ECLI:NL:RBZWB:2023:4226
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in een Wmo-zaak betreffende tijdige besluitvorming
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 juni 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor hulp op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo). De rechtbank oordeelt echter dat zij kennelijk onbevoegd is om van het beroep kennis te nemen. Dit oordeel is gebaseerd op de vaststelling dat er geen sprake is van een aanvraag, omdat eiseres haar melding van 3 november 2021 niet op de juiste wijze heeft ingediend en er geen duidelijke verwijzing naar deze melding was in haar e-mail van 2 november 2022. Hierdoor zijn er geen wettelijke termijnen gaan lopen en kan er geen beroep worden ingesteld tegen het niet tijdig beslissen.
De rechtbank legt uit dat voordat een betrokkene beroep kan instellen, hij het bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar. In dit geval heeft eiseres niet voldaan aan deze procedure, waardoor de rechtbank niet kan oordelen over de inhoud van het beroep. De rechtbank verklaart zich onbevoegd en gelast de griffier om het door eiseres betaalde griffierecht terug te storten. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.