaakt op de auteursrechten en de naburige rechten van de rechthebbenden die door Buma en Sena worden vertegenwoordigd. SSCCB heeft daarmee toerekenbaar onrechtmatig gehandeld en is uit dien hoofde schadeplichtig geworden. De gevorderde schade is gefixeerd op het bedrag dat SSCCB zou zijn verschuldigd wanneer er een licentieovereenkomst met Buma was gesloten en de door SSCCB aan Sena verschuldigde billijke vergoeding. Op 24 april 2023 heeft [naam04] nogmaals geconstateerd dat er bij SSCCB sprake was een inbreuk op het auteursrecht en naburige rechten doordat muziekwerken openbaar werden gemaakt.
3.3
SSCCB voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Buma en Sena, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Buma en Sena, met veroordeling van Buma en Sena in de kosten van deze procedure.
3.4
SSCCB voert aan dat er volgens de website van BumaStemra een aantal uitzonderingen bestaan wanneer je niet voor muziek hoeft te betalen, en dat zij onder die uitzonderingen valt. Het wijkcentrum is niet openbaar toegankelijk en er zijn minder dan drie mensen in dienst. Ook worden er geen consumpties verkocht. SSCCB is een cultureel centrum dat diverse ruimtes faciliteert voor onder andere vergaderingen, taallessen, een kaartclub en een biljartclub. De ruimtes beschikken over de techniek om geluid te laten horen in de betreffende ruimte. Er wordt geen muziek ten gehore gebracht aan gasten of klanten en er is geen radio aanwezig. Daarnaast is er geen personeel in dienst, maar zijn er een aantal vrijwilligers. Zij zijn aanwezig om onder meer koffie en thee te verzorgen in de verhuurde ruimtes en om schoon te maken. Tijdens het bezoek van [naam04] op 24 maart 2022 had één van de vrijwilligers haar telefoon op een geluidsbox aangesloten om tijdens het schoonmaken via Spotify muziek te luisteren. Zij luisteren sporadisch tijdens het schoonmaken (via geluidsboxen) naar muziek. SSCCB acht het hierom dan ook naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat Buma en Sena een beroep doen op de muzieklicentie. Zij vraagt dan ook rekening te houden met de hoogte van het factuurbedrag.
3.5
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Ter beoordeling ligt voor of SSCCB schadeplichtig is jegens Buma en Sena, omdat er zonder hun toestemming in het openbaar muziek is gedraaid in wijkcentrum [naam03] en er daardoor inbreuk is gemaakt op auteursrechten en naburige rechten van de rechthebbenden die door Buma en Sena worden vertegenwoordigd. De kantonrechter oordeelt als volgt.
4.2
In tegenstelling tot hetgeen SSCCB betoogt is de kantonrechter van oordeel dat er geen sprake is van een uitzondering – zoals die op de website van BumaStemra staan vermeld – waardoor zij geen vergoeding is verschuldigd. Als door SSCCB erkend staat vast dat vrijwilligers sporadisch via een mobiele telefoon muziek luisteren, al dan niet aangesloten op een (geluids)box. Hoewel zij aanvoert dat het gebouw slechts toegankelijk is voor de personen die het wijkcentrum bezoeken voor een activiteit in één van de beschikbare ruimtes, volgt dit niet uit het feit dat [naam04] tot twee keer toe het wijkcentrum zomaar binnen heeft kunnen lopen voor een controlebezoek. Ook het feit dat – zoals door SSCCB is aangevoerd – de foyer slechts een doorgang is naar de ruimtes die verhuurd worden, de bezoekers van SSCCB zich in een afgesloten ruimte bevinden en in de foyer geen consumpties worden verkocht maakt niet dat het wijkcentrum niet vrij toegankelijk is en dat andere personen het wijkcentrum niet (vrij toegankelijk) kunnen betreden. Het standpunt van SSCCB dat zij geen personeel in dienst heeft, maar gebruik maakt vrijwilligers leidt er evenmin toe dat zij geen vergoeding is verschuldigd. Het enkele feit dat er door vrijwilligers muziek wordt geopenbaard via een muziekinstallatie c.q. (geluids)box in een vrij toegankelijke ruimte maakt al dat er sprake is van een inbreuk op het auteursrecht en naburige rechten. Dit betekent dat SSCCB hiervoor een vergoeding is verschuldigd aan Buma en Sena.
4.3
Met betrekking tot de hoogte van het bedrag oordeelt de kantonrechter als volgt. De muzieklicentie is er om auteurs en uitvoerende kunstenaars te beschermen zodat zij een passende beloning ontvangen bij het gebruik van hun werk en uitvoeringen. Buma en Sena hebben onweersproken gesteld dat de vergoedingen volgens vastgestelde formules berekend worden. Door Buma is de basisvergoeding voor ‘
club-, jeugd- dorps- en buurthuizen’en door Sena de basisvergoeding voor ‘
Culturele-/maatschappelijke-/sociale instellingen’ bij SSCCB in rekening gebracht, hetgeen volgt uit het rapport van 24 maart 2022 en de factuur van 7 april 2022 (producties 2 en 4 bij dagvaarding). Hoewel de kantonrechter er begrip voor heeft dat de vrijwilligers muziek luisteren tijdens hun werkzaamheden, wijst hij SSCCB erop dat er ook andere mogelijkheden bestaan dan via een (geluids)box muziek te luisteren. Zo kan er bijvoorbeeld voor gekozen worden om de muziek individueel hoorbaar te maken (via oortjes of een koptelefoon). Omdat er een alternatief voor handen is, leidt deze omstandigheid daarom ook niet tot de conclusie dat een vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De kantonrechter ziet ook geen mogelijkheid de vergoeding te matigen, omdat de maatstaven en parameters daarvoor ontbreken. Gelet het voorgaande zullen de gevorderde vergoedingen toegewezen worden.
4.4
De door Buma en Sena gevorderde handelsrente zal eveneens – wegens betalingsverzuim – worden toegewezen.
4.5
Buma en Sena vorderen vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het gevorderde bedrag van € 118,62 aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.6
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
  • hoofdsom Buma € 518,64
  • hoofdsom Sena € 272,17
  • buitengerechtelijke incassokosten € 118,62
  • wettelijke rente tot en met 20 december 2022 € 33,27
------------------
Totaal € 942,70
4.7
SSCCB heeft verzocht de proceskosten te compenseren. Nu zij de partij is die ongelijk krijgt ziet de kantonrechter daar geen aanleiding toe. SSCCB zal dan ook in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Buma en Sena als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
108,41
- griffierecht
322,00
- salaris gemachtigde
264,00
(2,00 punten × € 132,00)
Totaal
694,41

5.De beslissing

De kantonrechter
veroordeelt SSCCB om aan Buma te betalen een bedrag van € 518,64, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 21 december 2022, tot de dag van volledige betaling,
veroordeelt SSCCB om aan Sena te betalen een bedrag van € 272,17, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 21 december 2022, tot de dag van volledige betaling,
veroordeelt SSCCB in de proceskosten, aan de zijde van Buma en Sena tot dit vonnis vastgesteld op € 694,41,
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2023.