Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
2: heeft gereden onder invloed van alcohol.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
waarbij hij, verdachte, onvoldoende zijn snelheid heeft geminderd bij het benaderen van een bocht,
terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;
op 15 mei 2021 gemeente Altena, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van verdachtes bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 1,62 milligram alcohol per milliliter bloed bleek te zijn.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt
toegebracht en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in
artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van deze wet;
1994 (1,62 milligram)
een taakstraf van 240 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
120 dagen;
een gevangenisstraf van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van 24 maanden, waarvan 21 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;