ECLI:NL:RBZWB:2023:4299
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toename van beperkingen na beëindiging van WIA-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 juni 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen een beslissing van het UWV. Eiseres had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar beperkingen na de beëindiging van haar WIA-uitkering. Het UWV had eerder besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat er een andere beroepszaak liep. Na bezwaar van eiseres heeft het UWV alsnog de aanvraag beoordeeld, maar geconcludeerd dat er in de periode van 24 december 2020 tot en met 21 januari 2021 geen toename van beperkingen was. Eiseres was het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 25 mei 2023, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 19 november 2020 melding had gemaakt van toegenomen klachten, maar dat het UWV de beoordelingsperiode had beperkt tot vier weken na de beëindiging van de WIA-uitkering. Eiseres betoogde dat het UWV ten onrechte deze periode had beperkt en dat er wel degelijk sprake was van toegenomen beperkingen, onder andere als gevolg van een ongeval op 5 december 2020.
De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had besloten dat er geen toename van beperkingen was in de genoemde periode. De verzekeringsarts B&B had voldoende gemotiveerd waarom er geen reden was om meer beperkingen aan te nemen. De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiseres ongegrond was en dat zij geen gelijk kreeg. De proceskosten werden niet vergoed, omdat eiseres in beroep geen gelijk kreeg.