ECLI:NL:RBZWB:2023:4255

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
20 juni 2023
Zaaknummer
9161858 CV EXPL 21-1500 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindvonnis na deskundigenonderzoek over de plaatsing van een trap met tekortkomingen door beide partijen

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 14 juni 2023 een eindvonnis uitgesproken in een geschil tussen een vennootschap onder firma, aangeduid als eiseres, en een besloten vennootschap, aangeduid als gedaagde. De zaak betreft de plaatsing van een trap, waarbij beide partijen tekortkomingen in de uitvoering hebben erkend. De rechtbank heeft eerder een deskundigenonderzoek gelast, dat heeft geleid tot de conclusie dat de trap deugdelijk is geplaatst, maar dat er slordigheden en tekortkomingen zijn die aan beide partijen kunnen worden toegerekend.

De deskundige heeft vastgesteld dat de trap niet voldoet aan de eisen van het bouwbesluit en dat er diverse onvolkomenheden zijn in de fabricage en plaatsing. De kosten voor herstel zijn geraamd op € 3.500,00 exclusief btw. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomst zowel aan eiseres als aan gedaagde zijn te wijten, en heeft bepaald dat de herstelkosten door beide partijen bij helfte moeten worden gedragen. Dit leidt tot een toewijzing van een bedrag van € 5.025,00 aan eiseres, verminderd met de herstelkosten.

Daarnaast zijn er buitengerechtelijke incassokosten toegewezen en zijn de proceskosten in conventie gecompenseerd. In reconventie is de vordering van gedaagde afgewezen. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de veroordelingen onmiddellijk moeten worden nageleefd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 9161858 CV EXPL 21-1500
vonnis d.d. 14 juni 2023
inzake
de vennootschap onder firma [eiseres01],
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats01] , [gemeente] ,
eiseres,
hierna te noemen: [eiseres01] ,
gemachtigde: mr. R.L.A.M. Oors, jurist ten kantore van D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V. te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap [gedaagde01],
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats01] , [gemeente] ,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde01] ,
namens gedaagde verschenen [bedrijfsleider01] .

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het tussenvonnis van 15 december 2021 en de daarin vermelde processtukken;
b. het deskundigenbericht van 6 december 2022;
c. de conclusie na deskundigenbericht van de zijde van [eiseres01] ;
d. de conclusie na deskundigenbericht van de zijde van [gedaagde01] .

2.De verdere beoordeling

2.1
Volhard wordt bij hetgeen is overwogen en beslist in het tussenvonnis van
15 december 2021. In dit vonnis is een deskundigenonderzoek gelast, met benoeming van
ir. [deskundige01] , werkzaam bij [bedrijf01] te [plaats01] , tot deskundige, ter beantwoording van de volgende vragen:
- is de trap gegeven de omstandigheden deugdelijk gefabriceerd? Hierbij is van belang: is de tekening van de trap, overgelegd als (onderdeel van) productie 2 bij dagvaarding, deugdelijk en zo ja, is de trap gefabriceerd conform die tekening? In het ontkennende geval waarom niet?
- Is de trap gegeven de omstandigheden deugdelijk geplaatst? In het ontkennende geval waarom niet?
- Indien geconstateerd wordt dat de loop van de trap niet goed is, is de trap dan toch volgens de regelen der kunst geproduceerd en geplaatst?
- Indien en voor zover sprake is van gebreken aan de trap, kunnen deze worden hersteld en wat zijn de eventuele herstel- en/of vervangingskosten?
- Heeft u nog andere opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang kunnen zijn?
Het voorschot voor de deskundige is begroot op € 4.500,- inclusief btw en dient door [gedaagde01] te worden voldaan.
2.2
De kantonrechter constateert dat in het tussenvonnis van 24 november 2021 abusievelijk de vordering van de zijde van [gedaagde01] niet is aangemerkt als vordering in reconventie, terwijl daarvan wel sprake is. In het vervolg zal worden gesproken over de vordering in conventie en de vordering in reconventie, welke vorderingen met elkaar samenhangen. In het tussenvonnis van 24 november 2021 is op de vordering in reconventie overigens al inhoudelijk beslist, zodat alleen nog openstaan de proceskosten in reconventie. De kantonrechter zal echter eerst overgaan tot een beoordeling van de vordering in conventie, waarvoor genoemd deskundigenonderzoek is gelast.
2.3
De deskundige heeft in zijn rapport geconcludeerd dat de trappen voldoen aan hetgeen in de tekening is weergegeven, maar dat het op basis van de tekening vrijwel onmogelijk is twee trappen te fabriceren. De trappen vertonen diverse onvolkomenheden en slordigheden en zij voldoen qua hellingshoek niet aan hetgeen in het bouwbesluit is opgenomen. De optreden zijn overal gelijk, maar de aantreden variëren, doordat de houten treden niet overal op gelijke wijze op de flenzen zijn gemonteerd. De maatvoering van de inkepingen in de houten traptreden is zijn slordig en treden zijn schuin afgezaagd, in afwijking van de aansluitende vlakken. Daarnaast zijn diverse traptreden bij het inkorten beschadigd. De trappen voldoen niet aan het bouwbesluit. Bij het belopen van de trap voelen sommige treden, met name in de draai, krap aan en niet prettig. Bij de rechte steken is verschil te zien van de voorzijde van de traptrede tot de voorzijde van de trapboom. Doordat de traptreden verschillend op de flenzen zijn gemonteerd, voel je bij het belopen ongelijke ruimte per trede en voelt de trap niet prettig. De stalen kokerprofielen voor trap en hekwerk hebben dezelfde afmetingen maar verschillen qua hoek radius, waardoor deze bij stapeling slordig overkomen. Wel is de trap deugdelijk geplaatst c.q. gekoppeld aan vloeren en wand. De trap is stabiel en stevig. Volgens de deskundige zijn verbeteringen mogelijk, namelijk montage van de linker trapboom in de begane grondvloer zodat de trap beter gesteld kan worden. Daarnaast dienen nieuwe houten traptreden met de juiste maatvoering te worden geplaatst, op gelijke afstand gekoppeld aan de flenzen, zodat een gelijke loop ontstaat, met gebruikmaking van zwart montagemateriaal. De verschillen in radius zijn slordig (esthetisch gebrek) maar niet onoverkomelijk. De deskundige heeft de herstelkosten geraamd op € 3.500,00 exclusief btw, uitgaande van circa 2 werkdagen voor twee vaklieden, inclusief materiaal.
2.4
De kantonrechter overweegt met [eiseres01] dat de deskundige heeft geconcludeerd dat de trap deugdelijk en stabiel is geplaatst, zodat in zoverre geen sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Dat de deskundige ook heeft geconcludeerd dat verbeteringen nog wel mogelijk zijn, namelijk montage van de linker trapboom in de begane grondvloer door gebruikmaking van infrarood camera’s, leidt niet tot een ander oordeel. Immers, bij het plaatsen van de trap is [eiseres01] niet door de ondergrens van wat van haar mocht worden verwacht, gezakt. Dat het volgens de deskundige nog beter had gekund, maakt dat niet anders. De deskundige heeft ook niet geconcludeerd dat de plaatsing van de trap verbeterd moet worden om tot een aanvaardbaar resultaat te komen.
2.5
De kantonrechter is verder van oordeel dat de diverse door de deskundige in zijn rapport (beantwoording vraag 2) gegeven op- en aanmerkingen ieder voor zich onvoldoende zijn om een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst aan te nemen. De vraag of een trap al dan niet prettig loopt, is immers (ook) een subjectieve beleving. Bovendien moet [gedaagde01] geacht worden er mee bekend te zijn geweest dat de trappen qua hellingshoek niet voldoen aan hetgeen hieromtrent in het bouwbesluit is opgenomen, omdat dit blijkt uit de (summiere) tekeningen van de trap waarop het logo van [gedaagde01] is geplaatst. Met betrekking tot de draai van de trap overweegt de kantonrechter dat tussen partijen niet in geschil is dat daarvoor door hen en de consument is gekozen.
2.6
De kantonrechter is het verder met de deskundige eens dat er door [eiseres01] trappen zijn gefabriceerd en gemonteerd die de nodige slordigheden vertonen. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn deze slordigheden aan te merken als tekortkomingen, maar zijn deze niet uitsluitend aan [eiseres01] toe te rekenen zoals door [gedaagde01] bepleit, maar in gelijke mate ook aan [gedaagde01] . Zoals al in het tussenvonnis is beslist, komt de omstandigheid dat de uitsparingen in de traptreden niet zijn gemaakt voor rekening van [gedaagde01] zelf, omdat zij niet heeft voldaan aan de verplichting om de treden conform de tekening te maken. Vervolgens heeft [eiseres01] de traptreden tijdens het werk op maat moeten maken en heeft zij de trap geplaatst. Dat deze werkzaamheden niet naar behoren en/of slordig zijn uitgevoerd, is mede een gevolg van de handelswijze van [gedaagde01] . Hier staat tegenover dat in het tussenvonnis van 15 december 2022 is overwogen dat, als de deskundige constateert dat de loop te krap is, op [eiseres01] de bewijslast rust van de stelling dat zij vóór de plaatsing van de trap met [gedaagde01] heeft besproken dat de trap te groot was voor de ruimte en dat de looplijn steiler zou zijn dan gebruikelijk. [eiseres01] heeft nagelaten om dat bewijs in te brengen.
2.7
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst zowel aan [gedaagde01] als aan [eiseres01] is te wijten en dienen de kosten van herstel van de trap in redelijkheid dan ook door ieder van hen bij helfte te worden gedragen.
2.8
De deskundige heeft de kosten voor herstel begroot op in totaal € 3.500,00 exclusief btw, waarbij de deskundige, naar de kantonrechter begrijpt, zowel de kosten van de montage van de linker trapboom in de begane grondvloer, als het opnieuw plaatsen van nieuwe houten traptreden met de juiste maatvoering heeft meegenomen. Gelet op wat hiervoor is geoordeeld komen alleen de herstelkosten in verband met het opnieuw plaatsen van nieuwe houten traptreden met de juiste maatvoering voor vergoeding in aanmerking. Nu de deskundige, noch partijen zich over de omvang van deze herstelkosten hebben uitgelaten, zal de kantonrechter de hieraan verbonden schade (kosten) begroten op € 1.750,-.
2.8
Het voorgaande betekent dat het bedrag van € 3.500,00 door partijen helfte dient te worden gedragen, zijnde ieder € 875,00. Op de gevorderde hoofdsom van € 5.900,00 exclusief btw zal dan ook een bedrag van € 875,00 in mindering wordt gebracht, zodat nog een bedrag resteert van € 5.025,00. Dit bedrag acht de kantonrechter toewijsbaar.
2.9
De gevorderde wettelijke handelsrente zal worden als niet weersproken worden toegewezen, met dien verstande dat deze moet berekend over de resterende hoofdsom.
2.1
[eiseres01] vordert een bedrag dat is gebaseerd op het bepaalde in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De kantonrechter stelt vast dat de eisende partij voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De kantonrechter zal een bedrag van € 626,35 toewijzen, berekend over € 5.025,00.
Kosten deskundigenonderzoek
2.11
Bij tussenvonnis van 15 december 2021 is bepaald dat [gedaagde01] het voorschot op de kosten van de deskundige ad € 4.500,00 inclusief btw diende te voldoen. Gelet op de uitkomst van de procedure is de kantonrechter van oordeel dat beide partijen de kosten van het deskundigenonderzoek ieder bij helfte moeten voldoen. Dit betekent dat het door [gedaagde01] voorgeschoten bedrag van € 2.250,00 door [eiseres01] dient te worden vergoed. Op verzoek van [gedaagde01] zal de kantonrechter dit bedrag op grond van artikel 6:127 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek verrekenen, zodat [gedaagde01] per saldo € 2.775,00 aan [eiseres01] verschuldigd is.
Proceskosten
2.12
Omdat partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten in conventie worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten dient te dragen.
De gevorderde nakosten zullen voorwaardelijk worden toegewezen, voor zover nakosten gemaakt zullen worden en [gedaagde01] niet vrijwillig binnen veertien dagen na aanschrijving van [eiseres01] aan de veroordeling in het vonnis heeft voldaan. De nakosten zullen worden begroot conform landelijk beleid tot een half salarispunt (met een maximum van € 132,00), zijnde een bedrag van € 66,00. Dit bedrag wordt vermeerderd met de betekeningkosten van het vonnis indien het vonnis na de hiervoor genoemde termijn is betekend.
2.13
In reconventie zal [eiser in reconventie01] als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op € 66,00 aan salaris voor de gemachtigde van [verweerster in reconventie01] (1/2 punt vanwege de samenhang met de vordering in conventie à
€ 132,00 per punt).

5.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie:
veroordeelt [gedaagde in conventie01] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres in conventie01] te betalen een bedrag van
- € 2.775,00 vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 5.025,00 vanaf
4 april 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 626,25 aan buitengerechtelijke incassokosten;
bepaalt dat ieder van partijen de eigen proceskosten dient te dragen;
veroordeelt [gedaagde in conventie01] om aan [eiseres in conventie01] te betalen de nakosten, welke voorwaardelijk worden begroot op € 66,00 voor het geval dat [gedaagde in conventie01] gedurende veertien dagen na aanschrijving door [eiseres in conventie01] niet heeft voldaan aan de bij dit vonnis uitgesproken veroordeling, te vermeerderen met de betekeningkosten van het vonnis indien het vonnis na die termijn is betekend.
in reconventie:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser in reconventie01] in de kosten van dit geding, aan de zijde van [verweerster in reconventie01] tot op heden begroot op € 66,00 als salaris voor de gemachtigde van [verweerster in reconventie01] ;
in conventie en in reconventie:
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander, en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2023.