Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
VGZ ZORGVERZEKERAAR N.V. BETREFFENDE BEWUZT,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 7 juni 2023 een herstelvonnis uitgesproken in de zaak tussen VGZ Zorgverzekeraar N.V. en een gedaagde partij. De zaak betreft een verzoek tot herstel van een eerder vonnis van de kantonrechter te Middelburg, gedateerd 29 maart 2023. De gemachtigde van VGZ had verzocht om herziening van de proceskosten, omdat deze te laag waren vastgesteld. De gedaagde, die in persoon procedeerde, had op de zitting van 17 mei 2023 aangegeven niet in staat te zijn om de kosten te betalen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake was van een kennelijke fout in de vaststelling van de proceskosten, specifiek met betrekking tot het griffierecht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat deze fout eenvoudig te herstellen was, zoals bedoeld in artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In het herstelvonnis is de hoogte van de proceskosten aangepast van € 369,74 naar € 417,74, waarbij de kosten van het griffierecht zijn gecorrigeerd.
Het vonnis is uitgesproken door mr. Ponds en bevat een duidelijke instructie voor de griffier om de correctie aan de minuut van het oorspronkelijke vonnis te hechten. Dit herstelvonnis benadrukt het belang van nauwkeurigheid in de proceskosten en de mogelijkheid om kennelijke fouten te corrigeren in civiele procedures.